2023_CBS_00857 - Collegebeslissing betreffende het voorlopig ontwerp van het Regionaal Mobiliteitsplan

Gelet op het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid, in het bijzonder artikel 8 betreffende de taakstelling van de vervoerregioraad;

Gelet op de collegebeslissing van 21 februari 2022 betreffende de "visienota Regionaal Mobiliteitsplan Vervoerregio Gent";

Gelet op de goedkeuring van de oriëntatienota van 7 juli 2020 door de vervoerregio Gent;

Gelet op de vaststelling van de visienota van 28 januari 2022 door de vervoerregio Gent;

Overwegende dat elke vervoerregio werkt aan een Regionaal Mobiliteitsplan;

Overwegende dat sinds 2019 binnen de vervoerregio Gent met alle betrokken gemeentes en mobiliteitspartners aan een gezamenlijke toekomstvisie voor de 23 gemeenten in de regio wordt gewerkt;

Overwegende dat in een Regionaal Mobiliteitsplan staat opgenomen hoe de mobiliteitsuitdagingen in elke regio op te lossen met concrete acties per vervoersmiddel; dat op die manier de mobiliteitsvisie op middellange termijn (2030) wordt vastgelegd;

Overwegende dat de meer-en-minder-aanpak wordt vertaald in 7 strategieën, die op hun beurt de basis vormen voor de netwerken binnen het beleidsscenario in het Regionaal Mobiliteitsplan (RMP);

Overwegende dat het voorlopig ontwerp RMP bestaat uit:

• de synthesenota
• de actietabel
• de bijlagen bij het RMP;

Overwegende dat deze drie onderdelen vervat zitten in de volgende documenten;

• Voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan
• Bijlagen bij Regionaal Mobiliteitsplan

Overwegende dat daarnaast het ontwerp plan-MER werd opgemaakt;

Overwegende dat ook een samenvatting van het Regionaal Mobiliteitsplan is opgemaakt en toegevoegd;

Overwegende dat op de vervoerregioraad van 22 maart 2023 gepland staat om het voorlopige ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan, inclusief het voorlopig ontwerp plan-MER, vast te stellen;

Overwegende dat vanuit de vervoerregioraad wordt aanbevolen deze beslissing voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen, zodanig de gemandateerde in de vervoerregioraad weet dat het advies wordt gedragen door het college van burgemeester en schepenen;