Terug Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Elk jaar worden de kredieten aangepast aan de vooruitzichten van het volgend boekjaar en de gevolgen op de volgende boekjaren. Aangezien dit de eerste meerjarenplanaanpassing is na de goedkeuring van de jaarrekening 2023 werden in deze aanpassing ook de resultaten van de jaarrekening 2023 verwerkt en is er een grondige bijsturing van de kredieten 2024 op basis van de evolutie van de uitgaven en de genomen beleidsbeslissingen in 2024.

Aangezien de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren moeten worden beschreven, zullen sommige schema’s in het meerjarenplan uitzonderlijk verwijzen naar het jaar 2027, niettegenstaande de periode van de aanpassing van het meerjarenplan steeds de initiële periode van het meerjarenplan blijft. Zo zullen de staat van het financieel evenwicht (schema M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4) altijd de periode tot en met 2027 omvatten. De strategische nota blijft, conform art. 257 van het decreet lokaal bestuur, steeds betrekking hebben op de periode 2020-2025.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de aanpassing van het meerjarenplan 2025/1 2020 - 2025 goed te keuren.

Werknemers die regelmatig de fiets gebruiken voor het woon-werkverkeer hebben recht op een fietsvergoeding. Het wettelijk maximum ligt vast op 0,35 euro per kilometer. Momenteel is in de rechtspositieregeling van het personeel van het lokaal bestuur nog een vast bedrag opgenomen. Om te vermijden dat er in de toekomst bij een verhoging van het fiscaal vrijgesteld bedrag van de fietsvergoeding telkens opnieuw een wijziging aan de rechtspositieregeling moet worden voorgelegd, wordt voortaan verwezen naar "het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag" in plaats van naar een effectief bedrag.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om deze wijziging van de rechtspositieregeling goed te keuren.