Terug
Gepubliceerd op 12/07/2022

2022_CBS_01465 - Collegebeslissing betreffende de principiële goedkeuring met betrekking tot het al dan niet behouden van de bomen in de Middendreef

College van Burgemeester en Schepenen
ma 27/06/2022 - 16:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, eerste schepen - burgemeester wnd.; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Pieter De Crem, burgemeester

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur
2022_CBS_01465 - Collegebeslissing betreffende de principiële goedkeuring met betrekking tot het al dan niet behouden van de bomen in de Middendreef 2022_CBS_01465 - Collegebeslissing betreffende de principiële goedkeuring met betrekking tot het al dan niet behouden van de bomen in de Middendreef

Motivering

Motivering

Gelet op de collegebeslissing van 22 juni 2020 betreffende de gunning van de opdracht in het kader van het raamcontract ‘Aanstelling van een boomdeskundige’ aan Stijn Decaevele uit Aalter;

Gelet op de collegebeslissing van 4 januari 2021 betreffende het uitvoeren van een vitaliteits- en wortelonderzoek van de bomen in de Middendreef;

Gelet op de verschillende meldingen van bewoners betreffende de overlast van woekerende wortels die nieuwe boomscheuten vormen in de voortuinen bij o.a. huisnummers 11 en 19;

Gelet op het feit dat er in de Middendreef 60 stuks Robinia pseudoacacia ‘Bessoniana’ (valse acacia) staan die reeds meer dan 20 jaar geleden zijn aangeplant; dat deze bomen een oppervlakkig wortelgestel en een penwortel hebben en dat de oppervlakkige wortels bovengronds komen en nieuwe scheuten vormen;

Gelet op het standplaatsonderzoek van 6 mei 2021;

Overwegende dat werd beslist om een vitaliteitsonderzoek te laten uitvoeren en bij 10 bomen een groeiplaatsonderzoek te laten uitvoeren om te kijken hoe het bewortelingspatroon en de groeiplaats van de bomen is;

Overwegende dat het vitaliteitsonderzoek heeft uitgewezen dat de meeste bomen zich in goede conditie bevinden; dat 2 bomen dienen gesnoeid te worden en dat 1 boom dient gereduceerd te worden in functie van zwammen;

Overwegende dat in de Middendreef langs beide kanten van de straat Robinia pseudoacacia ‘Bessoniana’ is aangeplant; dat de boomsoort oppervlakkig wortelt; dat de bomen in een boomspiegel staan met als onderbegroeiing heestermassieven; dat de bomen zich in volwassen fase bevinden en niet meer zullen groeien en dat de grond vermoedelijk is opgehoogd;

Overwegende dat de bomen voor wortelopdruk zorgen ter hoogte van de voetpaden; dat de schade aan het voetpad groot is en er maatregelen dienen genomen te worden; dat door de beperkte boomspiegel, de meeste bomen ook in conflict zijn met de borduren; dat er door de verharding ook draaiwortels zijn ontstaan waarbij de wortelaanzet is beschadigd;

Overwegende dat er verschillende kabels en leidingen onder het voetpad en de bomen lopen, dit langs beide kanten van de straat; dat de kabels en leidingen ongeveer 1 meter diep zitten; dat er tevens een gasleiding aanwezig is; dat de riolering onder het voetpad loopt en dat de resterende kabels en leidingen achter de heestermassieven, tegen de rooilijnen liggen;

Overwegende dat op 2 locaties rioleringen werden gecontroleerd op eventuele wortelgroei en dat er geen wortelgroei te zien is;

Overwegende dat de algemene conclusie is dat de bodem over de hele Middendreef gelijk is; dat de bovenste bodemlaag uit zandleem bestaat en tussen 10 tot 30 cm dik is; dat de bovenste laag voldoende organische stof bevat; dat de bodemstructuur niet optimaal is en weinig humus en bodemleven bevat; dat deze laag intensieve beworteling bevat; dat er dieper in de grond bodemcompactatie is; dat de bodemverdichting start tussen -15 cm en -50 cm; dat duidelijk te zien is dat de grond is opgevoerd; dat er bij sommige proefsleuven steenpuin en plastic afval gevonden is en dat de storende laag 10 cm dik is;

