Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de personeelsformatie;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de wijziging van de personeelsformatie;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 juli 2021 betreffende de wijziging van de personeelsformatie;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur de personeelsformatie niet langer oplegt als een verplicht instrument; dat de personeelsformatie (het kader dat de opsomming van het aantal en de soorten betrekkingen voor een lokaal bestuur bevat voor de uitvoering van het uitgetekende beleid) echter blijft gelden zolang de raad de personeelsformatie niet opheft of door iets anders vervangt;
Overwegende dat de huidige personeelsformaties louter een opsomming van de verschillende functies en het aantal beschikbare betrekkingen betreffen; dat dit een vrij vaststaand gegeven is dat bij elke geplande wijziging moet aangepast worden en naast de overige beleidsdocumenten bestaat; dat de BBC echter als doel een integrale aanpak heeft van organisatieontwikkeling en -beheersing; dat de BBC ineen zou moeten vloeien met projecten in het kader van beleidsplanning en -opvolging, strategische en projectwerking, dagdagelijkse werking, organisatiebeheersing, professionalisering van het personeelsbeleid, ...
Overwegende dat in functie van de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 de personeelsbehoefte voor de komende beleidsperiode al werd ingeschat en de financiële gevolgen daarvan werden opgenomen in het meerjarenplan; dat hiervan een jaarlijkse bijsturing gebeurt; dat gezien de doelstellingen van de BBC en de samenhang tussen de beleidskeuzes, de personeelsbehoefte en de budgetten het bijgevolg logisch is om de personeelsplanning hierin te integreren; dat hierdoor de personeelsbezetting, net als de realisatie van de beleidsdoelstellingen, beter wordt gemonitord; dat er bovendien meer flexibel kan ingespeeld worden op wijzigende behoeftes; dat er dan ook wordt voorgesteld om de personeelsformatie op te heffen en de personeelsplanning op te nemen als onderdeel van het meerjarenplan en de tussentijdse rapportering;
Overwegende dat de vaststelling van de personeelsformatie dient voorgelegd te worden aan de representatieve vakbonden; dat het voorstel om de personeelsformatie op te heffen ook aan de vakbonden dient voorgelegd te worden;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2019, artikel 184 §1, dat bepaalt dat het personeel in statutair of in contractueel dienstverband kan worden aangesteld;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, waarvan de bepalingen met betrekking tot de personeelsformatie opgeheven zijn met ingang van 18 maart 2023;
De opheffing van de personeelsformatie voor te leggen aan de representatieve vakbonden.