Gelet op de beslissing van de Europese Unie op de Europese raad van oktober 2009, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80% tot 95% te reduceren ten opzichte van 1990;
Gelet op de lancering door de Europese Commissie van het ‘Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie’ om de inspanningen van lokale overheden bij de uitvoering van duurzaam energiebeleid te onderschrijven en ondersteunen;
Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) 2021-2030;
Gelet op het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en meer bepaald titel XI/1. Elektromobiliteit en Afdeling VI. Administratieve sanctie wegens niet-naleving van de eisen bij elektromobiliteit;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid en meer bepaald titel IX/1. Elektromobiliteit;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 3 juni 2019 betreffende de ondertekening van het Burgemeestersconvenant, waarmee het gemeentebestuur streeft naar 40% CO2-reductie tegen 2030 en naar klimaatneutraliteit tegen 2050;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact;
Gelet op de collegebeslissing van 18 juli 2022 betreffende de toelichting van de aanpak van Fiberklaar en de afstemming met het lokaal bestuur over de voorgestelde straten voor het aanleggen van glasvezelkabel;
Gelet op de scope lijst ontvangen op 29 juni 2022 van Fiberklaar met daarin vermeld de straten waar Fiberklaar hun glasvezelkabel wil aanleggen;
Gelet op het laadpalenplan (zie bijlage);
Gelet op de nota bij het laadpalenplan (zie bijlage);
Gelet op de overzichtskaarten van het laadpalenplan (zie bijlage);
Overwegende dat volgens de gegevens van Statbel het aantal volledig elektrische personenwagens in België het voorbije jaar steeg met 75%; dat er verwacht wordt dat deze exponentiële stijging zich zal verderzetten om de volgende redenen:
Overwegende dat de omschakeling naar elektrische voertuigen enkel mogelijk is wanneer er voldoende laadinfrastructuur is; dat verwacht wordt dat de verhouding tussen publiek toegankelijke en private laadpunten ongeveer 20/80 zal zijn;
Overwegende dat er momenteel binnen het lokaal bestuur geen algemene aanpak is wat betreft laadpalen; dat de locatie van de publiek toegankelijke laadpalen cruciaal is; dat dit best niet lukraak bepaald wordt; dat daartoe een laadpalenplan werd opgemaakt;
Overwegende dat in het laadpalenplan mogelijke locaties voor laadpalen worden afgetoetst aan vaste criteria; dat het al dan niet voldoen aan een criterium een bepaalde score tot gevolg heeft; dat uiteindelijk per locatie een totaalscore wordt bepaald; dat deze totaalscore toelaat om de verschillende mogelijke locaties objectief tegenover elkaar af te wegen; dat de totaalscore af te lezen is in kolom V van de Excel van het laadpalenplan (zie bijlage); dat dit werd ingedeeld in 3 categorieën:
Overwegende dat volgende criteria in aanmerking werden genomen; dat de details omtrent de scores in de nota bij het laadpalenplan (zie bijlage) kunnen worden nagelezen:
Overwegende dat in het laadpalenplan niet enkel mogelijke locaties worden afgetoetst, maar dat er ook een kapstok voorzien is om te bepalen hoeveel laadpalen of voorzieningen voor laadpalen (wachtbuizen) er best geplaatst worden;
Overwegende dat uit de Vlaamse behoefteanalyse blijkt dat er in Aalter in 2025 behoefte zal zijn aan minimum 8 extra laadpalen bovenop de bestaande infrastructuur; dat volgens de klimaatdoelstelling van het LEKP er tegen 2030 1 laadpunt per 100 inwoners moet zijn; dat dit overeenkomt met 139 extra laadpalen bovenop de bestaande infrastructuur; dat het grote verschil tussen de twee doelstellingen vooral te verklaren is doordat er enerzijds een exponentiële groei zal zijn van het aantal elektrische voertuigen en anderzijds uit het feit dat de behoefteanalyse specifiek op Aalter is toegespitst en niet enkel rekening houdt met het bevolkingsaantal, maar ook met de geografische ligging en de bevolkingsdichtheid van Aalter;
