Terug
Gepubliceerd op 02/09/2024

2024_CBS_03321 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspannings-, middenspannings- en gasnet in Brug-Zuid op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 12/08/2024 - 09:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem, burgemeester; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Philippe Verleyen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Kristof De Blaere; Johan Van den Kerchove, schepenen

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem, burgemeester
2024_CBS_03321 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspannings-, middenspannings- en gasnet in Brug-Zuid op verzoek van Fluvius 2024_CBS_03321 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspannings-, middenspannings- en gasnet in Brug-Zuid op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de aanvraag van 19 juli 2024 van Fluvius voor het uitbreiden van het laagspannings- middenspannings- en gasnet in Brug-Zuid;

Gelet op de ontwerpplannen met nrs. 6000036290_LS01_MS01_LD01 met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat over een afstand van 325 meter op openbaar domein wordt gewerkt;

Overwegende dat er toestemming moet verkregen zijn van De Vlaamse Waterweg om de werken in Brug-Zuid uit te voeren;

Overwegende dat voor het kruisen van Brug-Zuid gebruik wordt gemaakt van een wachtbuis onder de rijweg; dat de rijweg in geen geval mag opgebroken worden; 

Overwegende dat er afspraken moeten gemaakt worden tussen de uitvoerder van de werken en de bedrijven gelegen langs het tracé van de werken om de hinder voor deze bedrijven te beperken tot een minimum;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de aanvraag en de ontwerpplannen met nrs. 6000036290_LS01_MS01_LD01 van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor het uitbreiden van het distributienet in Brug-Zuid, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • Vooraleer deze werken starten moet er toestemming van de Vlaamse Waterweg ontvangen zijn.
  • Er moeten goede afspraken worden gemaakt met de bedrijven gevestigd in Brug-Zuid alsook met de bedrijven die impact ondervinden door deze werken.
  • De wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname. Deze dient 15 werkdagen voor de start van de werken aangevraagd te worden zoals terug te vinden in het regelement over de private ingebruikname van het openbaar domein.
  • Er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • De aanpalende bewoners en bedrijven dienen door de aanvrager minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt. Het lokaal bestuur wenst een digitale kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • Voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving digitaal of in 3 papieren exemplaren bezorgd te worden aan het lokaal bestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • De leidingen worden in de zijberm aangelegd. De rijweg wordt maximaal gevrijwaard en kan onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen. 
  • Opbraak van de rijweg in kws-verharding in langsrichting is in geen geval toegelaten. Indien de aanleg van de leidingen in de zijberm technisch onhaalbaar blijkt, dient er contact opgenomen te worden met het lokaal bestuur.
  • Indien opritten op openbaar domein aangelegd zijn met materialen waarvan het lokaal bestuur van mening is dat deze niet in oorspronkelijke staat hersteld kan worden wordt een onderboring van de oprit opgelegd. De aangestelde aannemer kan op dezelfde manier oordelen om tot onderboring over te gaan.
  • Voor opritten in asfaltverharding gelden onderstaande voorwaarden:
  • De verharding wordt rechtlijnig ingesneden op volle dikte door middel van een zaagsnede.
  • Aanvullingen, onderfundering en fundering worden aangebracht conform SB 250 rekening houdend met de minimale draagkracht.
  • Een goede aansluiting met de bestaande asfaltverharding van de oprit en de rijweg is vereist, er wordt steeds een voegband geplaatst om deze naden kwalitatief af te werken.
  • Het asfaltmengsel voor sleufherstel is AB-4C.
  • De toplaag van de oprit wordt zo vlak mogelijk hersteld en machinaal verdicht, minimaal om de 6 centimeter.
  • Aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen, opritten en in voetpaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • Aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • De opgebroken opritten en voetpaden in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren. Het bestaand legverband wordt gevolgd. De klinkers, betontegels en kasseien worden met voegmortel of split terug ingevoegd.
  • Bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • Bij alle grondverzet wordt gewerkt volgens de regels (zoals beschreven in het Standaardbestek 250 hoofdstuk 4) zodat nieuwe besmetting met invasieve exoten ten allen tijde wordt vermeden. Bij het vaststellen van nieuwe besmettingshaarden in het jaar na de werkzaamheden zal de aannemer worden opgelegd om de grond op die locatie uit te halen, af te voeren naar een erkende stortplaats en te voorzien van nieuwe, onbesmette grond. 
  • Resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm, voetpadzone en opritten dienen aan het lokaal bestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • De nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering en ingebuisde grachten. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het lokaal bestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • Na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • Het lokaal bestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.