Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_01696 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspanningsnet ten gevolge van een klantvraag in de Urselseweg 213 op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/04/2024 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem, burgemeester; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem, burgemeester
2024_CBS_01696 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspanningsnet ten gevolge van een klantvraag in de Urselseweg 213 op verzoek van Fluvius 2024_CBS_01696 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het laagspanningsnet ten gevolge van een klantvraag in de Urselseweg 213 op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de aanvraag van 29 maart 2024 van Fluvius voor het uitbreiden van het laagspanningsnet ten gevolge van een klantvraag in de Urselseweg 213;

Gelet op het ontwerpplan nr. 6000031324ALGEMEEN01 met aanduiding van de plaats van de werken;

Gelet op de goedkeuring van het Agentschap Wegen en Verkeer van de aanvraag voor het uitbreiden van het laagspanningsnet in de Urselseweg;

Overwegende dat voor het uitbreiden van het laagspanningsnet over een afstand van 270 meter op het openbaar domein wordt gewerkt; dat er 35 meter ondergronds net wordt ingegraven komende vanuit de cabine 4838 URSELSEWEG 2; dat het overige net bovengronds wordt vervangen vanaf netpaal 76 tot netpaal 70; dat hier geen graafwerken aan te pas komen;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de aanvraag en het ontwerpplan nr. 6000031324ALGEMEEN01 van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor het uitbreiden van het laagspanningsnet, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • De wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname. Deze dient 15 werkdagen voor de start van de werken aangevraagd te worden zoals terug te vinden in het regelement over de private ingebruikname van het openbaar domein.
  • De voorwaarden opgelegd door het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt te worden gevolgd.
  • Er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • De aanpalende bewoners en bedrijven dienen door de aanvrager minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt. Het lokaal bestuur wenst een digitale kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • Voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving digitaal of in 3 papieren exemplaren bezorgd te worden aan het lokaal bestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • De leidingen worden in de berm aangelegd. De rijweg wordt maximaal gevrijwaard en kan onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen.
  • Aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen, opritten en in voetpaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • Aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • De opgebroken opritten en fietspaden in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren (nieuwe exemplaren vooraf ter goedkeuring voorleggen). Het bestaand legverband wordt gevolgd. De klinkers en betontegels dienen meermaals te worden ingezand. Kasseien worden met voegmortel of split terug ingevoegd.
  • Bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • Bij alle grondverzet wordt gewerkt volgens de regels (zoals beschreven in het Standaardbestek 250 hoofdstuk 4) zodat nieuwe besmetting met invasieve exoten ten allen tijde wordt vermeden. Bij het vaststellen van nieuwe besmettingshaarden in het jaar na de werkzaamheden zal de aannemer worden opgelegd om de grond op die locatie uit te halen, af te voeren naar een erkende stortplaats en te voorzien van nieuwe, onbesmette grond. 
  • Resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm, voetpadzone en opritten dienen op vraag van het lokaal bestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • Voor het geval werken in het fietspad in betonverharding niet vermeden kunnen worden, gelden volgende richtlijnen:
  • Het fietspad over de volledige lengte van het vak  uitbreken en herstellen tot aan een bestaande voeg (desgevallend over een lengte van 4 – 5 meter)
  • Opbraak over volledige breedte van het fietspad.
  • Fundering minimaal conform bestaande.
  • Aansluiting op bestaand beton wordt behandeld als dwarse werkvoeg (inclusief voegvulling).
  • Kleur en markeringen idem bestaande fietspad.
  • De nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering en ingebuisde grachten. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het lokaal bestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • Indien werken uitgevoerd worden ter hoogte van aanwezige bomen dienen volgende algemene voorwaarden te worden gerespecteerd, dit zonder afbreuk te doen aan de specifieke richtlijnen die opgelegd kunnen worden door de boomdeskundige:
  • Afbakenen van een ‘beschermingszone’ ter hoogte van de bomen. De beschermingszone moet het wortelgestel beschermen tegen beschadiging. De grootte van de beschermingszone wordt als volgt bepaald: de kroonprojectie + 2,5 meter buiten de kroonprojectie.
  • Binnen de beschermingszone mag er geen bodemverstoring of bodemverdichting zijn, geen ophoging of afgraving van de grond, geen opslag van materiaal, geen afval of puin storten, noch op de grond, noch in een container, geen toegang voor voertuigen of parking, geen tijdelijke gebouwen of werfketen, geen vuurtjes, alle ondergrondse leidingen omleiden buiten de beschermingszone, veranderingen in oppervlakkige waterafvoer in of uit de beschermingszone vermijden, geen waterhoeveelheden groter dan 100 liter uitgieten in de buurt van de bomen (bv spoelwater), solventen niet uitgieten in de buurt van de bomen, veranderingen in drainage zo ontwerpen dat de natuurlijke waterhuishouding binnen de beschermingszone zoveel mogelijk bewaard blijft, het zwenkbereik van torenkranen aanpassen zodat de boomkroon niet kan geraakt worden, ook niet door doorhangende kabels.
  • Verplicht gebruik van perstechniek in de omgeving van de stam (= zone tot 2,5 m van de stam verwijderd), geen open sleuven. Het persen of boren gebeurt recht onder de boomstam om zo het minst wortels te beschadigen. De leidingen en kabels onder de boom moeten minstens 1 m diep gelegd worden.
  • Machinaal grondverzet is verboden; binnen de beschermingszone van de boom (= 2 m tot buiten de kroonprojectie) wordt handmatig een sleuf gegraven, hierbij worden alle wortels met handgereedschap afgezaagd. De wortels worden dwars doorgezaagd met een scherpe handsnoeizaag. De verdere afgraving weg van de boom kan met zwaar materiaal, zonder extra wortelschade voor de boom. Wortels worden zoveel mogelijk behouden en er worden geen wortels dikker dan 5 cm weggenomen.
  • Om de wortels te beschermen tegen uitdroging, wordt het blootgelegd bodemprofiel zo vlug mogelijk afgewerkt met aarde.
  • De uitvoering van de werken dient omzichtig te gebeuren opdat er geen schade wordt aangebracht aan het bovengronds gedeelte van de boom (stam, takken). Bij accidentele schade dient het lokaal bestuur ingelicht te worden, dat zal bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden.
  • De bermen dienen in hun oorspronkelijke staat te worden hersteld.
  • Alle afwijkingen moeten goedgekeurd worden door het lokaal bestuur.
  • Na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • Het lokaal bestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.