Gelet op de melding van de bouwheer van de nieuwbouwwoning in de Kluizestraat 52A dat langs de perceelsgrens de openbare riolering met inspectieput deels op privaat terrein is gelegen; dat deze info op het inrichtingsplan bij aankoop van het perceel niet was gekend; dat er in de aankoopakte geen gevestigde erfdienstbaarheid is beschreven; dat bijgevolg bij het aanleggen van de oprit of voortuin geen enkele rekening zal worden gehouden met deze infrastructuur;
Gelet op de vraag van de bouwheer om deze riolering te verplaatsen of een ondergrondse erfdienstbaarheid te vestigen of de huur van de grond ten laste te nemen;
Overwegende dat bij het aanleggen van een gescheiden riolering in de straat deze buizen worden opgebroken of opgevuld en een nieuwe riolering op openbaar domein zal komen te liggen; dat momenteel het lokaal bestuur deze werken niet in de meerjarenplanning heeft opgenomen;
Overwegende dat een exacte datum van aanleg van het openbaar net (zeker meer dan 20 jaar oud) niet is gekend; dat hierover geen verder info is terug te vinden in de archieven van het prefusiebestuur Knesselare;
Overwegende dat indien de riolering reeds meer dan 30 jaar is aangelegd, mogelijk een erfdienstbaarheid door verjaring kan worden ingeroepen;
Overwegende het voorstel van rioolbeheerder Farys van 17 oktober 2022 om deze situatie voor de toekomst recht te zetten en een erfdienstbaarheid op te nemen in een notariële akte; dat meestal hiervoor een vergoeding aan de eigenaar wordt betaald ten bedrage van 3 euro per lopende meter exclusief notaris- en aktekosten, schattingsverslag en bodemattest;
Overwegende dat de situering en ligging van deze openbare riolering een bestaande en sinds lange tijd ongewijzigde situatie betreft;
Overwegende dat dit geen uniek geval betreft; dat meerdere oudere leidingen (vroegere ingebuisde grachten) deels op privaat terrein nog zijn terug te vinden (Nevelestraat, Museumstraat, Urselseweg, ..); dat bij het vestigen van een erfdienstbaarheid mogelijk een precedent wordt geschapen;
Niet in te gaan op de vraag om de bestaande riolering te verplaatsen of een erfdienstbaarheid te vestigen.
De bouwheer erop te wijzen dat bij de aanleg van de oprit of de voortuin rekening dient te worden gehouden dat het riooldeksel steeds bereikbaar blijft voor mogelijke onderhouds- en herstellingswerken door de rioolbeheerder of het lokaal bestuur.