Gelet op de wet houdende diverse bepalingen van 22 december 2023;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 december 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van het personeel van het lokaal bestuur;
Overwegende dat het fiscaal vrijgesteld bedrag voor de fietsvergoeding verhoogd is door de federale wetgever;
Overwegende dat de fietsvergoeding in het kader van woon-werkverkeer een recht is; dat de besturen zelf het bedrag van de fietsvergoeding kunnen bepalen tussen 0,15 euro en het bedrag dat op grond van de fiscale wetgeving en de socialezekerheidswetgeving fiscaal en sociaalrechtelijk vrijgesteld is van belasting en sociale bijdragen; dat vanaf 1 januari 2024 het bedrag van 0,35 euro fiscaal is vrijgesteld; dat een jaarlijks plafond wordt ingevoerd van 2.500 euro; dat fietsvergoedingen boven dit plafond wel aan belastingen en rsz onderworpen worden;
Overwegende dat in de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur momenteel 0,20 euro is opgenomen als fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer; dat dit bedrag niet is aangepast aan het wettelijk fiscaal vrijgestelde bedrag;
Overwegende dat het opportuun is om het bedrag van de fietsvergoeding automatisch de evolutie van het fiscaal vrijgesteld bedrag te laten volgen zodat niet telkenmale apart hierover moet beslist worden;
Overwegende dat wordt voorgesteld om artikel 240 van de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur als volgt aan te passen:
Het personeelslid ontvangt een maandelijkse fietsvergoeding van 20 cent per afgelegde kilometer wanneer hij de afstand van en naar het werk volledig of gedeeltelijk aflegt met de fiets. Het personeelslid
ontvangt een maandelijkse fietsvergoeding per afgelegde kilometer wanneer hij de afstand van en
naar het werk volledig of gedeeltelijk aflegt met de fiets. Het bedrag is gelijk aan het maximaal
bedrag dat op grond van de fiscale wetgeving en socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van
belasting en sociale bijdragen.
De afgelegde kilometers worden per dag afgerond tot op 100 meter.
Om in aanmerking te komen voor een fietsvergoeding legt het personeelslid minimum 5 dagen per maand het woon-werk traject af per fiets;
Overwegende dat dit voorstel moet voorgelegd worden aan de representatieve vakbonden;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;
Principieel akkoord te gaan met de wijziging van de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur met betrekking tot de fietsvergoeding voor het woon-werk verkeer.
Het voorstel tot wijziging van de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur voor te leggen aan de representatieve vakbonden.