Terug
Gepubliceerd op 11/09/2023

2023_GR_00129 - Provinciaal beleidsplan Ruimte 'Maak ruimte Voor Oost-Vlaanderen 2050'. Ontwerp. Advies.

Gemeenteraad
wo 12/07/2023 - 20:00 Auditorium
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Kris Ally, voorzitter; Patrick Hoste, burgemeester wnd.; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, schepenen; Patrick Verwilst; Magda Boone; Magda De Baets; Ann Depoortere; Sofie Vermeersch; Lesley De Neve; Steven Devliegere; Marleen Van Wassenhove; Cindy Moerman; Michael Ally; Jesse De Meulenaere; Paul Beheyt; Mieke Vertriest; Peter Cornelis; Femke Deroo; Bart Dobbelaere, raadsleden; Luc Jolie, algemeen directeur; Peter Ponnet, korpschef

Afwezig

Pieter De Crem, burgemeester; Luc De Meyer; Mieke Schauvliege; Hedeli Sassi; Vic De Jaegher, raadsleden

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Kris Ally, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_GR_00129 - Provinciaal beleidsplan Ruimte 'Maak ruimte Voor Oost-Vlaanderen 2050'. Ontwerp. Advies.

Aanwezig

Kris Ally, Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Johan Van den Kerchove, Patrick Verwilst, Magda Boone, Magda De Baets, Ann Depoortere, Sofie Vermeersch, Lesley De Neve, Steven Devliegere, Marleen Van Wassenhove, Cindy Moerman, Michael Ally, Jesse De Meulenaere, Paul Beheyt, Mieke Vertriest, Peter Cornelis, Femke Deroo, Bart Dobbelaere, Luc Jolie, Peter Ponnet
Stemmen voor 18
Philippe Verleyen, Johan Van den Kerchove, Herlinde Trenson, Paul Beheyt, Magda Boone, Steven Devliegere, Sofie Vermeersch, Mieke Vertriest, Magda De Baets, Lesley De Neve, Cindy Moerman, Dirk De Smul, Patrick Hoste, Patrick Verwilst, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Marleen Van Wassenhove, Kris Ally
Stemmen tegen 6
Michael Ally, Jesse De Meulenaere, Ann Depoortere, Peter Cornelis, Femke Deroo, Bart Dobbelaere
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_GR_00129 - Provinciaal beleidsplan Ruimte 'Maak ruimte Voor Oost-Vlaanderen 2050'. Ontwerp. Advies. 2023_GR_00129 - Provinciaal beleidsplan Ruimte 'Maak ruimte Voor Oost-Vlaanderen 2050'. Ontwerp. Advies.

Motivering

Motivering

Gelet op het gewestplan Eeklo-Aalter goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 maart 1978;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 betreffende de definitieve vaststelling van een herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 betreffende de definitieve vaststelling van een gedeeltelijke herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2018 tot bepaling van nadere regels voor opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2003 betreffende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van het prefusiebestuur Aalter;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 maart 2006 betreffende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van het prefusiebestuur Knesselare;

Gelet op het besluit van de provincieraad Oost-Vlaanderen van 22 maart 2023 betreffende het ontwerp van het beleidsplan ruimte 'Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050';

Gelet op de collegebeslissing van 19 juni 2023 betreffende het advies met betrekking tot het ontwerp van het beleidsplan ruimte 'Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050';

Gelet op het openbaar onderzoek over het ontwerp beleidsplan ruimte 'Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' van 21 april 2023 tot en met 19 juli 2023; dat het lokaal bestuur tijdens het openbaar onderzoek zijn opmerkingen/bezwaren kan overmaken aan de provincie Oost-Vlaanderen (reactiesbeleidsplan@oost-vlaanderen.be);

Overwegende dat het beleidsplan ruimte kan geconsulteerd worden via 'https://oost-vlaanderen.be/wonen-en-leven/ruimtelijke-planning/beleidsinstrumenten/maak-ruimte-voor-oost-vlaanderen-2050/wat-is-het-plan-.html';

Overwegende dat via Veneco een uiteenzetting werd georganiseerd op 10 mei 2023;

Overwegende dat de GECORO van Aalter het beleidsplan als te abstract ervaart;

Overwegende dat na analyse van de documenten die beschikbaar werden gesteld tijdens het openbaar onderzoek blijkt dat de opmakers van het betreffende ontwerp beleidsplan ruimte geen correcte blijk geven van historische, actuele noch toekomstige inzichten in Aalter;  dat de documenten feitelijke onjuistheden bevatten; dat de documenten het historische toegekende en actueel ingevulde ambitieniveau van Aalter niet erkennen; dat het provinciebestuur ook wat betreft doorkijk naar de toekomst een ondermaats ambitieniveau voor Aalter vooropstelt;

