Terug
Gepubliceerd op 22/05/2023

2023_VB_00155 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel

Vast Bureau
ma 08/05/2023 - 17:30 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Pieter De Crem, voorzitter

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur
2023_VB_00155 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel 2023_VB_00155 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel

Motivering

Motivering

Gelet op de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en de specifieke graden van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2022, met betrekking tot het ziekteverlof; 

Gelet op het arbeidsreglement van het OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 11 april 2022; 

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 februari 2023 betreffende het melden van ziekte voor één dag; 

Gelet op het verslag van het onderhandelingscomité op 27 maart 2023 betreffende de wijziging van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; 

Overwegende dat artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden en artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden volgende bepaling bevat met betrekking tot het melden van ziekte: 

"Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.";

Overwegende dat volgende bepaling is opgenomen in het arbeidsreglement: "Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Bij verzending geldt de poststempel als datum.";

Overwegende dat door de wet van 30 oktober 2022 de werknemer er driemaal per kalenderjaar niet toe gehouden is een geneeskundig getuigschrift voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid; dat hij in voorkomend geval meedeelt de werkgever onmiddellijk op welk adres hij zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met zijn gewoonlijke verblijfplaats die bij de werkgever gekend is; 

Overwegende dat voorgesteld wordt dat personeelsleden die hiervan willen gebruik maken hun cel, directeur en cel Personeel per mail verwittigen; dat in het tijdsregistratiesysteem zal opgevolgd worden of het personeelslid het maximum aantal dagen al bereikt heeft; dat deze werkwijze al intern kan toegepast worden aangezien de wetgeving al van kracht is; dat deze werkwijze bij een volgende aanpassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling en het arbeidsreglement zal meegenomen worden; 

Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 255 van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is; 

Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 260 van de rechtspositieregeling van de specifieke graden te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

 Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

 Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.

Overwegende dat voorgesteld wordt om artikel 66 van de rechtspositieregeling artikel 60 §7 te wijzigen als volgt:
Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, zelfs vanaf 1 dag afwezigheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten.

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de verantwoordelijke van zijn tewerkstellingsplaats en de cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is;

Overwegende dat voorgesteld wordt om titel 5.2 Ziekte of ongeval (geen arbeidsongeval) van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel te wijzigen als volgt: 

Het personeelslid dient de cel Personeel en de verantwoordelijke van zijn/haar arbeidsongeschiktheid te verwittigen op de eerste werkdag vóór 9.00 uur of binnen het eerste uur na aanvang van de werkzaamheden. Elke afwezigheid, ook van één dag, moet binnen de twee werkdagen bij de cel Personeel worden gestaafd door een volledig ingevuld geneeskundig attest. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een volledig ingevuld geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Bij verzending geldt de poststempel als datum. 

Maximaal driemaal per kalenderjaar is er geen geneeskundig attest nodig voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Bij afwezigheid wegens ziekte zonder attest van arbeidsongeschiktheid blijft de verwittigingsplicht bestaan. Deze afwezigheid wordt ook via e-mail bevestigd aan de betrokken cel, directeur en cel Personeel. 

Het personeelslid deelt onmiddellijk ook mee op welk adres het zal verblijven tijdens deze eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij dit adres overeenstemt met de gewoonlijke verblijfplaats die bij het bestuur gekend is.

Indien men nalaat de verantwoordelijke of de cel Personeel te verwittigen, wordt deze afwezigheid beschouwd als onwettige afwezigheid en ontvangt men geen loon tot het moment waarop kennis wordt genomen van de ziekte. 

De richtlijnen inzake verwittiging, inleveren van geneeskundig getuigschrift en controleverplichting gelden tevens voor elke verlenging van ziekteverlet, alsook in het geval van hervalling in dezelfde ziekte. Bij hervalling binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. In geen geval zal dit vermoeden teniet gedaan worden door een nieuw attest dat aan de werkgever voorgelegd zal worden na genezing;

Overwegende dat de representatieve vakorganisaties akkoord gingen met de voorgestelde wijziging van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 84 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor. Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit</p>
Artikel 84 §3 2° van het decreet lokaal bestuur
artikel 84 &sect;3 2&deg; van het decreet lokaal bestuur: Het vast bureau is bevoegd voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, onder voorbehoud van de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 78, tweede lid, 7&deg;, en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de raad voor maatschappelijk welzijn is opgedragen

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

De voorgestelde wijzigingen van de rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden, de rechtspositieregeling van de specifieke graden, de rechtspositieregeling artikel 60 §7 en het arbeidsreglement van het OCMW-personeel voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.