Notulen  College van Burgemeester en Schepenen

Gelet op artikel 50 van het decreet over het lokaal bestuur: De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 50 dat bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen zo dikwijls vergadert als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen;

Gelet op de collegebeslissing van 6 december 2021 betreffende de planning van de zittingen van het college en van de gemeenteraad in 2022;

Gelet op het voorstel van kalender:

Maandag 5 september 2022 - college

Maandag 12 september 2022 - college - gemeenteraad;

Maandag 19 september 2022 - geen college

Maandag 26 september 2022 - college

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 oktober 2019 met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:

Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 1 juni 2022 waarbij het meerjarenplan 2020 – 2025 werd goedgekeurd;

Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 4 juli 2022 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;

Gelet op de overlegvergadering tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op1 december 2022;

Overwegende dat de kerkfabriek in 2021 een investeringstoelage heeft ontvangen van 45.078,21 euro; dat de resterende niet-gebruikte toelage van 19.726,79 euro werd overgedragen naar 2022;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitsprijzen vanaf 2021 de voorziene budgetten in het meerjarenplan ontoereikend zijn; dat de kerkfabriek voor het jaar 2022 een gepland verbruik zou hebben van 30.708 euro en dit op basis van de initieel voorgestelde voorschotfactuur; dat de kerkfabriek het gepland verbruik voor 2023, 2024 en 2025 met 2% heeft verhoogd;

Overwegende dat het voorstel van aanpassing van meerjarenplan niet valt binnen de grenzen van het goedgekeurde meerjarenplan; dat het totaalbedrag van de exploitatietoelage overschreden wordt omwille van de stijgende energieprijzen; dat het totaalbedrag van de investeringstoelage niet overschreden wordt;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 waarin akte werd genomen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Cornelius:

• 107.884,19 euro exploitatietoelage
• 17.060,45 euro investeringstoelage;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende toelage is opgenomen:

• 108.934,19 euro exploitatietoelage
• 33.356,56 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat er voor 2021 een investeringstoelage was voorzien van 64.805,00 euro; dat de kerkfabriek 45.087,21 euro van deze toelage heeft opgebruikt; dat de resterende 19.717,79 wordt verschoven van 2021 naar 2022; dat de totale investeringstoelage voor 2022 dan 33.356,56 euro bedraagt;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 153.174,35 euro exploitatietoelage
• 25.091,36 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor de aankoop van een nieuwe piano en voor omgevingswerken aan de kerk;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitsprijzen de exploitatietoelage 2023 verhoogd is; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op het feit dat er geen verslag werd ontvangen van de vergadering van de kerkraad waarbij het meerjarenplan 2020 -2025 werd goedgekeurd;

Gelet op de overlegvergaderingen tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 4 juli 2022 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:

Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 23 augustus 2022;

Overwegende dat het erkend representatief orgaan een positief advies verleent voor zover de geplande overboeking voor het jaar 2022 plaatsvindt in overleg met het gemeentebestuur;

Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 1 december 2022;

Overwegende dat het meerjarenplan werd aangepast naar aanleiding van de gestegen energieprijzen en de indexering van de (ver)huurcontracten privaat patrimonium; dat zowel de gevraagde exploitatie- als investeringstoelagen in de lijn van het vooropgestelde bedrag liggen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V. Geboorte, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 0,00 euro exploitatietoelage
• 7.250,00 euro investeringstoelage

Gelet op het gunstig advies  van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het restaureren van enkele monelen van de glas-in-loodramen van de kerk alsook het verven van beelden uit de calvariekapel volgens een gepast verfsysteem;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 waarin akte werd genomen van het budget 2022;

• 0,00 euro exploitatietoelage
• 7.250,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 0,00 euro exploitatietoelage
• 7.250,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat het erkend representatief orgaan een positief advies verleent voor zover de geplande overboeking voor het jaar 2022 plaatsvindt in overleg met het gemeentebestuur;

Overwegende dat de kerkfabriek renovatiewerken wil uitvoeren aan 2 woningen van de kerkfabriek; dat de kerkfabriek hiervoor een overboeking heeft gedaan van exploitatie naar investeringen; dat een bedrag van 20.000 euro werd overgeboekt afkomstig van inkomsten van huurgelden; dat deze wijziging geen invloed heeft op de gemeentelijke toelagen; 

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag;  dat de budgetwijziging 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de collegebeslissing van 26 augustus 2019 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur;

Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 17 mei 2022 waarbij het meerjarenplan 2020 -2025 werd goedgekeurd;

Gelet op de overlegvergaderingen tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 4 juli 2022 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, ontvangen door het gemeentebestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:

Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 4 december 2022;

Overwegende dat de werkzaamheden aan de kerk zijn uitgelopen tot in 2021 die resulteerden in een investeringsoverschot van 73.782,54 euro in de jaarrekening 2020; dat dit overschot werd overgedragen naar 2021; dat het gemeentebestuur in 2021 de laatste 2 facturen betaalde voor een bedrag van 213.215,27 euro;

Overwegende dat de kerkfabriek in het investeringsbudget geen rekening had gehouden met de btw voor de restauratiewerken aan de kerk;  dat er werd besloten dat de kerkfabriek een lening zou aangaan om de tekorten aan te vullen; dat de gemeenteraad op 19 april 2021 besliste om borg te staan voor deze lening; dat deze lening ook werd opgenomen in het voorstel van meerjarenplan;

Overwegende dat de kerkfabriek per vergissing nog een toelage van 92.400,00 euro had ingeschreven voor het jaar 2022 voor de herstellingswerken aan de daken van de pastorie; dat de kerkfabriek deze toelage niet meer nodig heeft gezien de pastoor is verhuisd en de pastorie opnieuw tot het gemeentelijke patrimonium behoort;

Overwegende dat de bedragen voor 2020 en 2021 voor een groot stuk opnieuw dubbel werden ingeschreven; dat de kerkfabriek voor 2020 een effectieve investeringstoelage heeft ontvangen van 88.295,16 euro; dat de kerkfabriek in 2021 een investeringstoelage ontving voor werken die reeds in 2020 zijn uitgevoerd; dat de gemeenteraad op 13 september 2021 besliste om het meerjarenplan aan te passen, maar de kerkfabriek hiermee geen rekening heeft gehouden;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitswijzigingen vanaf 2021 de voorziene budgetten in het meerjarenplan ontoereikend zijn; dat de kerkfabriek na voorafgaand overleg met het gemeentebestuur de post nutsvoorzieningen (MAR2101) heeft verhoogd met het bedrag dat in 2022 moet betaald worden, zijnde de afrekening van 2021 en de voorschotten voor 2022, verminderd met het bedrag dat daarvoor voorzien was in het budget 2022;

Overwegende dat de gevraagde investeringstoelagen niet in de lijn van het bedrag vooropgesteld in het meerjarenplan 2020-2025 liggen; dat wordt voorgesteld de voorgestelde bedragen in het meerjarenplan aan te passen met volgende toelagen:

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus , ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 waarin akte werd genomen van het budget 2022:

• 34.731,44 euro exploitatietoelage
• 92.400,00 euro investeringstoelage;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 52.981,44 euro exploitatietoelage
• 92.400,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op23 augustus 2022;

Overwegende dat de hogere exploitatietoelage te wijten is aan de onvoorziene en sterke verhoging van de energieprijzen; dat er ook een aanpassing is gebeurd voor de lening; dat 48.608,90 euro werd teruggestort als gedeeltelijke terugbetaling van de lening; dat de aflossing met 2.250 euro wordt verminderd;

Overwegende dat de kerkfabriek per vergissing nog een toelage van 92.400,00 euro had ingeschreven voor het jaar 2022 voor de herstellingswerken aan de daken van de pastorie; dat de kerkfabriek deze toelage niet meer nodig heeft gezien de pastoor is verhuisd en de pastorie opnieuw tot het gemeentelijke patrimonium behoort;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het aangepaste meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 58.707,96 euro exploitatietoelage
• 0,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat  de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het aangepaste meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing met volgende toelagen:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 14.780,48 euro exploitatietoelage;
• 15.000,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd 23 augustus 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage van 15.000 euro voor het jaar 2021 niet is gebruikt omwille van Covid-19; dat de kerkfabriek de niet-gebruikte investeringstoelage wenst door te schuiven van 2021 naar 2023 die zal gebruikt worden voor schilderwerken aan de kerk; dat de kerkfabriek dit niet heeft aangepast in het meerjarenplan;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen totaalbedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen met volgende toelagen:

