Gelet op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, meer specifiek artikel 10 dat het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid regelt;
Gelet op Titel IV Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid over Milieueffect- en veiligheidsrapportage waardoor een plan-milieueffectrapportage is geïntegreerd in het planningsproces;
Gelet op artikel 2.3.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;
Gelet op de gemeentelijk ruimtelijk structuurplannen van het prefusiebestuur Aalter en het prefusiebestuur Knesselare;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen;
Gelet op het gewestplan Eeklo-Aalter;
Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake het
vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken en handelingen, gecoördineerd
op 12 september 2011 en van toepassing op het grondgebied van prefusiebestuur Aalter;
Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken en handelingen, goedgekeurd op 12 april 2017 en van toepassing op het grondgebied van prefusiebestuur Knesselare;
Gelet op de stedenbouwkundige verordening 'Windturbines'
van prefusiebestuur Aalter, zoals goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen op 19 december 2013;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 1 maart 2021 betreffende de bepaling van de inhoud van de op te maken gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 30 augustus 2021 betreffende de start van de procedure tot goedkeuring van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 27 september 2021 betreffende de aanvraag plan-MER ontheffing voor de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 20 december 2021 betreffende de goedkeuring van het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening en het uitsturen van de adviesvragen;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 8 augustus 2022 betreffende de sluiting van het openbaar onderzoek en de aanpassingen aan het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening;
Gelet dat het verzoek tot raadpleging werd georganiseerd in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage; dat het Departement Omgeving team MER op 25 januari 2022 besliste dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is;
Gelet op het gunstig advies van het Departement Omgeving van 17 februari 2022, getekend op 9 maart 2022, betreffende de gemeentelijk stedenbouwkundige verordening; dat de ontwerpverordening tegemoet komt aan het eerder advies van het Departement Omgeving; dat verder geen kennelijke tegenstrijdigheden worden vastgesteld met de geldende gewestelijke verordeningen of andere Vlaamse geldende beleidskaders;
Gelet op het gunstig advies van de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 17 maart 2022; dat het voorliggende ontwerp geen strijdigheden bevat met artikel 2.3.2 § 2 1ste lid van de VCRO, het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen, de conceptnota 'Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 20 - 50' en aan eventuele direct werkende normen op provinciaal niveau; dat gelet op de decretale taak nog volgende opmerkingen worden gemaakt:
- bedenkingen inzake Artikel 2 (windturbines)
- Artikel 3.1 (schotelantennes) dient in overeenstemming te zijn met de grondrechten inzake vrije nieuwsgaring
- Artikel 4.1 (groendaken) kan discriminatoir overkomen aangezien enkel groendaken die zichtbaar zijn voor de bewoners van eenzelfde site of project vermeld worden
- Artikel 4.3 (verkoopautomaten) dient ook een uitspraak te doen over automaten die binnen opgesteld zijn
- Artikel 5.1 (meergezinswoningen) dient ook aan te geven of dit ook van toepassing is op kamers en studio's
- Algemeen dienen de voorschriften zo verordenend mogelijk geformuleerd te zijn;
Gelet op het advies van de Gecoro van 21 maart 2022, ontvangen op 4 mei 2022, waarbij volgende aandachtspunten en/of suggesties worden gemaakt:
- waar mogelijk gelijkschakelen van definities en terminologie met de Vlaamse codex of andere beleidskaders van bovengemeentelijk niveau
- definitie te lezen bij artikel 4 (groendak) dient de verplichting tot begroeien opgenomen te worden en dient nagegaan te worden of de regel van minstens 35 liter per vierkante meter relevant is
- definitie te lezen bij artikel 5 (meergezinswoning) is te beperkend: vanuit efficiënt ruimtegebruik en functionaliteit dienen de ruimtes met een vrije hoogte van 2,3 meter of meer mee te tellen voor 100% en de ruimtes met een vrije hoogte tussen 1,5 meter en 2,3 meter voor 50% mee te tellen
- artikel 2 (windturbines) wordt geadviseerd om dit niet te beperken tot industrieterrein, om de afstandsregels duidelijk te omschrijven (als minimaal 100 meter afstand van bebouwing met een woonfunctie) en om bij iedere aanvraag een studie te laten toevoegen over de milieuaspecten
- artikel 3 (windmolens) wordt voorgesteld om dit ruimer te zien naar andere technische installaties
- artikel 4.2 (achtertuinzone) wordt voorgesteld om de minimale diepte van 8 meter te laten vallen om ook kleinere of ondiepe tuinen toe te laten
- artikel 4.2 (niet-waterdoorlatende verharding) wordt voorgesteld om het voorschrift niet in de verordening op te nemen aangezien dit geregeld is via de gewestelijke verordening
