Gelet op het decreet van 20 november 2013 betreffende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, hoofdstuk 3, artikel 7 dat bepaalt dat een Huis van het Kind een lokaal samenwerkingsverband is tussen actoren op vlak van preventieve gezinsondersteuning;
Gelet op het decreet van 20 november 2013 betreffende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, hoofdstuk 3, artikel 8 dat stelt dat een Huis van het Kind minimaal inzet op preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en activiteiten met als doel om ontmoeting en sociale cohesie te bevorderen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2022 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2023/1 2020-2025 van het lokaal bestuur;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 28 mei 2019 betreffende de oprichting van Huis van het Kind Aalter;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van het prefusiebestuur Aalter van 8 augustus 2018 houdende de goedkeuring van de aanvraag voor de projectoproep 'Gezinsarmoede effectief en efficiënt bestrijden;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van het prefusiebestuur Knesselare van 23 augustus 2018 houdende de goedkeuring van de aanvraag voor de projectoproep 'Gezinsarmoede effectief en efficiënt bestrijden';
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 3 juni 2019 betreffende het plan van aanpak voor het project 'elk kind telt: investeren in de toekomst';
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 30 januari 2023 betreffende de principiële goedkeuring voor de organisatie van activiteiten in het kader van project MIRIAM;
Overwegende dat het bestuur aan de externe subsidieverlener correct wil rapporteren en verantwoorden, conform de gestelde criteria zoals opgenomen in DS377;
Overwegende dat het bestuur op die manier invulling geeft aan artikel 217 van het decreet lokaal bestuur; om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt;
Overwegende dat de uitbouw van een Huis van het Kind is opgenomen in het meerjarenplan 2023/1 2020-2025 onder AP0501_010 Aalter zet in op de uitbouw van een netwerk Huis van het Kind;
Overwegende dat het project 'Elk kind telt' in samenwerking met Welzijnsband Meetjesland is opgenomen in het meerjarenplan 2023/1 2020-2025 onder AP0501_010;
Overwegende dat het project MIRIAM een project is dat zich richt op alleenstaande moeders in armoede; dat de alleenstaande moeders intensief en individueel worden opgevolgd; dat er ook een collectief groepsaanbod wordt georganiseerd; dat hiervoor een casemanager werd aangesteld, een maatschappelijk werker die zich toespitst op de begeleiding van deze groep moeders; dat er een subsidiebedrag verkregen wordt à rato van het aantal te begeleiden groepen; dat het gaat over een bedrag van 57.500 euro; dat een klein OCMW maximum 2 groepen kan begeleiden; dat deze middelen kunnen worden ingezet voor personeelskost en werkingsmiddelen; dat er een project werd ingediend voor 3 jaar; dat er tijdens het eerste projectjaar geen cofinanciering gevraagd wordt; dat tijdens het 2de en 3de projectjaar een cofinanciering van 25 procent wordt gevraagd; dat dit neerkomt op een bedrag van 14.375 euro per jaar; dat dit gedekt kan worden met de inbreng van reeds bestaande personeelsleden;
Overwegende dat er in Aalter één moedergroep is opgestart; dat een groep tussen de 12 en 15 moeders telt; dat deze werking kan worden ingebed binnen het OCMW, waarbij een sterke samenwerking is met Huis van het Kind Aalter en het project 'Elk kind telt'; dat met de verkregen projectmiddelen een voltijds casemanager werd aangeworven; dat de cofinanciering kan worden opgenomen door de personeelskost van een reeds bestaand personeelslid in te brengen;
Overwegende dat Huis van het Kind Aalter merkt dat een bepaalde groep moeders extra ondersteuning nodig heeft op vlak van opvoeding, vooral voor moeders die er alleen voor staan en die geconfronteerd worden met puberende kinderen, hun vraag naar vrijheid, het stellen van grenzen; dat dit een belangrijk impact heeft op de ontwikkeling van de jongeren maar ook op financieel vlak; dat de idee is om de moedergroep te richten op alleenstaande moeders met tienerkinderen; dat de verschillende werkingen op die manier een link leggen, ter versterking van moeder en kind;
Overwegende dat de casemanager van het project MIRIAM voltijds is aangesteld;
Overwegende dat er een planning werd opgemaakt met nieuwe groepsactiviteiten voor het Project MIRIAM; dat er gewerkt wordt rond verschillende thema's; dat er verschillende uitstappen zullen georganiseerd worden met de kinderen;
Overwegende dat er voor de activiteiten zo veel mogelijk gebruik zal gemaakt worden van het gratis aanbod van Huis van het Kind en zijn partners;
Overwegende dat er voor de activiteiten zo veel mogelijk gebruik zal gemaakt worden van de bestaande raamcontracten;
Overwegende dat er voor de werking van project Miriam een gsm-toestel en abonnement moet voorzien worden;
Overwegende dat bij de opstart van het project de telefoon van het buddyproject werd overgenomen, dat de buddywerking in maart 2023 opnieuw werd opgestart;
Overwegende dat de aankoop van een GSM niet kan ingebracht worden in het subsidiedossier aangezien deze aankoop aanzien wordt als een investering door de POD en de investeringskosten niet ingebracht kunnen worden in de subsidie;
Overwegende dat geen krediet voorzien werd voor de aankoop van een GSM, dat hiervoor krediet kan verschoven worden van de exploitatiekredieten van “ACT-1667: Organiseren van 'Wijk-a-Kar' om de cohesie in de buurtwijken te versterken.”, aangezien deze actie ook in 2023 niet in uitvoering zal gebracht worden;
Overwegende dat de abonnementskost wel kan ingebracht worden in het subsidiedossier als werkingskost;
Principieel akkoord te gaan met de aankoop van een nieuw gsm-toestel en abonnement voor de werking van project Miriam.
Bij de uitvoering van het project MIRIAM wordt steeds het “proces 165. Externe subsidiëring: onderzoek - aanvraag - opvolging – verantwoording“ door alle projectleden toegepast.