Overwegende dat Aalter een aantrekkingspool is tussen Gent en Brugge; dat wonen, werken en economie de belangrijkste pijlers zijn binnen de gemeente; dat dit sterktes zijn die miskend worden in het voorliggende ontwerp beleidsplan ruimte;

Overwegende dat Aalter als economisch knooppunt werd geselecteerd binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat het RSP sinds 1997 een belangrijk fundament van het ruimtelijk beleid is; dat in navolging van de fusie tussen Aalter en Knesselare, alle deelkernen verder worden ontwikkeld vanuit deze benadering;

Overwegende dat het lokaal bestuur van Aalter zich de vraag stelt wat de meerwaarde is van het voorliggende ontwerp beleidsplan ruimte; dat de indruk wordt gewekt dat een plan wordt gerealiseerd, maar een volgende beleidsploeg wordt opgezadeld met de gevolgen ervan; dat de (o.a. financiële) gevolgen momenteel ook niet in kaart werden gebracht;

Overwegende dat voorts volgende specifiek thematische opmerkingen worden gemaakt:

  • Participatie

Op lokaal niveau komt de voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ruimte over als top-down. Een participatief voortraject werd niet gevoerd. Er is slechts éénmalig een kort overleg doorgegaan, zonder dat hierbij concrete informatie kon gedeeld worden. Nadien was het niet mogelijk om de concrete informatie te raadplegen op de website. Hierdoor voelt het lokaal bestuur van Aalter zich niet betrokken. Hierdoor slopen misvattingen in het document, zaken die haaks op de lokale realiteit staan (zie verder). Een doordacht participatief voortraject had dit kunnen voorkomen en ook een positiever advies naar aanleiding van het openbaar onderzoek opgeleverd. De indruk heerst sterk dat niet voor een participatief voortraject is gekozen, omdat dan het formele goedkeuringstraject onmogelijk nog kon afgewerkt worden binnen de lopende legislatuur. Goede ruimtelijke ordening staat evenwel boven legislatuurstermijnen. Via het gekozen formele sec traject wordt  wat leeft bij de lokale besturen niet gecapteerd. Dat ook de lokale GECORO’s niet betrokken werden, versterkt dit niet-participatief gekozen traject.

  • Herkenbaarheid

De strategische visie is complex geformuleerd (7 waarden, 4 doelstellingen, 5 principes en 5 werkvelden) en blijft hierdoor theoretisch en abstract. Dat maakt dat alle doelgroepen zich niet in het document herkennen. Het is te complex enerzijds en te weinig expliciet (“wat betekent dit nu”) anderzijds. Duidelijke transitiekaarten zijn essentieel, doch ontbreken; toch, eigenaardig genoeg, zijn er fragmentair tabellen opgenomen met gedetailleerde woonopgaves per gemeente.  

  • Coherente samenhang ontbreekt

Het is niet duidelijk waarom de doelstellingen worden afgezet tegen 2050, maar de beleidsacties zelf slechts lopen tot 2035. Beiden gaan nochtans hand in hand. Voorts heerst de vraag hoe het provinciebestuur haar intentie zal realiseren. Er wordt geen enkele informatie gegeven rond de opmaak van nieuwe provinciale RUP's. In navolging hiervan ontbreekt een indicatie wanneer men welke acties wenst uit te voeren en voor welke acties er een samenwerking met het gemeentebestuur noodzakelijk of gewenst is.

  • Foutieve en onbruikbare visie over wonen

Aalter wordt volgens het plan ingedeeld in 3 verschillende woonregio’s, omdat gesteld wordt dat een groot deel van de verhuisbewegingen zich afspeelt binnen deze verschillende woonregio’s. Dit zorgt voor een zeer onduidelijke indeling omdat Aalter hierdoor ingedeeld wordt in de woonregio’s: “Brugge” (Poeke, Lotenhulle, Aalter, Aalter-Brug, Sint-Maria-Aalter en Bellem), “Overgang Eeklo-Brugge” (Knesselare) en “Gent” (Ursel). Deze planologische geringe detaillering belet anderzijds het provinciebestuur niet om concrete aantallen qua huishoudens naar voor te schuiven. Dit maakt een juiste analyse onmogelijk. Het is nota bene de woonkern Sint-Maria-Aalter en niet Maria Aalter zoals gebruikt in het gehele ontwerp beleidsplan ruimte.