Overwegende dat de beworteling van de bomen zeer oppervlakkig is gezien enkel de toplaag van de bodem geschikt is om voedingsstoffen uit de bodem te halen; dat er wortels dieper in de bodem zitten, maar zeer weinig tot geen haarwortels aanwezig zijn omdat er geen voedingsstoffen zitten voor de bomen; dat de toplaag niet ideaal is waardoor de bomen over een grotere oppervlakte voldoende voedingsstoffen moet vinden om zich te kunnen onderhouden en dat er in de boomspiegel ook een verdichte laag gevonden is en bijgevolg ook daar de ondergrondse groeiruimte niet optimaal is;

Overwegende dat de groeiplaats niet optimaal is omwille van volgende oorzaken

  • verdichte ondergrond waardoor bomen beperkt zijn om in de diepte te wortelen
  • toplaag is niet van goede kwaliteit, weinig structuur in de grond en weinig bodemleven
  • door de straat en andere verharding zijn de bomen beperkt in wortelgroei;

Overwegende dat de kwaliteit van de bodem niet goed is en er een slechte bodemstructuur is; dat de grond is opgehoogd en er zo goed als geen bodemgelaagdheid is; dat er in de bovenste bodemlaag meer organische stof is in vergelijking met dieper in de grond; dat er te weinig organische stof en humus aanwezig zijn en er geen transport is van humus in de bodem gezien er amper bodemleven is;

Overwegende dat er in de Middendreef een strooisellaag ontbreekt wat cruciaal is voor een gezonde bodem; dat er rond de bomen voornamelijk verharding, gazon en heestermassieven zijn; dat de huidige situatie het niet toelaat om afgevallen bladeren te laten liggen; dat met een strooisellaag  automatisch meer organische stof en humus wordt gecreëerd en dat met een strooisellaag de bodem beter bestand is tegen droogte en extreme regenval;

Overwegende dat de bomen in de straat voornamelijk wortelen in de voortuinen van de inwoners; dat door de slechte bodem, de bomen over een groot oppervlak en oppervlakkig wortelen om voldoende voedingsstoffen te kunnen opnemen om de volledige boom te kunnen onderhouden; dat de inwoners klagen over de wortels in de voortuinen; dat gezien de beperkte ruimte in de plantvakken wortels op zoek gaan naar ruimte; dat de ergste wortelopdruk zich ter hoogte van het voetpad op het openbaar domein bevindt; dat gezien de slechte groeiplaatsomstandigheden de robinia eveneens gevoelig is voor het hebben van stekelige wortelopslag en dat dit voor de meeste overlast zorgt bij de inwoners;

Overwegende dat volgende oplossingen worden voorgesteld in functie van minder wortelopslag en opduwend wortelgestel van de bomen:

  • ontharden om de plantvakken te vergroten (horizontale uitbreiding van de ondergrondse groeiruimte)
  • groeiplaatsverbetering door ploffen om bodemverdichting op te heffen (verticale uitbreiding van ondergrondse groeiruimte)
  • plantvakken aanvullen met een bomenmulchlaag
  • uitvoeren van een dunning. Op die manier krijgen de mooiste bomen zowel bovengronds als ondergronds meer ruimte om te groeien. Boomstronken blijven best behouden om wortelopslag tegen te gaan;

Overwegende dat de raming voor de uitvoering van een dunning, een ontharding en een groeiplaatsverbetering wordt geraamd op 95.917 euro (incl. btw) en dat wordt voorgesteld om een overleg te organiseren met de boomdeskundige om de haalbaarheid en de werkwijze te bespreken;

Overwegende dat, om de mening te kennen van de inwoners in de straat, een bewonersbevraging kan georganiseerd worden waarbij enkel wordt overgegaan tot het vellen en heraanplanten van de bomen indien meer dan 60% van de bevraagden hun akkoord verlenen, zo niet blijven de bomen behouden, rekening houdende met de aanbevelingen van de boomdeskundige;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Een bewonersbevraging te organiseren om de mening van de inwoners te kennen over het al dan niet vellen en heraanplanten van de bomen in de straat.

Artikel 2

Enkel over te gaan tot het vellen en heraanplanten van de bomen indien meer dan 60% van de bevraagden hun akkoord verlenen, zo niet blijven de bomen behouden, rekening houdende met de aanbevelingen van de boomdeskundige.