Punt 1 tot en met 7 werd hem meegedeeld door het vast bureau.
OPENBARE ZITTING
Overwegende dat de jaarrekening bestaat uit de beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting;
Overwegende dat een geïntegreerde jaarrekening dient opgemaakt te worden; dat in dat geval de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn eerst stemmen over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening; dat daarna de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt; dat daardoor de gemeenteraad de gezamenlijke jaarrekening van het gemeentebestuur en het OCMW definitief vaststelt en deze voor goedkeuring kan bezorgen aan de toezichthoudende overheid;
Gelet op artikel 78 §1 4° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn toevertrouwd: het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen deel 2 Titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2022 betreffende de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 16 september 2019 betreffende het vaststellen van de waarderingsregels;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 27 februari 2023 betreffende de overdrachten 2022;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 22 mei 2023 betreffende de jaarrekening 2022 (deel OCMW Aalter);
De jaarrekening 2022 (deel OCMW Aalter) vast te stellen.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;
Gelet op de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof;
Gelet op het arbeidsreglement van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 11 april 2022;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 15 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de rechtspositieregeling van de specifieke graden - aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde rijbewijs B;
Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel;
Overwegende dat artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden volgende bepaling bevat met betrekking tot het melden van ziekte:
"Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.";
Overwegende dat volgende bepaling is opgenomen in het arbeidsreglement: "Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Bij verzending geldt de poststempel als datum.";
Overwegende dat door de wet van 30 oktober 2022 de werknemer er driemaal per kalenderjaar niet toe gehouden is een geneeskundig getuigschrift voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid; dat hij in voorkomend geval meedeelt de werkgever onmiddellijk op welk adres hij zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met zijn gewoonlijke verblijfplaats die bij de werkgever gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt dat personeelsleden die hiervan willen gebruik maken hun cel, directeur en cel Personeel per mail verwittigen; dat in het tijdsregistratiesysteem zal opgevolgd worden of het personeelslid het maximum aantal dagen al bereikt heeft; dat deze werkwijze al intern kan toegepast worden aangezien de wetgeving al van kracht is; dat deze werkwijze bij een volgende aanpassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zal meegenomen worden;
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Overwegende dat in de rechtspositieregeling bij alle graden volgende aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde is opgenomen: indien noodzakelijk voor de uitoefening van de functie: in het bezit zijn van het rijbewijs categorie B; dat in de bijlagen van de rechtspositieregeling waar de aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden per functie zijn opgenomen, voor iedere functie de voorwaarde van een rijbewijs B is opgenomen;
Overwegende dat deze voorwaarde in het verleden is opgenomen gezien het uitgestrekte grondgebied en de noodzaak dat personeelsleden in verschillende locaties van het lokaal bestuur konden hun functie vervullen; dat er intussen er veel meer mogelijkheden zijn gekomen om zich op een vlotte manier te verplaatsen over grotere afstanden zonder noodzakelijk een wagen te moeten inschakelen; dat deze aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde dan ook belemmerend kan optreden voor potentiële kandidaten; dat er wordt voorgesteld om deze algemene voorwaarde te schrappen in de bijlagen van de rechtspositieregelingen en deze enkel nog als voorwaarde op te nemen als dit nodig is volgens de functiebeschrijving;
Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Overwegende dat het nieuwe besluit rechtspositieregeling in werking is getreden vanaf 18 maart 2023; dat van zodra het bestuur wijziging aanbrengt deze conform het nieuwe besluit rechtspositieregeling moeten zijn; dat het bestuur op dit moment geen integrale herziening van de rechtspositieregeling beoogt maar enkel de aangehaalde artikels;
Artikel 255 van de rechtspositieregeling OCMW-personeel gemeenschappelijke graden
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Artikel 260 van de rechtspositieregeling OCMW-personeel specifieke graden
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Het rijbewijs B als aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde in de bijlagen van de rechtspositieregelingen te schrappen. Rijbewijs B wordt enkel nog als aanwervings- of bevorderingsvoorwaarde opgenomen als dit nodig is volgens de functiebeschrijving.
Het vast bureau te belasten met de coördinatie van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden.
Deze wijziging gaat in vanaf 1 juli 2023.