De cijfers in het ontwerp beleidsplan ruimte stroken niet met de statistische databanken. Volgens Statbel had Aalter in 2021 12.568 huishoudens, volgens Statistiek Vlaanderen was de huishoudenstoename tussen 2020 en 2025 ingeschat op 1.605, terwijl het ontwerp beleidsplan 292 voorziet. Bijgevolg dient dan ook geconcludeerd te worden dat hier fouten zijn gemaakt. Deze aanname wordt versterkt wanneer de woonbehoeftes van de gemeenten Lievegem (1.433), Eeklo (1.773) en Zelzate (1.084) worden bekeken.  

Statbel raadplegend, is dit de werkelijke trend van bevolking en huishoudens:

Aalter heeft doorheen de jaren een stabiel aandeel ingevuld van de bevolking in het Arrondissement Gent. Wanneer dit wordt doorgetrokken naar 2070, dan zal Aalter de komende jaren volgens de gegevens van Statbel als volgt evolueren inzake aantal inwoners: 30.725 in 2030, 33.086 in 2050, 35.096 in 2070.

  • Onvolledige toekomstvisie op exploitaties

Er worden 3 types strategische plekken beschreven. In de “kernen” kunnen volgens het plan verweefbare activiteiten. Poeke werd niet als kern opgenomen. De ‘reden’ hiertoe is dat de kernen werden overgenomen uit het PRS, met name hoofddorpen en woonkernen; nochtans was de insteek in het PRS totaal verschillend met de insteek in dit beleidsplan: in het PRS was het selectiecriterium ‘ruimtelijke groei’ terwijl dit in dit beleidsplan totaal anders is. Dus het klopt niet dat Poeke in deze uitgesloten wordt (en volgens het schema geen provinciaal beleid, maar gemeentelijk beleid is), het is en blijft een, weliswaar kleine, woonkern. Bijkomend is het voor de leefbaarheid van de bestaande woonkernen totaal ongepast om er verweefbare activiteiten niet toe te laten. Los van deze inhoudelijke lapsus in het beleidsplan, is het contradictorisch dat een beleidsplan zonder vertaling naar ruimtelijke uitvoeringsplannen zou doorwerken in de beoordeling van vergunningen.

Het principe van verweefbare functies om deze waar het kan terug te brengen naar de woonkern is goed, maar de door het provinciebestuur beoogde consequenties is niet gepast noch realistisch: de vrijgekomen oppervlakte, door verhuis van verweefbare functies naar de woonkern, zal volgens het provinciebestuur maken dat er voldoende oppervlakte vrij komt voor de toekomstige industriële noden. Men gaat echter voorbij aan het feit dat een bestaand bedrijf zich niet vrijwillig vrijblijvend zal herlokaliseren. Een bedrijf heeft immers een verbondenheid met zijn huidige plek, werknemers kunnen er op korte afstand van wonen, enz. Door al deze evenwichten zal de door het provinciebestuur ingeschatte vrijgekomen industriële oppervlakte niet gerealiseerd worden en biedt het plan bijgevolg geen antwoord op de werkelijke industriële behoefte.

Voorts stellen we vragen bij de rechtszekerheid voor bedrijven bij dergelijke principes. Het al dan niet voorzien van overgangsmaatregelen wordt voorts niet aangehaald.

Wanneer wordt ingezoomd, dan wordt vastgesteld dat de uitgangssituatie tevens verkeerd is: de site van de 'Oude Weverij' in Aalter-Brug wordt meegenomen in de gebieden waar ontwikkeling mogelijk is; dat echter sinds 2014 een RUP van toepassing is waardoor geen verder industriële of ambachtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn werd dus vergeten. De opstellers van het ontwerp beleidsplan ruimte schieten tekort in het meenemen van reeds beslist ruimtelijk beleid.

BRON: gemeentebestuur Aalter, eigen website, raadplegen RUP's

  • Ontbrekende link met het Regionaal Mobiliteitsplan vervoerregio Gent

Voor de vervoerregio Gent wordt de mobiliteitsvisie voor een langere termijn vastgelegd. Het ontwerp regionaal mobiliteitsplan is reeds een feit. Het lijkt essentieel dat een beleidsplan ruimte voor diezelfde regio afgestemd is op het mobiliteitsplan. Die afstemming is er momenteel niet. 