• 2.168,96 euro exploitatietoelage;
• 7.500,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 2.168,96 euro exploitatietoelage;
• 7.500,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat er bij het opmaken van het budget 2022 geen rekening werd gehouden met het invullen van bedragen onder privaat patrimonium voor de betaling van de brandverzekering en onroerende voorheffing; dat deze bedragen werden opgenomen in deze budgetwijziging;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor onderhoudswerken aan goten en leien van de kerk;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen met volgende toelagen:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 7.171,74 euro exploitatietoelage;
• 20.600,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor schilderwerken aan de kerk en de pastorie;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 waarin het meerjarenplan  2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Lambertus werd goedgekeurd met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 juni 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Lambertus met volgende toelagen:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Lambertus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 23 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 0,00 euro exploitatietoelage
• 10.000,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 26 augustus 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage van 10.000 euro voor het jaar 2021 niet is gebruikt omwille van Covid-19; dat de kerkfabriek de niet-gebruikte investeringstoelage wenst door te schuiven van 2021 naar 2023 die zal gebruikt worden voor schilderwerken aan de kerk; dat de kerkfabriek dit niet heeft aangepast in het meerjarenplan;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het plaatsen van ladderhaken op het dak van de kerk;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de aanpassing van de afsprakennota met het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus, ontvangen door het gemeentebestuur op 12 augustus 2022, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:

Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 15 juni 2022 waarbij het meerjarenplan 2020 - 2025 werd goedgekeurd;

Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 4 juli 2022 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;

Gelet op de overlegvergaderingen tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 1 december 2022;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het herstellen en winddicht maken van de glasramen-in-lood in het koor en voor het reinigen van de zandsteen;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitsprijzen vanaf 2021 de voorziene budgetten in het meerjarenplan ontoereikend zijn; dat de kerkfabriek hiervoor een hoger budget vraagt voor de periode 2022-2025;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 waarin akte werd genomen van het budget 2022 met volgende toelagen:

• 23.271,53 euro exploitatietoelage
• 35.000,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek Sint-Medardus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 42.941,53 euro exploitatietoelage
• 35.000,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitswijzigingen vanaf 2021 de voorziene budgetten in het meerjarenplan ontoereikend zijn; dat de gevraagde exploitatietoelage om die reden 19.670 euro hoger ligt;

Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het herstellen en winddicht maken van de glasramen-in-lood in het koor en voor het reinigen van de zandsteen;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het aangepaste meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Medardus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 44.545,12 euro exploitatietoelage
• 25.000,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd 23 augustus 2022;

Overwegende dat de kerkfabriek de investeringstoelagen zal gebruiken voor vooronderzoeken en kleine restauraties aan de kerk;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het aangepaste voorstel van meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Godelieve met volgende toelagen:

Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 28 juni 2022 waarbij het meerjarenplan 2020 -2025 werd goedgekeurd;

Gelet op de overlegvergadering tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 4 juli 2022 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;

Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:

Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 1 december 2022;

Overwegende dat de kerkfabriek in het goedgekeurd meerjarenplan voor 2021 een investeringskrediet van 50.000 euro had voorzien; dat daarvan 15.026.08 euro effectief is uitgegeven voor het herstel van de westelijke gevel en betonrot in de toren; dat het bedrag opgenomen werd in de jaarrekening 2021; dat bij de laatste onderhoudswerken aan de goten vastgesteld werd dat de goten aan de noordkant van de kerk geperforeerd zijn en dringend dienen vervangen te worden om waterinsijpeling te voorkomen; dat bovendien werd vastgesteld dat de 6 raampjes van de torenkamer aan vervanging toe zijn; 

Overwegende dat de kerkfabriek heeft gevraagd of men het resterend  gedeelte van het investeringskrediet van 2021 voor een bedrag van 34.973,92 euro mag overdragen naar 2022 om deze werken te kunnen laten uitvoeren; dat de kerkfabriek aangeeft hiermee binnen de grenzen te blijven van het goedgekeurd meerjarenplan; dat het college van burgemeester en schepenen hiermee akkoord ging op 28 februari 2022;

Overwegende dat de kerkfabriek de investeringstoelage voor een bedrag van 34.973,92 heeft ingeschreven voor het jaar 2022; dat de kerkfabriek de investeringstoelage voor 2021 niet heeft aangepast naar 15.026,08 euro; dat de investeringstoelage van 34.973,92 zowel werd ingeschreven voor het jaar 2021 als voor het jaar 2022; dat de kerkfabriek de investeringstoelage voor 2021 zal moeten aanpassen naar 15.026,08 euro zodat de totale investeringstoelage voor 2020-2025 niet overschreden wordt;

