2023_CBS_01464 - Collegebeslissing betreffende de selectie en arbeidsformules in de Buitenschoolse kinderopvang

Gelet op het Zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA6) van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren;

Gelet op de goedkeuring van 24 november 2021 door het Comité C1 van de IFIC protocollen;

Gelet op de brief van minister Somers van 22 december 2021 waarin wordt verduidelijkt dat de protocollen op 1 januari 2022 in werking treden en dat de lokale besturen moeten toezien op de uitvoering ervan, ook al zijn de rechtspositiebesluiten nog niet aangepast;

Gelet op de collegebeslissing van 28 juni 2021 betreffende de risicoanalyse psychosociale risico's;

Gelet op de collegebeslissing van 7 februari 2022 betreffende de resultaten en het vervolgtraject van de risicoanalyse psychosociale risico's; 

Gelet op de collegebeslissing van 14 februari 2022 betreffende het uitvoeren van het VIA-6 akkoord, de voorafnames van de IFIC loonschalen in de kinderopvang;

Gelet op de collegebeslissing van 28 maart 2022 betreffende instap op de voorafnames van de IFIC loonschalen in de kinderopvang, uitvoering VIA-6 akkoord;

Gelet op de collegebeslissing van 15 juni 2022 betreffende de instap op de voorafnames van de IFIC loonschalen in de kinderopvang, uitvoering VIA-6 akkoord;

Gelet op het feit dat de cel Jeugdwerk en welzijn - luik Buitenschoolse kinderopvang geconfronteerd wordt met een verhoogd aantal afwezigheden wegens arbeidsongeschiktheid; dat niet alle functies van kinderbegeleid(st)er zijn ingevuld; dat begeleider kinderopvang opgenomen is in de knelpuntenberoepenlijst van de VDAB;

Overwegende dat de VDAB volgende mogelijke oorzaken van het knelpunt aanduidt: 

• kwantitatief: er zijn te weinig werkzoekenden beschikbaar op de arbeidsmarkt
• kwalitatief: er zijn werkzoekenden op de arbeidsmarkt die zich aanbieden, maar ze voldoen niet omwille van bijvoorbeeld gebrek aan (de juiste) ervaring, slechte aansluiting onderwijs-werkvloer,...
• specifieke arbeidsomstandigheden: werkzoekenden stellen zich niet beschikbaar voor vacatures omwille van de specifieke arbeidsomstandigheden

Overwegende dat voor verloopintenties bij kinderbegeleid(st)ers volgende redenen werden aangegeven: 

• onzekerheid door mogelijke gevolgen voor de eigen tewerkstelling door BOA-decreet
• jobinvulling: door de afwezigheid van andere begeleid(st)ers kan men de job niet meer goed kwalitatief uitvoeren 
• verhoogde werkdruk door de afwezigheid van andere begeleid(st)ers 
• minder aantrekkelijke uurregeling (deeltijdse contracten en verschillende shifts)

Overwegende dat door de invoering van de IFIC-weddeschalen een loonsverhoging is gerealiseerd; dat de IFIC-weddeschaal overeenkomt met de vroegere weddeschaal van een kinderverzorgster (C1-C2); dat het aspect 'loon' niet zozeer naar voor kwam als knelpunt; 

Overwegende dat een aantal maatregelen kunnen genomen worden om de mogelijke instroom in de Buitenschoolse kinderopvang te verhogen en de functie aantrekkelijker te maken zowel voor bestaande als nieuwe medewerkers; 

Overwegende dat duaal leren vanaf 1 september 2019 verankerd is in de regelgeving van het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs (OV3 en OV4) en kan aangeboden worden door secundaire scholen, scholen voor buitengewoon secundair onderwijs, centra voor deeltijds onderwijs en Syntra-lesplaatsen; dat vanaf september 2022 ook cursisten van het volwassenenonderwijs een duale opleiding kunnen volgen in het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO); dat duaal leren een geïntegreerd opleidingstraject is van algemene vorming, beroepsgerichte vorming en werkervaring; dat de leerling, cursist of student het leren op school combineert met het leren in een onderneming; 

Overwegende dat er momenteel bij het gemeentebestuur 1 traject van duaal leren is opgestart binnen de Buitenschoolse kinderopvang; dat dit positief wordt ervaren; dat er actief meer kan ingezet worden op deze formule om enerzijds bijkomende capaciteit te voorzien in de Buitenschoolse kinderopvang en anderzijds toekomstige instroom te genereren; dat hiervoor contact kan opgenomen worden met de scholen in Aalter en buurgemeenten die passende opleidingen aanbieden;  

Overwegende dat daarnaast een bevraging gebeurt bij de kinderbegeleid(st)ers wie interesse heeft in een bijkomende aanstelling;

Overwegende dat het creëren van loopbaanmogelijkheden de functie van kinderbegeleid(st)er aantrekkelijker kan maken; dat volgende opties bestaan: 

• een verandering van jobinhoud: verandering van takenpakket of veranderingen binnen het takenpakket
• een verandering van de arbeidsvoorwaarden: andere/meer uren

Overwegende dat een proefproject kan opgestart worden om de functie van kinderbegeleid(st)er aantrekkelijker te maken; dat momenteel reeds een aantal kinderbegeleid(st)ers een bijkomende aanstelling heeft voor het poetsen van de opvang; dat dit ervoor zorgt dat een meer aaneengesloten urenpakket en een uitbreiding op de deeltijdse aanstelling mogelijk is;

Overwegende dat het gemeentebestuur al eerder de functie van redder heeft gecombineerd met de functie van baliemedewerker om een meer zinvolle en werkbare job te kunnen aanbieden; dat ditzelfde principe kan toegepast worden; dat de functie van kinderbegeleid(st)er kan gecombineerd worden met een uitbreiding van uren voor het poetsen van gebouwen of met algemeen administratieve taken bv archivering, scanning in kader van digitalisering, generieke administratieve opdrachten ...; dat hierdoor loopbaanmogelijkheden worden gecreëerd voor de kinderbegeleid(st)ers; dat daarnaast ook motiverende arbeidsformules kunnen gecreëerd worden; 

Overwegende dat het proefproject in eerste instantie kan uitgerold worden voor de in dienst zijnde kinderbegeleid(st)ers te beginnen in 1 locatie; dat Villa Nella gezien de centrale ligging en het aantal kinderbegeleid(st)ers hiervoor in aanmerking komt; dat kan gestart worden met het uitbreiden van het urenpakket; dat dit aanbod vervolgens ook kan gepromoot worden bij vacatures; dat het omzetten van kindbegeleiding-uren in administratieve of poetsuren pas mogelijk is als er voldoende kinderbegeleid(st)ers in dienst zijn om de werking van de opvang te garanderen;