Het ontwerpplan kent ook geen afstemming met de belangrijke vervoerspartners actief in Aalter met name NMBSDe Lijn, Agentschap Wegen en Verkeer en de Vlaamse Waterweg; dat blijkt uit het ontbreken van de vermelding en de doorwerking van de lopende investeringen voor de verdubbeling van de spoorcapaciteit van 2 naar 4 sporen doorheen Aalter, de gedaanteverwisseling van de 3 NMBS-stations in Aalter inclusief de koppeling met Hoppinpunten, de lopende investeringen aan het kanaal (aanleg brug, nieuwe kades, bouw regionaal overslagcentrale); de lopende investeringen aan E40, N44 en N37, de lopende initiatieven door en voor De Lijn,... Het is frappant om vast te stellen dat hieraan wordt voorbijgegaan.

  • Beperkte ambitie op bedrijventerreinen

De bestaande industriële zones in Aalter, komen enkel aan bod wanneer het gaat over de HUB (een HUB is een bundeling van specifieke niet-verweefbare activiteiten die in staat zijn om onze stromen te produceren, op te slaan, te bewerken, te verwerken, uit te wisselen en/of te groeperen) en worden daardoor tekort gedaan.

Bij de bespreking van de HUB wordt opnieuw nieuwe terminologie gebruikt. Bij de ontwikkelingsmogelijkheden voor industrieterreinen wordt gesproken van HUB gebaseerd op energiestromen, HUB gebaseerd op mobiliteitsstromen, HUB als toelevering en verwerking voor grondgebonden akker- en veeteelt en HUB voor glastuinbouw.

Circulaire HUB’s zijn ook niet concreet verder doorgewerkt en dus ook niet duidelijk voor de situatie in Aalter. Bijkomend zijn er grote twijfels over dit begrip aangezien in grote mate een “tijdelijkheid” hieraan is gekoppeld; de tijdelijkheid vloeit voort uit de definitie “nodig voor de transitie”; is een maatschappij en omgeving niet steeds in een vorm van transitie?

Tot slot over dit aspect: de stellingname dat ‘lage potentie bedrijventerreinen’ uitdovend gesteld worden, is totaal niet doorgewerkt hoe men dit zal realiseren, niet voor de gehele provincie, niet voor het grondgebied van Aalter.

Aalter is in vorige structuurplannen als economisch knooppunt voor de regio geselecteerd, omdat Aalter er de economische motor is, wat zich ook laat zien in onderstaande trend:

BRON: 'provincie in cijfers', op basis van Statbel

Aalter, gelegen tussen de havens van Gent en Zeebrugge, heeft door haar ligging aan het kanaal Brugge-Gent en de bundeling van de bestaande infrastructuur van E40, N44 en N37 het potentieel in zich om in de toekomst een belangrijk knooppunt te worden voor waterstofindustrie en de distributie van waterstof. België is, door het reeds aanwezige leidingnetwerk voor waterstof en gekoppelde industrie, reeds een belangrijke waterstofregio in Europa. Aalter huisvest reeds sinds 1978 een belangrijke industriële productiesite voor zuivere koolwaterstoffen. In Zeebrugge zal het energieoverschot van de windturbineparken op zee aangewend worden in een gloednieuwe waterstoffabriek. Aalter is daarbij ideaal gelegen om waterstof aan te bieden aan de industrie, maar is ook de ideale locatie voor waterstof tankstations voor de binnenscheepvaart, het zwaar wegtransport en voor zwaar industrieel rollend materieel.

  • Onduidelijkheid rond de cijfers met betrekking tot ver-/ontharding

In de open ruimte dient de verharding met 20% verminderd te worden. Hoe zal het provinciebestuur de verharding / ontharding juist meten? Hoe zal de provincie hierop sturen? Wie dient hier tegen op te treden en wat verwacht men van de gemeentebesturen om deze doelstelling te halen? Zal dit worden verankerd in regelgeving om zo een impact te hebben bij het verlenen van omgevingsvergunningen?

Een belangrijke vaststelling is dat de opgenomen kaarten niet werden afgezet tegenover de bestaande.  Hierdoor worden veel vragen gecreëerd: wat met bestaande huisvesting gelegen in gebieden die als 'spons' ingedeeld zijn? Mogen woonkernen nog verder kwalitatief ontwikkelen / inbreiden, ook als ze gelegen zijn in een 'spons'?

  • Geen gedragen visie over windenergie

In een zogenaamde transitiekaart voor windenergie wordt de term windlandschap gebruikt en gesteld dat windturbines ‘het meest tot hun recht komen op of rond bedrijventerreinen en in grotere openruimtegehelen…’. Het gemeentebestuur van Aalter deelt, zoals de afgelopen jaren meegedeeld, deze visie niet.

