Terug
Gepubliceerd op 16/06/2023

2023_RMW_00017 - Rechtspositieregeling gemeenschappelijke graden. Rechtspositieregeling specifieke graden. Wijziging. Goedkeuring.

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
ma 12/06/2023 - 20:00 *
Opgeheven
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).
Dit besluit werd opgeheven

Dit besluit werd door de raad voor maatschappelijk welzijn opgeheven op 18 december 2023.

Samenstelling

Aanwezig

Kris Ally, voorzitter; Pieter De Crem, voorzitter vast bureau; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden vast bureau; Magda Boone; Magda De Baets; Ann Depoortere; Hedeli Sassi; Sofie Vermeersch; Lesley De Neve; Marleen Van Wassenhove; Cindy Moerman; Michael Ally; Jesse De Meulenaere; Vic De Jaegher; Paul Beheyt; Mieke Vertriest; Peter Cornelis; Femke Deroo; Bart Dobbelaere, raadsleden; Luc Jolie, algemeen directeur; Peter Ponnet, korpschef

Afwezig

Luc De Meyer; Patrick Verwilst; Mieke Schauvliege; Steven Devliegere, raadsleden

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Kris Ally, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_RMW_00017 - Rechtspositieregeling gemeenschappelijke graden. Rechtspositieregeling specifieke graden. Wijziging. Goedkeuring.

Aanwezig

Kris Ally, Pieter De Crem, Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Johan Van den Kerchove, Magda Boone, Magda De Baets, Ann Depoortere, Hedeli Sassi, Sofie Vermeersch, Lesley De Neve, Marleen Van Wassenhove, Cindy Moerman, Michael Ally, Jesse De Meulenaere, Vic De Jaegher, Paul Beheyt, Mieke Vertriest, Peter Cornelis, Femke Deroo, Bart Dobbelaere, Luc Jolie, Peter Ponnet
Stemmen voor 25
Philippe Verleyen, Johan Van den Kerchove, Herlinde Trenson, Paul Beheyt, Magda Boone, Hedeli Sassi, Sofie Vermeersch, Mieke Vertriest, Michael Ally, Magda De Baets, Vic De Jaegher, Jesse De Meulenaere, Lesley De Neve, Ann Depoortere, Cindy Moerman, Peter Cornelis, Pieter De Crem, Dirk De Smul, Patrick Hoste, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Marleen Van Wassenhove, Femke Deroo, Bart Dobbelaere, Kris Ally
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_RMW_00017 - Rechtspositieregeling gemeenschappelijke graden. Rechtspositieregeling specifieke graden. Wijziging. Goedkeuring. 2023_RMW_00017 - Rechtspositieregeling gemeenschappelijke graden. Rechtspositieregeling specifieke graden. Wijziging. Goedkeuring.

Motivering

Motivering

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen; 

Gelet op de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof; 

Gelet op het arbeidsreglement van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 11 april 2022; 

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag; 

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 15 mei 2023 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de rechtspositieregeling van de specifieke graden - aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde rijbewijs B;

Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel; 

Overwegende dat artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden volgende bepaling bevat met betrekking tot het melden van ziekte: 

"Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.";

Overwegende dat volgende bepaling is opgenomen in het arbeidsreglement: "Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Bij verzending geldt de poststempel als datum.";

Overwegende dat door de wet van 30 oktober 2022 de werknemer er driemaal per kalenderjaar niet toe gehouden is een geneeskundig getuigschrift voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid; dat hij in voorkomend geval meedeelt de werkgever onmiddellijk op welk adres hij zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met zijn gewoonlijke verblijfplaats die bij de werkgever gekend is; 

Overwegende dat voorgesteld wordt dat personeelsleden die hiervan willen gebruik maken hun cel, directeur en cel Personeel per mail verwittigen; dat in het tijdsregistratiesysteem zal opgevolgd worden of het personeelslid het maximum aantal dagen al bereikt heeft; dat deze werkwijze al intern kan toegepast worden aangezien de wetgeving al van kracht is; dat deze werkwijze bij een volgende aanpassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zal meegenomen worden; 

Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is; 

Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

 Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

 Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.

Overwegende dat in de rechtspositieregeling bij alle graden volgende aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde is opgenomen: indien noodzakelijk voor de uitoefening van de functie: in het bezit zijn van het rijbewijs categorie B; dat in de bijlagen van de rechtspositieregeling waar de aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden per functie zijn opgenomen, voor iedere functie de voorwaarde van een rijbewijs B is opgenomen; 

Overwegende dat deze voorwaarde in het verleden is opgenomen gezien het uitgestrekte grondgebied en de noodzaak dat personeelsleden in verschillende locaties van het lokaal bestuur konden hun functie vervullen; dat er intussen er veel meer mogelijkheden zijn gekomen om zich op een vlotte manier te verplaatsen over grotere afstanden zonder noodzakelijk een wagen te moeten inschakelen; dat deze aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde dan ook belemmerend kan optreden voor potentiële kandidaten; dat er wordt voorgesteld om deze algemene voorwaarde te schrappen in de bijlagen van de rechtspositieregelingen en deze enkel nog als voorwaarde op te nemen als dit nodig is volgens de functiebeschrijving;

Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;

Overwegende dat het nieuwe besluit rechtspositieregeling in werking is getreden vanaf 18 maart 2023; dat van zodra het bestuur wijziging aanbrengt deze conform het nieuwe besluit rechtspositieregeling moeten zijn; dat het bestuur op dit moment geen integrale herziening van de rechtspositieregeling beoogt maar enkel de aangehaalde artikels; 

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 77 van het decreet lokaal bestuur: de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan</p>

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

Artikel 255 van de rechtspositieregeling OCMW-personeel gemeenschappelijke graden 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.

Artikel 2

Artikel 260 van de rechtspositieregeling OCMW-personeel specifieke graden 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.

Artikel 3

Het rijbewijs B als aanwervings- en bevorderingsvoorwaarde in de bijlagen van de rechtspositieregelingen te schrappen. Rijbewijs B wordt enkel nog als aanwervings- of bevorderingsvoorwaarde opgenomen als dit nodig is volgens de functiebeschrijving.

Artikel 4

Het vast bureau te belasten met de coördinatie van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden. 

Artikel 5

Deze wijziging gaat in vanaf 1 juli 2023.