Terug
Gepubliceerd op 27/06/2022

Notulen  Vast Bureau

ma 25/04/2022 - 14:30 Raadzaal

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Luc De Meyer, lid

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem, voorzitter

Agendapunten

1.

2022_VB_00106 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring verslag vast bureau

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
1.

2022_VB_00106 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring verslag vast bureau

2022_VB_00106 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring verslag vast bureau

Motivering

Motivering

Artikel 89 van het decreet over het lokaal bestuur: De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het vast bureau;

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Het verslag van 11 april 2022 goed te keuren, te bezorgen aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en - mits anonimisering - te publiceren op de gemeentelijke website.

2.

2022_VB_00107 - Agenda

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
2.

2022_VB_00107 - Agenda

2022_VB_00107 - Agenda

Motivering

Motivering

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 50 en 83  die bepalen dat het vast bureau zo dikwijls vergadert als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen;

Gelet op de beslissing van het vast bureau op 6 december 2021 betreffende de planning van de zittingen van het vast bureau en van de raad voor maatschappelijk welzijn in 2022;

Gelet op het voorstel van kalender:

Maandag 2 mei 2022 - vast bureau

Maandag 9 mei 2022 - vast bureau - raad voor maatschappelijk welzijn

Maandag 16 mei 2022 - vast bureau

Maandag 23 mei 2022 - vast bureau;

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

De kalender goed te keuren.

3.

2022_VB_00108 - Beslissing van het vast bureau betreffende de agenda van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn op 9 mei 2022

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
3.

2022_VB_00108 - Beslissing van het vast bureau betreffende de agenda van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn op 9 mei 2022

2022_VB_00108 - Beslissing van het vast bureau betreffende de agenda van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn op 9 mei 2022

Motivering

Motivering

Gelet op artikel 74 juncto artikel 19 van het decreet lokaal bestuur: De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot bijeenroeping van de raad voor maatschappelijk welzijn en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het vast bureau aan de voorzitter worden meegedeeld;

Gelet op het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 25 januari 2019;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 6 december 2021 betreffende de planning van de zittingen van het vast bureau en de raad voor maatschappelijk welzijn in 2022;

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 84 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor. Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit</p>

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Volgende agendapunten te bezorgen aan de voorzitter met het oog op de zitting van 9 mei 2022:

OPENBARE ZITTING

  1. Digitale kloof. Engagementsverklaring. Goedkeuring.
4.

2022_VB_00109 - Beslissing van het vast bureau betreffende de vermindering van de aanstelling van de arbeidsovereenkomst van een technisch beambte, cel Aanvullende thuiszorg

Goedgekeurd
4.

2022_VB_00109 - Beslissing van het vast bureau betreffende de vermindering van de aanstelling van de arbeidsovereenkomst van een technisch beambte, cel Aanvullende thuiszorg

2022_VB_00109 - Beslissing van het vast bureau betreffende de vermindering van de aanstelling van de arbeidsovereenkomst van een technisch beambte, cel Aanvullende thuiszorg
5.

2022_VB_00110 - Beslissing van het vast bureau betreffende de kennisname van het aanbod van de Federale pensioendienst voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
5.

2022_VB_00110 - Beslissing van het vast bureau betreffende de kennisname van het aanbod van de Federale pensioendienst voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers

2022_VB_00110 - Beslissing van het vast bureau betreffende de kennisname van het aanbod van de Federale pensioendienst voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers

Motivering

Motivering

Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op de wet van 1 februari 2022 betreffende de bevoegdheid van de Pensioendienst tot de taak van aankoopcentrale in het domein van de aanvullende pensioenen voor de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen en dit in te schrijven als nieuwe wettelijke opdracht van de Pensioendienst;

Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008; 

Gelet op de beslissing van  de raad voor maatschappelijk welzijn op 25 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn op 21 december 2020 betreffende de wijziging 2de pensioenpijler voor contractanten;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 april 2022 betreffende de toetreding tot het aanbod voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van OFP Prolocus;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 7 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 5 juli 2021 betreffende de opzegging van het groepsverzekeringsreglement nr. 91006932;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 20 december 2021 betreffende de principebeslissing betreffende het aanbod tweede pensioenpijler van VVSG en OFP Provant;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 28 februari 2022 betreffende de toetreding tot het aanbod voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van OFP Prolocus;

Gelet op de brief van Belfius Insurance en Ethias van 23 juni 2021 betreffende de opzegging van het groepsverzekeringsreglement nr. 91006932;

Gelet op de brief van Belfius Insurance en Ethias van 1 december 2021 betreffende de wijzigingen aan de groepsverzekeringsovereenkomst;

Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;

Overwegende dat het lokaal bestuur Aalter de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel; 

Overwegende dat tot op heden het lokaal bestuur Aalter was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;

Overwegende dat het lokaal bestuur Aalter voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds); 

Overwegende onderstaande bepalingen met betrekking tot de tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers van OFP Prolocus;

Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening  met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden; 

Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het lokaal bestuur Aalter een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig – punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten;

Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;

Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;

Overwegende dat het lokaal bestuur Aalter kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het lokaal bestuur Aalter immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten;

Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;

Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;

Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen; dat deze mogelijkheid intern nog zal bekeken worden of dit in de toekomst zal worden toegepast of niet, aangezien er momenteel geen contractuele personeelsleden zijn die een hoger brutojaarloon hebben dan het wettelijke pensioenplafond 2022 van € 62.684,50 inclusief index;

Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement;

Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen in dienst van het lokaal bestuur Aalter, 0% voor passieve aangeslotenen, die het lokaal bestuur Aalter hebben verlaten en hun pensioenreserves in OFP PROLOCUS hebben laten staan) moet behaald worden;

Overwegende dat het lokaal bestuur Aalter als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;

Overwegende dat het lokaal bestuur Aalter met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, Gemeentebestuur) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;

Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1.000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;

Overwegende dat het protocol van het onderhandelingscomité C1 nog niet is goedgekeurd; dat dit ook niet voor de deadline van 30 april 2022 zal goedgekeurd zijn; dat VVSG stelt dat er inhoudelijk niets meer zal veranderen aan het protocol;

Overwegende dat een aanpassing van het meerjarenplan nodig is; 

Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met het Gemeentebestuur en OCMW Aalter een MIPS-groep te vormen om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen;

Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;

Overwegende dat er een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;

Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;

Overwegende onderstaande bepalingen met betrekking tot de tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers van de Federale Pensioendienst;

Overwegende dat met het oog op het waarborgen van de continuïteit het parlement beslist heeft dat de Federale Pensioendienst in de hoedanigheid van aankoopcentrale voor rekening van de provinciale en plaatselijke besturen een nieuwe overheidsopdracht zal organiseren en uitschrijven tot aanstelling van een pensioeninstelling die zal instaan voor het beheer van een tweede pensioenpijler na 31 december 2021;

Overwegende dat elk provinciaal en plaatselijk bestuur volledig vrij is om al dan niet toe te treden tot de overheidsopdracht van de Pensioendienst;

Overwegende dat voor de besturen die voor het beheer van het aanvullend pensioenplan van hun contractuele personeelsleden reeds een overeenkomst hebben afgesloten met een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds of reeds de beslissing hebben genomen om een dergelijke overeenkomst af te sluiten, de overheidsopdracht van de Pensioendienst geen enkele wijziging teweeg brengt aan deze overeenkomst of beslissing;

Overwegende dat de federale pensioendienst, rekening houdend met de wet van 1 februari, de bevoegdheid heeft de taak van aankoopcentrale in het domein van de aanvullende pensioenen voor de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen op te nemen en dit in te schrijven als nieuwe wettelijke opdracht van de Pensioendienst;

Overwegende dat deze nieuwe opdracht van de Pensioendienst is beperkt tot het louter organiseren van overheidsopdrachten voor rekening van de provinciale en plaatselijke besturen en dat de Pensioendienst dus zelf geen rol zal opnemen in het beheer van de tweede pensioenpijler ten gunste van de contractuele personeelsleden van deze besturen;

Overwegende dat in het kader van deze nieuwe wettelijke opdracht het in de schoot is van de Pensioendienst ingestelde Beheerscomité van de pensioenen van de provinciale en lokale besturen, dat reeds bevoegd was voor het beheer van het Gesolidariseerd pensioenfonds, ook bevoegd geworden voor de door de Pensioendienst te organiseren overheidsopdrachten inzake het beheer van een aanvullende pensioenregeling ten gunste van de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen;

Overwegende dat het Beheerscomité niet alleen het initiatief kan nemen tot het organiseren van een dergelijke overheidsopdracht maar ook bepaalt, met inachtneming van de regelgeving inzake de overheidsopdrachten, de te volgen gunningsprocedure, de offerteaanvraag (bestek) vaststelt en  na vergelijking van de verschillende ingediende offertes, de gunningsbeslissing neemt;

Overwegende dat om de continuïteit van de tweede pensioenpijler te verzekeren de aard van de bestaande pensioentoezegging niet gewijzigd wordt en het bestaande pensioenreglement maximaal behouden blijft;

