Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018, afdeling 6, artikel III.60 betreffende klokkenluiden;
Gelet op het decreet van 18 november 2022 tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het bestuursdecreet van 7 december 2018 wat betreft klokkenluiders;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 3 juni 2019 betreffende het goedkeuren van het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem en de vaststelling van het klachtenbehandelingssysteem;
Gelet op de collegebeslissing van 5 december 2022 betreffende het meldpunt voor klokkenluiders;
Overwegende dat het decreet betreffende klokkenluiders een omzetting is van de Europese Klokkenluidersrichtlijn die mensen die overtredingen en misbruiken aanklagen, wil beschermen tegen de negatieve gevolgen van de melding; dat het decreet op 1 december 2022 verscheen in het Belgisch Staatsblad en geen bepalingen bevatte over de inwerkingtreding waardoor het automatisch op 11 december 2022 van kracht wordt; dat vanaf dan alle lokale besturen in Vlaanderen moeten beschikken over een meldpunt waar personeelsleden misbruiken en overtredingen van regelgeving kunnen melden; dat dit meldpunt, volgens het decreet, bij het hoofd van het personeel zit (in gemeenten en OCMW's dus bij de algemeen directeur); dat het meldpunt moet voldoen aan een reeks voorwaarden op het vlak van discretie, behandeltermijnen, antwoorden aan de melder, enz.;
Overwegende dat de meldingen wat betreft klokkenluiders een gelijkaardige procedure kunnen volgen als de procedure vastgesteld voor de klachten; dat het bestuur beschikt over een uitgewerkt systeem van klachtenbehandeling; dat een gelijkaardige procedure kan uitgewerkt worden voor klokkenluidersmeldingen;
Vast te stellen dat de algemeen directeur als hoofd van het personeel fungeert als intern meldpunt bij klokkenluidersmeldingen.
Het college van burgemeester en schepenen te belasten met het uitwerken van de procedure.