- artikel 4.3 (verkoopautomaten) wordt voorgesteld te verduidelijken dat dit betrekking heeft op automaten die zichtbaar zijn vanaf het straatbeeld
- artikel 5.1 (meergezinswoningen) wordt voorgesteld om de minimale oppervlaktes voor appartementen bij te stellen (naar 70 m² , 85m² en 100m²) evenwel aangevuld met andere eisen rond buitenruimtes/terrassen; tenslotte wordt voorgesteld om de leefruimtes onder het dak toe te laten mits een koppeling aan minimale normen voor raamoppervlaktes
- artikel 5.2 (fietsenberging bij meergezinswoningen) wordt voorgesteld om de fietsenberging niet als aparte ruimte op te leggen en anderzijds om per wooneenheid minstens 2 plaatsen te voorzien; dat ook randvoorwaarden inzake autodelen worden geopperd doch niet verder gespecifieerd worden in het advies;
- artikel 5.3 (koppelwoningen en rijwoningen) wordt voorgesteld om de terminologie van halfopen of gesloten bebouwing te gebruiken; om de zijdelings bouwvrije stroken minder stringent te maken (zijkavelgrens van minimaal 3 meter); om de voorwaarden ten aanzien van inpandige garages minder stringent te maken (maximaal 1/3 van de gevelbreedte kan garage/poort zijn); om de gevelbreedte overal vast te leggen op minstens 6 meter breed;
Gelet op het openbaar onderzoek georganiseerd van 15 juni 2022 tot en met 14 juli 2022 betreffende het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening; dat 5 bezwaren zijn ingediend waarvan 4 door particulieren en 1 door de Gecoro van Aalter; dat de bezwaren als volgt kunnen worden samengevat:
- verduidelijking van enkele definities en begrippen
- de bepalingen voor het plaatsen van schotelantennes mogen niet strijdig zijn met de Europese wetgeving hieromtrent
- verkoopautomaten kunnen enkel op de locatie waar de producten worden geproduceerd: wat met broodautomaten in de deelkernen waar bv geen bakker is?
- is de plaatsing van windsokkels toegestaan? waarom geen windturbines op landbouwbedrijven?
- fietsstaanplaatsen bij meergezinswoningen: af te stemmen op het aantal bewoners per woongelegenheid
- de leefruimtes mogen zich niet onder het dak bevinden maar op een volwaardige verdieping: formulering beter vervangen door de leefruimtes mogen zich niet onder een hellend dak bevinden;
Overwegende dat de elementen uit het openbaar onderzoek als volgt doorwerkten in de verordening:
- Titel 1: de term "windwokkel" wordt eveneens meegenomen bij de definitie windturbine; de koppeling aan bedrijvenfunctie blijft essentieel;
- Titel 1: de definitie "bouwvrije strook" wordt duidelijker geschreven als zone waar niet gebouwd kan worden;
- Titel 1:
de definitie "verharding" wordt toegevoegd als volgt: het afdekken van de natuurlijke bodem op een kunstmatige manier;
- Titel 1:
de definitie "verkoopautomaat" wordt duidelijker geschreven als toestel dat al dan niet na betaling een gekozen product levert;
- Titel 1:
de definitie "volwaardige verdieping" wordt toegevoegd als volgt: ruimte onder het hellend dak waarbij de leefruimte van elke wooneenheid er een vrije hoogte heeft van minimaal 1,50 meter, gemeten aan de buitenschil;
- Titel 1:
de definitie "zijdelings bouwvrije strook" wordt toegevoegd als volgt: zone tussen de bebouwbare zone en de zijdelingse perceelsgrens waar niet kan worden gebouwd;
- Titel 5: deze beschreven voorschriften zijn reeds bestaande voorschriften in andere steden/gemeenten; ze werden getoetst aan de Europese regelgeving inzake het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid;
- Titel 6: Artikel 4.2 wordt verduidelijkt wat betreft de aanleg van voortuinzone en achtertuinzone dankzij het definiëren van de term "verharding";
- Titel 6: Artikel 4.3 wordt aangepast om het mogelijk te maken, via aanvraag omgevingsvergunning, om verkoopautomaten te beoordelen/sturen op basis van niet enkel verbondenheid met productieplaats maar ook volgens het effect op de plaatselijke mobiliteit; op die manier wordt tegemoet gekomen aan de opmerking dat 'broodautomaten in deelkernen zonder bakker' moeten kunnen afgewogen worden via een procedure omgevingsvergunning;
- Titel 7: Artikel 5.1 wordt tegemoet gekomen aan het advies van de Gecoro om enkel leefruimtes onder hellende daken op een niet-volwaardige verdieping te verbieden omdat het architecturaal ontworpen kan worden dat leefruimtes onder dak toch kwalitatief zijn;
- Titel 7: Artikel 5.2 wordt niet aangepast inzake plaatsen voor fietsen omdat, zoals de Gecoro voorstelt, het aantal fietsplaatsen koppelen aan het aantal bewoners, praktisch gezien niet werkbaar is: het aantal bewoners fluctueert te sterk om hier bouwtechnisch op in te spelen;
- Titel 7: Artikel 5.2 wordt verduidelijkt door de aflijning "minstens" toe te voegen inzake aantal parkeerplaatsen/garages per appartement;
Overwegende dat de inwerkingtreding van de stedenbouwkundige verordening niet wordt bepaald in de VCRO en dus de regels uit het gemeen recht volgen; dat dat gemeen recht bepaalt dat rechtsregels in werking treden 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad (cfr art 4 Wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen en art 56 Bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980);