Overwegende dat omwille van de stijgingen van de gas- en elektriciteitsprijzen vanaf 2021 de voorziene budgetten in het meerjarenplan ontoereikend zijn; dat de kerkfabriek hiervoor een hoger budget vraagt voor de periode 2022-2025; dat het budget dat voor 2023 en 2025 gevraagd wordt, rekening houdt met de hogere voorschotten die in 2022 zullen betaald worden;

Overwegende dat de gevraagde investeringstoelagen niet in de lijn van het bedrag vooropgesteld in het meerjarenplan 2020-2025 liggen; dat wordt voorgesteld de voorgestelde bedragen in het meerjarenplan aan te passen met volgende toelagen:

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 waarin het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Godelieve werd goedgekeurd met volgende gemeentelijke toelage:

• 20.919,41 euro exploitatietoelage
• 0,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 35.782,41 euro exploitatietoelage
• 34.973,92 euro investeringstoelage;

Gelet op de collegebeslissing van 28 februari 2022 betreffende de vraag van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Godelieve (Aalter-Brug) van 21 februari 2022; 

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de kerkfabriek in het goedgekeurd meerjarenplan voor 2021 een investeringskrediet van 50.000 euro had voorzien; dat daarvan 15.026.08 euro effectief is uitgegeven voor het herstel van de westelijke gevel en betonrot in de toren in 2021; dat het bedrag opgenomen werd in de jaarrekening 2021; dat bij de laatste onderhoudswerken aan de goten vastgesteld werd dat de goten aan de noordkant van de kerk geperforeerd zijn en dringend dienen vervangen te worden om waterinsijpeling te voorkomen; dat bovendien werd vastgesteld dat de 6 raampjes van de torenkamer aan vervanging toe zijn; 

Overwegende dat de kerkfabriek heeft gevraagd of men het resterend  gedeelte van het investeringskrediet van 2021 voor een bedrag van 34.973,92 euro mag overdragen naar 2022 om deze werken te kunnen laten uitvoeren; dat de kerkfabriek aangeeft hiermee binnen de grenzen te blijven van het goedgekeurd meerjarenplan; dat het college van burgemeester en schepenen hiermee akkoord ging op 28 februari 2022;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020-2025 opgenomen bedrag;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;

Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;

Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;

Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, ontvangen door het gemeentebestuur op 23 augustus 2022 waarin volgende toelagen gevraagd worden:

Gelet op het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 augustus 2022, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:

• 12.670,18 euro exploitatietoelage
• 0,00 euro investeringstoelage;

Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 23 augustus 2022;

Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2023 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020-2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2023 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2022;

Gelet op artikel 19 van het decreet lokaal bestuur: De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld;

Gelet op artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur: het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor;

Gelet op het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 januari 2019;

Gelet op de collegebeslissing van 6 december 2021 betreffende de planning van de zittingen van het college en de gemeenteraad in 2022;

Gelet op de wet van 11 februari 2022 tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 27 januari 2022 houdende de afkondiging van de instandhouding van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie;

Gelet op de wet van 11 maart 2022 tot opheffing van de instandhouding van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19- pandemie; 

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 2022 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken; 

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen ter zitting mondeling geïnformeerd werd over de evolutie van het aantal besmettingen in de gemeente en de acties in het vaccinatiecentrum;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 13 mei 2019 betreffende het definitief vaststellen van de definiëring van het dagelijks personeelsbeheer;

Gelet op de beslissingen genomen door de algemeen directeur aangaande het dagelijks personeelsbeheer;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen ter zitting geïnformeerd werd over deze beslissingen door de algemeen directeur;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen deel 2 titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen artikel 263 dat stelt dat minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2021 betreffende de goedkeuring van de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025;

Gelet op de collegebeslissing van 28 februari 2022 betreffende de overdracht van de investeringskredieten 2021;

Overwegende dat de opvolgingsrapportering minstens een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan, evenals een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar dient te bevatten en in voorkomende geval de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan en/of indien van toepassing de wijziging van de financiële risico's;

Gelet op de aanvraag van 17 augustus 2022 van Fluvius voor het uitbreiden van het middenspanningsnet in de Aalterseweg;

Gelet op het ontwerpplan nr. 6000005081_MS met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat voor het uitbreiden van het middenspanningsnet over een afstand van 102 meter op openbaar domein wordt gewerkt;

