Gelet op de nieuwe gemeentewet, artikel 13;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 58;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Overwegende dat de volgende gemeenteraadsleden zijn verkozen als schepen:
Overwegende dat volgend gemeenteraadslid is verkozen tot voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst en dus van rechtswege wordt toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen: de heer Jelle Tillieu;
Overwegende dat op basis van de verkiezing van de schepenen en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst de volgende fracties tot de coalitie behoren:
Overwegende dat CD&V/DU de grootste fractie is van de coalitie;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 58, §1 van het decreet lokaal bestuur de verkozene van Belgische nationaliteit met het hoogste aantal naamstemmen die tot de coalitiefractie behoort, met de meeste zetels in de gemeenteraad, aangewezen-burgemeester wordt;
Overwegende dat op basis van het proces-verbaal van het hoofdbureau van de verkiezingen de heer Pieter De Crem (met Belgische nationaliteit) het meeste naamstemmen heeft behaald van CD&V/DU;
Overwegende dat de heer Pieter De Crem de volgende eed aflegt in handen van de voorzitter van de gemeenteraad: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”; dat door de eedaflegging de heer Pieter De Crem het mandaat van aangewezen-burgemeester aanvaardt;
Overwegende dat de voorzitter vaststelt dat er geen akte van opvolging aan de algemeen directeur is bezorgd overeenkomstig artikel 58, §3 van het decreet lokaal bestuur;
De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van de heer Pieter De Crem als aangewezen-burgemeester.
De gemeenteraad stelt de Vlaamse regering in kennis van de eedaflegging van de heer Pieter De Crem als aangewezen-burgemeester.