Gelet op de wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid;
Gelet op de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof;
Gelet op het arbeidsreglement van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 11 april 2022;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel;
Overwegende dat door de wet van 30 oktober 2022 de werknemer er driemaal per kalenderjaar niet toe gehouden is een geneeskundig getuigschrift voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid; dat hij in voorkomend geval meedeelt de werkgever onmiddellijk op welk adres hij zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met zijn gewoonlijke verblijfplaats die bij de werkgever gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt dat personeelsleden die hiervan willen gebruik maken hun cel, directeur en cel Personeel per mail verwittigen; dat in het tijdsregistratiesysteem zal opgevolgd worden of het personeelslid het maximum aantal dagen al bereikt heeft; dat deze werkwijze al intern kan toegepast worden aangezien de wetgeving al van kracht is; dat deze werkwijze bij een volgende aanpassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zal meegenomen worden;
Overwegende dat voorgesteld wordt om titel 5.2 Ziekte of ongeval (geen arbeidsongeval) van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel te wijzigen als volgt:
Het personeelslid dient de cel Personeel en de verantwoordelijke van zijn/haar arbeidsongeschiktheid te verwittigen op de eerste werkdag vóór 9.00 uur of binnen het eerste uur na aanvang van de werkzaamheden. Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een volledig ingevuld geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Bij verzending geldt de poststempel als datum.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Indien men nalaat de verantwoordelijke of de cel Personeel te verwittigen, wordt deze afwezigheid beschouwd als onwettige afwezigheid en ontvangt men geen loon tot het moment waarop kennis wordt genomen van de ziekte.
De richtlijnen inzake verwittiging, inleveren van geneeskundig getuigschrift en controleverplichting gelden tevens voor elke verlenging van ziekteverlet, alsook in het geval van hervalling in dezelfde ziekte. Bij hervalling binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. In geen geval zal dit vermoeden teniet gedaan worden door een nieuw attest dat aan de werkgever voorgelegd zal worden na genezing;
Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Titel 5.2 ZIEKTE OF ONGEVAL (GEEN ARBEIDSONGEVAL) van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel:
Het personeelslid dient de cel Personeel en de verantwoordelijke van zijn/haar arbeidsongeschiktheid te verwittigen op de eerste werkdag vóór 9.00 uur of binnen het eerste uur na aanvang van de werkzaamheden. Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Bij verzending geldt de poststempel als datum.
Indien men nalaat de verantwoordelijke of de cel Personeel te verwittigen, wordt deze afwezigheid beschouwd als onwettige afwezigheid en ontvangt men geen loon tot het moment waarop kennis wordt genomen van de ziekte.
De richtlijnen inzake verwittiging, inleveren van geneeskundig getuigschrift en controleverplichting gelden tevens voor elke verlenging van ziekteverlet, alsook in het geval van hervalling in dezelfde ziekte. Bij hervalling binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. In geen geval zal dit vermoeden teniet gedaan worden door een nieuw attest dat aan de werkgever voorgelegd zal worden na genezing.
Te wijzigen als volgt:
Het personeelslid dient de cel Personeel en de verantwoordelijke van zijn/haar arbeidsongeschiktheid te verwittigen op de eerste werkdag vóór 9.00 uur of binnen het eerste uur na aanvang van de werkzaamheden. Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een volledig ingevuld geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Bij verzending geldt de poststempel als datum.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Indien men nalaat de verantwoordelijke of de cel Personeel te verwittigen, wordt deze afwezigheid beschouwd als onwettige afwezigheid en ontvangt men geen loon tot het moment waarop kennis wordt genomen van de ziekte.
De richtlijnen inzake verwittiging, inleveren van geneeskundig getuigschrift en controleverplichting gelden tevens voor elke verlenging van ziekteverlet, alsook in het geval van hervalling in dezelfde ziekte. Bij hervalling binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. In geen geval zal dit vermoeden teniet gedaan worden door een nieuw attest dat aan de werkgever voorgelegd zal worden na genezing.
Het vast bureau te belasten met de coördinatie van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel.
Deze wijziging gaat in vanaf 1 juli 2023.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;
Gelet op de rechtspositieregeling artikel 60 §7 zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 66 van de rechtspositieregeling artikel 60 §7 te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, zelfs vanaf 1 dag afwezigheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de verantwoordelijke van zijn tewerkstellingsplaats en de cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is;
Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
Overwegende dat het nieuwe besluit rechtspositieregeling in werking is getreden vanaf 18 maart 2023; dat van zodra het bestuur wijziging aanbrengt deze conform het nieuwe besluit rechtspositieregeling moeten zijn; dat het bestuur op dit moment geen integrale herziening van de rechtspositieregeling beoogt maar enkel de aangehaalde artikels;
Artikel 66 van de rechtspositieregeling artikel 60 §7
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, zelfs vanaf 1 dag afwezigheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, zelfs vanaf 1 dag afwezigheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de verantwoordelijke van zijn tewerkstellingsplaats en de cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Het vast bureau te belasten met de coördinatie van de rechtspositieregeling artikel 60 §7.
Deze wijziging gaat in vanaf 1 juli 2023.