Overwegende dat voor het kruisen van de rijweg in de Aalterseweg een handboring wordt uitgevoerd onder de rijweg;

Overwegende dat er werken nabij de afsluiting van de school worden uitgevoerd; dat een plaatsbeschrijving van de staat van de afsluiting voor de aanvang van de werken wordt opgelegd;

Overwegende dat de recent aangelegde fietswegel in ternair mengsel in geen geval mag worden opgebroken;

Overwegende dat de recent geplaatste palen voor de inrit van de fietswegel niet mogen worden verwijderd;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van prefusiebestuur van Aalter van 25 maart 2013 betreffende de goedkeuring van het lichtplan van Aalter;

Gelet op de collegebeslissing van 6 juli 2020 betreffende het vernieuwen van de openbare verlichting in de Oude Gentweg, Kestelstraat, Dammeers, Langedamdreef, Kraenepoelpad, Meerkensdreef, Lotenhullestraat, Rostynedreef, Lovelddreef en Loveldlaan in het kader van het verleddingsprogramma;

Gelet op plannummer 328280_OV_Plan.pdf met de locaties van de vervangen lichtpunten tijdens het verledden van het Kraenepoelpad;

Gelet op de offerte 5000011861_Offerte van Fluvius betreffende het vervangen van 3 OV-palen in het Kraenepoelpad ten bedrage van 5.067,47 euro (btw verlegd) hetzij 6.131,64 euro (incl. btw);

Overwegende dat er een telefonische melding is ontvangen over loshangende kabels aan 3 OV-palen in het Kraenepoelpad; dat na onderzoek door Fluvius is gebleken dat het type steunpaal niet geschikt is om de bekabeling binnenin de holle ruimte van de paal te monteren;

Overwegende dat deze steunpalen niet zijn vervangen bij het verledden van het Kraenepoelpad; dat dit probleem tijdens de verledding van het Kraenepoelpad niet gemeld is aan het lokaal bestuur;

Overwegende dat het mogelijk is om OV-palen 2634, 1967 en 1968 aan te passen zodat een correct type paal afgestemd op de bekabeling kan bekomen worden; dat deze palen dezelfde uitstraling en kleur hebben als de reeds vervangen steunpalen tijdens de verledding van het Kraenepoelpad; dat de reeds verledde lichtpunten kunnen overgezet worden naar het nieuwe type steunpalen;

Overwegende dat er voldoende budget beschikbaar is onder budgetsleutel 2022/ACT-2051/0670-20/228007/GEMEENTE/CBS/IP0702-004;

Gelet op de aanvraag van 23 augustus 2022 van Fiberklaar voor het uitbreiden van het distributienet in de Middelweg en de Kapelstraat;

Gelet op het ontwerpplan nr. 13027250TOB-A met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat voor het uitbreiden van het distributienet over een afstand van 310 meter op openbaar domein wordt gewerkt;

Overwegende dat een deel van de werken in synergie met de andere nutsmaatschappijen worden uitgevoerd;

Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005 en de wet van 20 juli 2006, en vervangen door het decreet van de Vlaamse Overheid van 24 februari 2017;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 betreffende het 'Gemeentelijk politiereglement op de organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein';

Overwegende dat de foorreizigers hun woonwagens willen plaatsen in de nabijheid van de kermisopstelling maar het reglement vermeldt dat er geen woonwagens mogen worden geplaatst tussen de attracties op de kermispleinen; 

Overwegende de vraag van de foorreizigers om een plaats toegewezen te krijgen voor hun woonwagens in de nabijheid van de attracties;

Overwegende dat er sanitaire voorzieningen zijn in de afscheidsruimte van het kerkhof en er tevens water en elektriciteit beschikbaar is waarvan de foorreizigers, zoals vorige jaren, gebruik wensen te maken; dat deze voorzieningen slechts op 100 meter van parking Aard verwijderd zijn;

Overwegende dat er op de buitenste strook van parking Cornelius aan de zijde van het kerkhof, voldoende parkeerruimte is om de woonwagens te plaatsen;

Overwegende het voorstel om deze parkeerstrook voor te behouden voor de plaatsing van de woonwagens van de foorreizigers en hen gebruik te laten maken van de faciliteiten in het gebouw aan het kerkhof;

Overwegende dat de interne diensten instaan voor de nodige signalisatie om de voorbehouden parkeerruimte aan te duiden;