  • Ondermaatse weergave troeven

De volgens het provinciebestuur aanwezige troeven zijn ondermaats ingeschat en stroken niet met de aantrekkingspool die Aalter is tussen Gent en Brugge.  Zo zijn de werkzaamheidsgraad van de beroepsbevolking en de aantal werkzoekenden duidelijke graadmeters. 

BRON: 'provincie in cijfers', op basis van Statbel

BRON: 'provincie in cijfers', op basis van Statbel

Aalter is een actieve gemeente. Bij de toewijs van de Hoppinpunten vanuit de Vervoerregioraad werd Aalter op dat vlak wel erkend.

Toeristisch is Aalter ook de motor van de directe regio.

BRON: toerisme Vlaanderen

De ontwikkeling van RUP Moerakker (RUP van 7/7/2010) wordt niet erkend in de troef tewerkstelling voor de deelkern Knesselare. 

BRON: gemeentebestuur Aalter, eigen website, raadplegen RUP's

  • Rechtsgevolgen

Aangezien gemeentelijke RUP’s zich ondermeer moeten richten aan de Vlaamse en Provinciale beleidsplannen, en beleidsplannen reeds vanaf voorlopige aanvaarding besluitvorming kunnen beïnvloeden, zijn er met de voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ruimte rechtsgevolgen voor de lokale besturen. Het provinciebestuur wenst met het beleidsplan “het bestaand ruimtebeslag af te bouwen” voor zones die zij inkleurt als “sponzen”, “groene longen” of “gouden gronden”. Het provinciebestuur reageert via een persartikel op 24 mei 2023 zelf “dat bestemmingen niet gaan veranderd worden en het eerder de bedoeling is dat lokale overheden beter nadenken over vergunningen”. Hierachter schuilt geen individuele objectieve beoordeling van lokale besturen, maar een algeheel neerkijken op. Ook de methodiek (opmaak van een provinciaal beleidsplan) is als instrument om alle Oost-Vlaamse lokale besturen te wijzen op “beter nadenken over vergunningen” ongepast.  

Gelet op voorgaande zijn deze rechtsgevolgen eenzijdig ontstaan en opgelegd aan het gemeentebestuur; vandaar dit bezwaar.

  • Geen subsidiariteit

Het voorliggend ontwerp beleidsplan ruimte, staat op zichzelf: zoals hierboven beschreven is er geen link met het lokaal niveau, maar er is in het document ook geen link met het bovenliggend niveau: de relatie tegenover de strategische visie van het beleidsplan Ruimte Vlaanderen, het regionaal mobiliteitsplan, de afbakening van agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS), VEN- en habitatgebieden,… ontbreekt eveneens. Ondanks de vele linken die een dergelijk beleidsplan zou moeten hebben en voortbouwend op bestaande en gekende gegevens, kan in deze hier bezwaarlijk van gesproken worden...

  • Geen plaatsrelevante keuzes

Vele honderden pagina’s zijn nodig geweest om de strategische visie en drie beleidskaders te beschrijven. De bijhorende onderzoeken beslaan bijkomend opnieuw vele honderden pagina’s. Dat maakt dit ontwerp niet toegankelijk.   

Bijkomend wordt doorheen het ontwerp een eigen terminologie gebruikt. Hierdoor is een reflectie met bestaande planningsdocumenten artificieel en is het ontwerp beleidsplan ruimte weinig transparant.

Ondanks deze omvangrijke documentatie, blijft het ontwerp hangen op het fictieve / theoretische niveau. Het ontwerp lost haar doel niet in: er worden geen effectieve plaatsrelevante keuzes gemaakt. Dergelijk kaartmateriaal is een onontbeerlijk stuk van en bij een beleidsplan ruimte. Doch, in dit ontwerp ontbreekt dit element. De actieplannen bij de 3 beleidskaders, blijven abstract en zijn niet plaatsspecifiek doorgewerkt. Bijkomend kregen ze geen prioriteitsbeoordeling en ook geen geplande timing mee.

Derhalve wordt besloten om het ontwerp van beleidsplan ruimte 'Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' over de gehele lijn ongunstig te adviseren;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 41 §1 1° van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 41 &sect;1 1&deg; van het decreet lokaal bestuur: de volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de gemeenteraad toevertrouwd: de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van deel 2, titel 1, hoofdstuk 1 uit het decreet lokaal bestuur</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Kennis te nemen van het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte "Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050".

Artikel 2

Het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte "Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050" ongunstig te adviseren.

Artikel 3

Het gemeentebestuur van Aalter verbindt zich niet om de bepalingen van dit beleidsplan rechtstreeks of onrechtstreeks toe te passen bij het afleveren van vergunningen zolang hier geen provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen voor vastgesteld zijn.