Overwegende dat het raadzaam is om niet enkel aan de behoefte te voldoen, maar ook proactief het aantal laadpalen op te schalen; op die manier kan de laadinfrastructuur een hefboom zijn tot het overschakelen naar elektrisch rijden in plaats van een belemmering;
Overwegende dat er anderzijds ook rekening moet worden gehouden met het feit dat de technologie omtrent laadpalen snel vooruitgaat; dat het niet zinnig is om te veel laadpalen te voorzien die in eerste instantie weinig zullen gebruikt worden en tegen 2030 verouderd zullen zijn;
Overwegende dat daarom werd gekozen om op korte termijn althans te voorzien aan de behoefte zoals bepaald door de Vlaamse behoefteanalyse, maar daarnaast ook voorzieningen (wachtbuizen) te leggen in functie van de doelstelling van het LEKP; op basis van een periodieke analyse van de gebruikersdata van de laadpalen kan dan beslist worden wanneer een extra laadpaal moet worden geïnstalleerd;
Overwegende dat er voor de verdeling van het aantal laadpalen en voorzieningen (wachtbuizen) over de verschillende locaties rekening werd gehouden met het totaal aantal parkeerplaatsen per parking; dat er geen vaste richtlijn bestaat waarin de verhouding tussen het aantal laadpalen en het aantal parkeerplaatsen is bepaald;
Overwegende dat het Agentschap voor Wegen en Verkeer op de carpoolparking 10 % hanteerde; dat sinds 11 maart 2021 voor omgevingsvergunningen voor niet-woongebouwen met een parkeerterrein met meer dan 10 parkeerplaatsen minstens 2 oplaadpunten en infrastructuur voor minstens 25 % van de parkeerplaatsen moet voorzien worden; dat voor de gulden middenweg van 15 % werd gekozen aangezien het bestuur door het hanteren van deze norm de voorwaarde van 139 extra laadpalen uit het LEKP behaalt;
Overwegende dat momenteel alle openbare parkings en alle parkings rond openbare gebouwen, feestzalen, sportvoorzieningen en kerken op het grondgebied van Aalter in het laadpalenplan werden opgenomen en een totaalscore kregen;
Overwegende dat naast de totaalscore ook rekening dient gehouden te worden met lopende sperperiodes en geplande werkzaamheden;
Overwegende dat het laadpalenplan gebaseerd is op de GIS-lagen die ter beschikking werden gesteld door Fluvius wat betreft de netcapaciteit en door Fiberklaar wat betreft de scope van het glasvezelnetwerk; dat er uiteraard een voorbehoud wordt gemaakt met betrekking tot de technische haalbaarheid; dat hiertoe een overleg is vastgelegd met de technische experten van Fluvius;
Overwegende dat wordt voorgesteld om op korte termijn 13 laadpalen en 55 voorzieningen (wachtbuizen) te plaatsen verdeeld over 14 locaties; dat de exacte locatie van die palen en voorzieningen te bekijken zijn op de Excel van het laadpalenplan in bijlage in kolom Y en Z of op de kaart van het laadpalenplan in bijlage; dat in ieder geval werd voorzien in minstens 1 laadpaal in elke deelkern van de gemeente Aalter;
Overwegende dat indien de 13 laadpalen en 55 voorzieningen op termijn onvoldoende blijken om aan de laadbehoefte te voorzien er ook nog 76 extra laadpalen kunnen worden geplaatst op de aangeduide locaties; dat deze laatste terug te vinden zijn in kolom AA van de Excel van het laadpalenplan;
Overwegende dat van deze 14 locaties 5 locaties in perfecte synergie met Fiberklaar kunnen gerealiseerd worden; dat deze in het donkergroen zijn aangeduid in de Excel en op de kaart; dat er verder 3 locaties zijn waarbij er reeds hinder in de straat is door Fiberklaar en er mits een meerwerk (bv. extra voetpad openmaken of onderboring) ook voorzien kan worden in de laadpalen en voorzieningen; dat de overige 5 locaties onafhankelijk van Fiberklaar gerealiseerd zullen moeten worden;
Principieel akkoord te gaan met het laadpalenplan, onder voorbehoud van de technische mogelijkheden.
Hiervoor de meest gerede procedure op te starten.
Indien nodig bijkomend krediet te voorzien bij een eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan.