2023_CBS_00941 - Collegebeslissing betreffende de aanpassing van de inschrijvingsgelden van de Academie voor muziek, woord en dans vanaf schooljaar 2023-2024

Gelet op het hoofdstuk 6 van het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs dat het inschrijvingsgeld en de bijdrageregeling omvat;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs (organisatiebesluit);

Gelet op het reglement van 14 juli 2008 betreffende het inschrijvingsgeld aan de Academie voor muziek, woord en dans, goedgekeurd bij het besluit van de gemeenteraad van prefusiebestuur Aalter van 14 juli 2008 en gewijzigd bij besluit van 11 mei 2009, 14 juni 2010, 6 juni 2011, 11 juni 2012, 10 juni 2013, 23 juni 2014, 8 juni 2015, 6 juni 2016, 23 mei 2017, 11 juni 2018, 13 mei 2019, 20 april 2020, 10 mei 2021 en 13 juni 2022;

Overwegende dat de inschrijvingsgelden voor het deeltijds kunstonderwijs jaarlijks aangepast worden op basis van de gezondheidsindex, de bedragen worden jaarlijks bekend gemaakt per omzendbrief;

Overwegende dat de leerling inschrijvingsgeld betaalt voor elk domein waarvoor hij zich inschrijft, ten laatste op 30 september;

Inschrijvingsgeld volgens leeftijd (per domein):

• 372 euro: tenminste de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben op 31 december van het schooljaar in kwestie; 
• 158 euro: een leeftijd hebben tussen 18 en 24 jaar op 31 december van het schooljaar in kwestie;
• 81 euro: de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben op 31 december van het schooljaar in kwestie;

Verminderd tarief voor één domein:

• 54 euro: de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben op 31 december van het betrokken schooljaar en voldoen aan een voorwaarde voor verminderd inschrijvingsgeld (zie categorieën);
• 158 euro: ten minste de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben op 31 december van het schooljaar in kwestie en voldoen aan een voorwaarde voor verminderd inschrijvingsgeld (zie categorieën);

Overwegende dat de nieuwe tarieven zich ten opzichte van de tarieven van het huidige schooljaar als volgt verhouden:

• 372 euro voor schooljaar 2023-2024 t.o.v. 343 euro schooljaar 2022-2023
• 158 euro voor schooljaar 2023-2024 t.o.v. 145 euro schooljaar 2022-2023
• 81 euro voor schooljaar 2023-2024 t.o.v. 74 euro schooljaar 2022-2023

Categorieën: Om in aanmerking te komen voor het verminderd inschrijvingsgeld moet de leerling (of een ouder die op hetzelfde adres woont) op de dag van de inschrijving aan minstens één van de volgende voorwaarden voldoen:

