Terug
Gepubliceerd op 17/03/2025

2025_CBS_01108 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van een middenspanningskabel naar aanleiding van een defect in de Kloosterstraat op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/03/2025 - 16:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem, burgemeester; Michael Ally; Mathias Van de Walle; Dirk De Smul; Tom Pacqué; Herlinde Trenson; Jelle Tillieu, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem, burgemeester
2025_CBS_01108 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van een middenspanningskabel naar aanleiding van een defect in de Kloosterstraat op verzoek van Fluvius 2025_CBS_01108 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van een middenspanningskabel naar aanleiding van een defect in de Kloosterstraat op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de aanvraag van 29 januari 2025 van Fluvius voor het vervangen van een middenspanningskabel in de Kloosterstraat;

Gelet op de goedkeuring van het Agentschap Wegen en Verkeer van de aanvraag voor het vervangen van een defecte middenspanningskabel in de Kloosterstraat;

Gelet op het ontwerpplan met nr. 6000046246_MS01 met aanduiding van de plaats van werken;

Overwegende dat voor het vervangen van de defecte middenspanningskabel het openbaar domein over een afstand van 186 meter opgebroken zou worden; 

Overwegende dat voor het kruisen van de Slabbaertsbeek een gestuurde boring onder de waterloop moet worden uitgevoerd;

Overwegende dat in de Kloosterstraat langs het fietspad wordt gewerkt, waardoor een veilig alternatief voor de fietsers moet geboden worden bij uitvoering;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan het ontwerpplan nr. 6000046246_MS01 van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor het vervangen van een middenspanningskabel, mits er rekening gehouden word met de volgende voorwaarden:

  • De wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname. Deze dient 15 werkdagen voor de start van de werken aangevraagd te worden zoals terug te vinden in het regelement over de private ingebruikname van het openbaar domein.
  • De voorwaarden opgelegd door het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt te worden gevolgd. 
  • Er moet een veilig alternatief voor fietsers voorzien worden, aangezien de leidingen vlak langs het fietspad worden aangelegd.
  • Er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • De aanpalende bewoners en bedrijven dienen door de aanvrager minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt. Het lokaal bestuur wenst een digitale kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • Voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving digitaal of in 3 papieren exemplaren bezorgd te worden aan het lokaal bestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • De leidingen worden in de zijberm aangelegd. De rijweg wordt maximaal gevrijwaard en kan onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen. 
  • Aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen, opritten en in voet- en fietspaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • Aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • De opgebroken opritten, voet- en fietspaden in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren (nieuwe exemplaren vooraf ter goedkeuring voorleggen). Het bestaand legverband wordt gevolgd. De klinkers en betontegels dienen meermaals te worden ingezand. Kasseien worden met voegmortel of split terug ingevoegd.
  • Bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • Bij alle grondverzet wordt gewerkt volgens de regels (zoals beschreven in het Standaardbestek 250 hoofdstuk 4) zodat nieuwe besmetting met invasieve exoten ten allen tijde wordt vermeden. Bij het vaststellen van nieuwe besmettingshaarden in het jaar na de werkzaamheden zal de aannemer worden opgelegd om de grond op die locatie uit te halen, af te voeren naar een erkende stortplaats en te voorzien van nieuwe, onbesmette grond. 
  • Resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm, voetpadzone en opritten dienen op vraag van het lokaal bestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • De nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering en ingebuisde grachten. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het lokaal bestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • Voor de kruising van een nutsleiding met een waterloop dienen volgende voorwaarden te worden opgevolgd:
  • De bovenkant van de leiding dient minimum 1,00 m lager te liggen dan de bodem van de waterloop. Indien de werkelijke diepte van de waterloop groter is dan zijn wettige diepte dient gerekend te worden met de werkelijke diepte.
  • Het horizontale deel van de leiding onder de waterloop dient een lengte te hebben die minimum gelijk is aan b+2d (b = 1,50 m, zijnde de wettige bodembreedte en d = 1,40 m, de wettige diepte van de waterloop). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • Bij een uitvoering in open sleuf dient boven het horizontale deel van de leiding onder de waterloop een beschermplaat in beton geplaatst te worden (tenminste 6 cm dik en 0,50 m breed). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • De waterloop moet na de uitvoering van de werken in zijn oorspronkelijke toestand hersteld worden. Bij een uitvoering in open sleuf dient een degelijke wand- en bodemversterking te worden geplaatst. Eventueel bestaande bodem- en/of taludbekledingen moeten op een degelijke wijze hersteld worden, in dezelfde materialen waarin ze geplaatst werden.
  • De juiste plaats van de kruising dient te worden aangegeven door duidelijk zichtbare, bovengrondse merktekens.
  • Na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • Het lokaal bestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.