2022_CBS_04149 - Collegebeslissing betreffende de vergunningstoestand voor een goed gelegen in Aalter, Stationsplein 17

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op de collegebeslissing van prefusiebestuur Aalter van 30 maart 2015 met betrekking op het handhavingsprogramma 2015 Milieu & Ruimtelijke ordening;

Gelet op de collegebeslissing betreffende het principiële goedkeuring handhavingskader en werkwijze opmaak van herstelvorderingen;

Gelet op de stedenbouwkundige vergunning verleend op 18 juni 2015 aan M-project in Aalter voor het bouwen van een meergezinswoning met 20 wooneenheden, een commerciële ruimte en een ondergrondse parkeergarage in Aalter, Stationsplein 17 en gekend in het kadaster als Aalter afd. 1, sectie B, nr. 0850 A;

Gelet op de niet vervallen verkaveling verleend op 8 december 2014 aan Solid Real Estate in Aalter voor het verkavelen van percelen ter realisatie van een gemengd project met hoofdzakelijk een woonfunctie met een kwalitatieve groenaanleg met inbegrip van de wegenis in Aalter, Stationsplein;

Overwegende dat op de site meergezinswoningen in groepsverband zijn gebouwd rond een gemeenschappelijke semi-private tuin met een openbare doorgang in woongebied; 

Overwegende dat de verkaveling een Groenstructuurplan bevat die de realisatie van een coherente groene ruimte garandeert; dat het binnengebied van het opengewerkt bouwblok moet worden ingericht als een semi-private tuin met de elementen zoals bepaald in het Groenstructuurplan; dat alle tuinen volledig aangeplant of ingezaaid worden, met belangrijkste uitgangspunt van het project het aanpalende landschap door te trekken en een nieuw groen stedelijk landschap te creëren; dat de zone wordt ingericht als natuurlijk landschapspark;

Overwegende dat de site volgens het verkavelingsplan zich bevindt in deelgebied A2, de meergezinswoningen situeren zich centraal rond een semi-private tuin; dat aangrenzend aan de gevels van de appartementen er privétuinen mogen worden ingericht over maximaal 30% van de oppervlakte van het binnengebied; dat omwille van de toegankelijkheid van het binnengebied vanaf de straat, in de zuidwestgevel een open doorgang naar het binnengebied zal gerealiseerd worden;

Overwegende dat de tuinzone van de meergezinswoning, Stationsplein 17, omheind werd met zwarte staaldraadafsluiting met een hekken, waardoor het semi-private karakter van deze zone niet wordt gevolgd; dat hierdoor een privétuin wordt ingericht over meer dan 30% van de oppervlakte van het binnengebied; dat deze zone hierdoor een privatief karakter krijgt;

Overwegende dat de tuinzone van de meergezinswoning, Stationsplein 17, geen kwalitatieve groenaanleg bevat en enkel werd ingezaaid met gras; dat het achterliggende project voldoende werd aangeplant en ingericht volgens de bepalingen binnen het groenstructuurplan; dat hierdoor dit geen geheel vormt met het aanpalende landschap;

Overwegende dat de bouwheer, M-project, dient aangeschreven te worden om hen aan te manen om de semi-private tuin in te richten zoals bepaald in de verkaveling; dat als een redelijke termijn 31 maart 2023 kan gehanteerd worden om deze werken te realiseren;