2022_CBS_03869 - Collegebeslissing betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en niet-fiscale ontvangsten

Overwegende dat door de wet van 20 februari 2017 de herinneringsbrief die de financieel beheerder stuurt als er onbetaalde belastingschulden zijn, alvorens de deurwaarder wordt ingeschakeld, niet meer aangetekend moet verzonden worden; dat een gewone herinneringsbrief volstaat;

Overwegende dat het decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 177, stelt dat er bij de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen wel een aangetekend schrijven vooraf moet gaan aan het dwangbevel;

Overwegende dat het aangewezen is, teneinde discussies achteraf te vermijden, om alsnog een aangetekende herinneringsbrief te versturen vooraleer de deurwaarder wordt ingeschakeld, aangezien er bij een aangetekende brief een bewijs van verzending is; dat dit een belangrijk drukkings-en bewijsmiddel is in het kader van debiteurenbeheer; dat op deze manier de verjaring van de schuld kan gestuit worden; dat het aangewezen is om dezelfde regeling toe te passen voor zowel de fiscale als niet-fiscale vorderingen;

Overwegende dat er zich een aanpassing opdringt van het retributiereglement inzake de invorderingskosten van niet-fiscale ontvangsten, goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019, om zo een efficiënter debiteurenbeheer te kunnen uitvoeren; dat wordt voorgesteld om de levensweg van een vordering met één schakel in te korten; dat de eerste aanmaning gratis verzonden zal worden; een tweede aanmaning (tevens laatste waarschuwing) zal aangetekend verzonden worden met 15 euro kosten; dat het om transparantieredenen aangewezen is om dit toe te passen voor zowel de fiscale als niet-fiscale schuldvorderingen;

Overwegende dat debiteuren van fiscale schuldvorderingen een betaaltermijn van 2 maanden krijgen na het versturen van het aanslagbiljet, zoals decretaal bepaald; dat debiteuren van niet-fiscale schuldvorderingen tevens een redelijke betaaltermijn krijgen van 30 dagen na het versturen van de factuur;

Overwegende dat de invordering van de retributie of belasting gepaard gaat met kosten gemaakt voor het verzenden van betalingsherinneringen en aantekende zendingen; dat het billijk is om deze kosten op de nalatige debiteuren te verhalen; dat voor de opmaak en verzending van een aangetekende aanmaning een retributie wordt vastgesteld van 15 euro; dat deze zowel de administratie- als verzendingskosten omvat;

Overwegende dat de eerste gratis aanmaning vanuit eender welk softwarepakket kan verzonden worden (bijvoorbeeld InTouch, evenementenloket,...); dat de tweede en aangetekende aanmaning steeds door de cel Boekhouding wordt verzonden vanuit het boekhoudpakket; dat de herkomst van de aanmaning geen afbreuk doet aan de voorgestelde levensweg; 

Overwegende dat het reglement niet van toepassing is op de aanmaningen en invorderingen voor de retributies van de bibliotheek; dat in het retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke openbare bibliotheek van 20 april 2020 een maningsprocedure is opgenomen;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Gelet op de wet van 20 februari 2017 tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen; 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 177 dat bepaalt dat de financieel directeur  in volle onafhankelijkheid instaat voor het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen;

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/02 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019 betreffende het retributiereglement op invorderingskosten van niet-fiscale ontvangsten met ingang van 1 januari 2020;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 20 april 2020 betreffende de goedkeuring van het retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke openbare bibliotheek;