Artikel 89 van het decreet over het lokaal bestuur: De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het vast bureau;
Het verslag van 24 april 2023 goed te keuren, te bezorgen aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en - mits anonimisering - te publiceren op de gemeentelijke website.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 50 en 83 die bepalen dat het vast bureau zo dikwijls vergadert als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen;
Gelet op de beslissing van het vast bureau op 24 oktober 2022 betreffende de planning van de zittingen van het vast bureau en van de raad voor maatschappelijk welzijn in 2023;
Gelet op het voorstel van kalender:
Maandag 8 mei 2023 - vast bureau & raad voor maatschappelijk welzijn
Maandag 15 mei 2023 - vast bureau
Maandag 22 mei 2023 - vast bureau
Maandag 29 mei 2023 - geen vast bureau
Maandag 5 juni 2023 - vast bureau;
De kalender goed te keuren.
Gelet op de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof;
Gelet op het arbeidsreglement van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 11 april 2022;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag;
Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
Overwegende dat artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden volgende bepaling bevat met betrekking tot het melden van ziekte:
"Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.";
Overwegende dat volgende bepaling is opgenomen in het arbeidsreglement: "Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Bij verzending geldt de poststempel als datum.";
Overwegende dat door de wet van 30 oktober 2022 de werknemer er driemaal per kalenderjaar niet toe gehouden is een geneeskundig getuigschrift voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid; dat hij in voorkomend geval meedeelt de werkgever onmiddellijk op welk adres hij zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met zijn gewoonlijke verblijfplaats die bij de werkgever gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt dat personeelsleden die hiervan willen gebruik maken hun cel, directeur en cel Personeel per mail verwittigen; dat in het tijdsregistratiesysteem zal opgevolgd worden of het personeelslid het maximum aantal dagen al bereikt heeft; dat deze werkwijze al intern kan toegepast worden aangezien de wetgeving al van kracht is; dat deze werkwijze bij een volgende aanpassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zal meegenomen worden;
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 66 van de rechtspositieregeling artikel 60 §7 te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, zelfs vanaf 1 dag afwezigheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de verantwoordelijke van zijn tewerkstellingsplaats en de cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is;
Overwegende dat voorgesteld wordt om titel 5.2 Ziekte of ongeval (geen arbeidsongeval) van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel te wijzigen als volgt:
Het personeelslid dient de cel Personeel en de verantwoordelijke van zijn/haar arbeidsongeschiktheid te verwittigen op de eerste werkdag vóór 9.00 uur of binnen het eerste uur na aanvang van de werkzaamheden. Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een volledig ingevuld geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Bij verzending geldt de poststempel als datum.
Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel.
Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.
Indien men nalaat de verantwoordelijke of de cel Personeel te verwittigen, wordt deze afwezigheid beschouwd als onwettige afwezigheid en ontvangt men geen loon tot het moment waarop kennis wordt genomen van de ziekte.
De richtlijnen inzake verwittiging, inleveren van geneeskundig getuigschrift en controleverplichting gelden tevens voor elke verlenging van ziekteverlet, alsook in het geval van hervalling in dezelfde ziekte. Bij hervalling binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. In geen geval zal dit vermoeden teniet gedaan worden door een nieuw attest dat aan de werkgever voorgelegd zal worden na genezing;
Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;
De voorgestelde wijzigingen van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 mei 2019 betreffende het definitief vaststellen van de definiëring van het dagelijks personeelsbeheer;
Gelet op de beslissingen genomen door de algemeen directeur aangaande het dagelijks personeelsbeheer;
Overwegende dat het vast bureau ter zitting geïnformeerd werd over deze beslissingen door de algemeen directeur;
De rapportering goed te keuren.
Gelet op de goedkeuringslijst van de aanrekeningen 2023 L123 tot en met 2023 L139 en 2023 L 151;
Gelet op artikel 177 1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019, dat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, alle uitgaven inzake exploitatiekosten tot een bedrag gelijk aan de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - klassieke sectoren;
Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2022 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2023/1 2020-2025;
De goedkeuringslijsten van de aanrekeningen goed te keuren.
Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019, dat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, alle uitgaven inzake exploitatiekosten tot een bedrag gelijk aan de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - klassieke sectoren;
Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2022 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2023/1 2020-2025;
Overwegende dat het vast bureau bevoegd is voor:
- het financiële beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn;
- het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten;
Overwegende de opgemaakte bestelbonnen BB/O/2023/90 - BB/O/2023/93;
De bestelbonnen goed te keuren.