Terug
Gepubliceerd op 30/01/2023

2023_CBS_00161 - Collegebeslissing betreffende kennisname Wasserij(site)-arrest van 6 oktober 2022

College van Burgemeester en Schepenen
ma 16/01/2023 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, burgemeester wnd.; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Pieter De Crem, burgemeester

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur
2023_CBS_00161 - Collegebeslissing betreffende kennisname Wasserij(site)-arrest van 6 oktober 2022 2023_CBS_00161 - Collegebeslissing betreffende kennisname Wasserij(site)-arrest van 6 oktober 2022

Motivering

Motivering

Gelet op de richtlijn 2011/92/EU van het Europees parlement en de raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen;

Gelet op het gewestplan Eeklo-Aalter goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 maart 1978;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2003 betreffende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van het prefusiebestuur Aalter;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 maart 2006 betreffende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van het prefusiebestuur Knesselare;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid; meer bepaald Titel IV Milieueffect- en veiligheidsrapportage waardoor een plan-milieueffectrapportage is geïntegreerd in het planningsproces;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, meer bepaald bijlage III;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is; dat als er effectief een MER nodig is, dan moet een gemeente haar aanvraag indienen bij de provincie;

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 20 §2 dat stelt dat als het project slechts screeningsplichtig is, dan mag een overheid haar eigen aanvraag behandelen maar de omgevingsambtenaar moet dan beslissen of een MER nodig is, niet het vergunningverlenend orgaan;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het Wasserij(site)-arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 6 oktober 2022;

Gelet op de brief van de provincie Oost-Vlaanderen van 8 december 2022 met betrekking tot het Wasserij(site)-arrest;

Overwegende dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen in dit arrest onder meer geoordeeld heeft dat een college van burgemeester en schepenen niet (meer) mag beslissen over omgevingsaanvragen voor eigen gemeentelijke MER-screeningsplichtige projecten waarvoor er op het ogenblik van de aanvraag geen kennelijke zekerheid bestaat dat er geen project-MER voor moet worden opgemaakt;

Overwegende dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen juridisch technisch stelt dat artikel 15/1, lid 1 Omgevingsvergunningsdecreet in het licht van de Europese ‘no conflict of interest’-bepaling zo moet geïnterpreteerd worden; dat dit artikel niet alleen geldt voor projecten waarvoor er behoudens een ontheffing alleszins een milieueffectenrapport (project-MER) moet worden opgesteld, maar dus ook voor screeningsplichtige projecten waarvoor er op het ogenblik van de aanvraag geen kennelijke zekerheid bestaat dat er geen project-MER voor moet worden opgemaakt;

Overwegende dat dit betekent dat de deputatie volgens dit arrest in eerste aanleg bevoegd is voor het beoordelen van een omgevingsvergunningsaanvraag voor een gemeentelijk project als het college van burgemeester en schepenen de daadwerkelijke en feitelijke initiatiefnemer en aanvrager is (in de zin van artikel 1 project-MER-richtlijn), en: 

- er voor het project een project-MER moet worden opgesteld en er geen ontheffing van rapportageplicht is verkregen

of

- het een screeningsplichtig project betreft en er op het ogenblik van de aanvraag geen kennelijke zekerheid bestaat dat er geen project-MER voor moet worden opgemaakt;

Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen een cassatieberoep heeft ingesteld tegen het desbetreffende arrest bij de Raad van State;

Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen meedeelt, dat het gemeentebestuur ervoor kan kiezen om de geviseerde gemeentelijke omgevingsvergunningsdossiers voorlopig toch bij het eigen college van burgemeester en schepenen in te dienen; dat, in navolging van de richtlijnen van Omgeving Vlaanderen en in afwachting van een uitspraak van de Raad van State en eventuele initiatieven van de decreetgever hieromtrent, de gemeentelijke omgevingsvergunningsdossiers die door het arrest worden geviseerd in eerste aanleg bij de deputatie kunnen ingediend worden; dat in dat geval een advies over de vergunningsaanvraag aan het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijk omgevingsambtenaar gevraagd zal worden;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Kennis te nemen van de brief van 8 december 2022 van de provincie Oost-Vlaanderen betreffende de uitspraak van het Wasserij(site)-arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen op 6 oktober 2022.

Artikel 2

De huidige werkwijze niet aan te passen.