1. specifieke categorieën voor jongeren: een leerling die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt heeft op 31 december van het schooljaar heeft recht op vermindering als hij voldoet aan minstens één van de volgende voorwaarden:
   • deel uitmaken van een leefeenheid (gezin, pleeggezin) op de dag van de inschrijving waarvan een ander lid het inschrijvingsgeld al heeft betaald in dezelfde of een andere academie; te staven met: geldig identiteitsbewijs EN een bewijs van gezinssamenstelling; 
   •  extra inschrijving in een ander domein aan dezelfde of een andere academie; 
2. volwassenen tussen 18 en 24 jaar; te staven met een geldig identiteitsbewijs; 
3.  uitkeringsgerechtigd volledig werkloos zijn of daarmee gelijkgesteld; te staven met: 
   • een attest uitgereikt door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling OF door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
4. verplicht ingeschreven zijn als werkzoekende op grond van de reglementering in verband met de arbeidsvoorziening en de werkloosheid; te staven met:
   • een attest uitgereikt door de VDAB OF door de RVA;
5. een leefloon van het OCMW ontvangen of een uitkering die daarmee is gelijkgesteld; te staven met:
   • een attest uitgereikt door het OCMW OF een UITPAS met kansenstatuut op naam;
6. een inkomensgarantie voor ouderen of een rentebijslag ontvangen; te staven met: 
   • een attest afgeleverd door de Rijksdienst voor pensioenen OF een UITPAS met kansenstatuut op naam;
7. erkend zijn als persoon met een handicap en een tegemoetkoming van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ontvangen; te staven met:
   • een attest dat het recht aantoont op een tegemoetkoming aan personen met een handicap dat is uitgereikt door de FOD Sociale Zekerheid 
   • OF een rekeninguittreksel waaruit een tegemoetkoming van de FOD Sociale Zekerheid aan personen met een handicap blijkt;
   • OF een European Disability Card conform het protocolakkoord van 10 oktober 2016 over het project European Disability Card tussen de Federale regering, de Vlaamse regering, de Waalse regering, de Franse gemeenschapscommissie en de Duitstalige regering;
8. begunstigde zijn van een verhoogde kinderbijslag (erkend voor ten minste 66%); te staven met:
   • een attest van de FOD Sociale Zekerheid, met vermelding van 4 punten op het criterium 'lichamelijke en psychische gevolgen van de handicap'; 
   • OF een attest van één van de uitbetalers van het Groeipakket (Vlaanderen) of van Famiris (Brussel) met vermelding dat er een verhoogde kinderbijslag toegekend wordt wegens een handicap van minstens 66%; 
   • OF een UITPAS met kansenstatuut op naam;
   • OF een European Disability Card conform het protocolakkoord van 10 oktober 2016 over het project European Disability Card tussen de Federale regering, de Vlaamse regering, de Waalse regering, de Franse gemeenschapscommissie en de Duitstalige regering;
9. in een gezinsvervangend tehuis of een medisch-pedagogische instelling of in een verpleeggezin te verblijven; te staven met: 
   • een schriftelijke of elektronische verklaring van de  directie van de instelling waar de leerling verblijft of die de leerling geplaatst heeft; 
   • OF een attest van de pleeggezinnendienst; 
   • OF een vonnis van de jeugdrechtbank; 
10. het statuut van erkend politiek vluchteling bezitten; te staven met: 
    • een attest uitgereikt door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Op dit attest moet bij nationaliteit expliciet 'vluchteling' vermeld staan; 
    • OF een identiteitsbewijs voor vreemdelingen. Bij de nationaliteit moet expliciet 'vluchteling' vermeld staan;
11. voor ten minste 66% arbeidsongeschikt zijn; te staven met: 
    • een attest van de ziekteverzekering als het een geldigheidsperiode vermeldt en een graad van arbeidsongeschiktheid of mindervaliditeit van ten minste 66%;
    • OF een attest van de RIZIV conform artikel 100 §1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

    • OF een attest van de FOD Sociale Zaken, met vermelding van 'vermindering van het verdienvermogen tot een derde of minder dan wat een valide persoon door een of ander beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen';

12. begunstigde zijn van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming; te staven met:

    • een attest van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming door het ziekenfonds dat is uitgereikt door de overheidsinstantie die de uitkering betaalt;

    • OF een attest dat de leerling een leefloon van het OCMW ontvangt of een uitkering die daarmee gelijkgesteld is;

    • OF een UITPAS met kansenstatuut op naam;

Overwegende dat het inschrijvingsgeld voor de cursussen ingericht door het schoolbestuur worden berekend naar rato van de officiële tarieven; dat extra inschrijvingsgeld moet worden bepaald voor de leerlingen repliek en de instromende leerlingen kleuterdans; dat de leerlingen repliek kunnen instromen na afloop van hun opleiding om de groep waar ze aan deelnemen te vervolledigen; dat de tarieven voor de cursussen ingericht door het schoolbestuur voor volgend schooljaar als volgt  voorgesteld worden:

• repliek instrument: 81 euro
• repliek dans: 81 euro
• instapmogelijkheden dans:
  • na herfstvakantie: 8/10 inschrijvingsgeld = 65 euro
  • na kerstvakantie: 6/10 inschrijvingsgeld = 49 euro
  • na krokusvakantie: 4/10 inschrijvingsgeld = 32 euro
  • na paasvakantie: 2/10 inschrijvingsgeld = 16 euro

Overwegende dat deze inschrijvingstarieven gelden vanaf schooljaar 2023-2024;