Overwegende dat de pensioentoezegging die uitgevoerd wordt in het kader van de tweede pensioenpijler die tot 1 januari 2022 door Belfius Insurance en Ethias werd beheerd, een kapitaalsplan is van het type vaste bijdrage (Defined Contribution);

Overwegende dat voor de financiering van het aanvullend pensioenplan wordt geopteerd voor de aansluiting bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (= IBP) en meer bepaald bij een bestaand multi-werkgeverspensioenfonds met een afzonderlijk vermogen voor de provinciale en lokale besturen;

Overwegende dat ten opzichte van een verzekeringsmaatschappij een pensioenfonds over meer vrijheid inzake belegging van de reserves beschikt. Hierbij moeten weliswaar de financiële en prudentiële vereisten van de FSMA (= toezichthoudende overheid van de pensioenfondsen) ter bescherming van de aangesloten leden worden in acht genomen doch potentieel kunnen hogere rendementen worden gehaald (= betere rendementsperspectieven via een meer gediversifieerde portefeuille en een beleggingsbeleid op maat van de inrichters). Bijkomende voordelen van de keuze voor een (multi-werkgevers)pensioenfonds zijn de structurele betrokkenheid van de aangesloten werkgevers (met mogelijke participatie van de sociale partners in het beheer van het fonds), de transparantie en de kostenefficiëntie doordat de kosten inzake beheer, financieel beleid en dienstverlening (o.a. Compliance, Interne Audit, Boekhouding, Juridisch Toezicht, Risk Management, Externe Audit) over de verschillende aangesloten werkgevers kunnen worden gespreid;

Overwegende dat overeenkomstig de planning van de Federale Pensioendienst de overheidsopdracht en de selectiecriteria gepubliceerd werden op 14 maart 2022 (= aanvang van fase 1) en het bestek van de opdracht aan de geselecteerde kandidaten bezorgd zal worden in de loop van de maand mei 2022 (= aanvang van fase 2). Na de onderhandelingen over de eerste offertes en de indiening van de tweede offertes zal het Beheerscomité van de Pensioendienst de opdracht gunnen in de loop van de maand augustus 2022 waarna het aangeduide pensioenfonds in september 2022 van start zal kunnen gaan met de uitvoering van de overheidsopdracht;

Overwegende dat indien het lokaal bestuur Aalter zou wensen toe te treden tot de overheidsopdracht van de Pensioendienst, het een toetredingsbeslissing zou moeten overmaken aan het pensioenfonds en deze door het bevoegde orgaan van dit fonds moeten worden aanvaard om toe te kunnen treden tot de overheidsopdracht van de pensioendienst;

Overwegende dat in dat geval na aanvaarding van de toetredingsbeslissing, het pensioenfonds vanaf 1 januari 2022 zou instaan voor het beheer van de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden van het lokaal bestuur Aalter. De reserves die tot en met 31 december 2021 opgebouwd werden in dit pensioenplan blijven in principe ook na deze datum verder beheerd door Belfius Insurance en Ethias tegen de voorwaarden die golden op het ogenblik van de storting van de pensioentoelagen;

Overwegende de Federale Pensioendienst pas in september 2022 van start zal kunnen gaan met de uitvoering van de overheidsopdracht;

Overwegende dat de Raad voor Maatschappelijk welzijn per 11 april 2022 en het vast bureau per 28 februari 2022 beslist hebben toe te treden tot het aanbod voor een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van OFP Prolocus;

Overwegende dat het opportuun is om na de gunning van een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van de Federale Pensioendienst de vergelijking te maken met het aanbod van de nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van OFP Prolocus;

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 84 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor. Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit</p>
Artikel 84 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;3 3&deg; van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau is bevoegd voor het financi&euml;le beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn</p>

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Kennis te nemen van het aanbod van een nieuwe tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van de Federale Pensioendienst.

6.

2022_VB_00111 - Beslissing van het vast bureau betreffende het verzoek om ontslag wegens rustpensioen – cel Aanvullende thuiszorg

Goedgekeurd
6.

2022_VB_00111 - Beslissing van het vast bureau betreffende het verzoek om ontslag wegens rustpensioen – cel Aanvullende thuiszorg

2022_VB_00111 - Beslissing van het vast bureau betreffende het verzoek om ontslag wegens rustpensioen – cel Aanvullende thuiszorg
7.

2022_VB_00112 - Beslissing van het vast bureau betreffende de rapportering aangaande het dagelijks personeelsbeheer

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
7.

2022_VB_00112 - Beslissing van het vast bureau betreffende de rapportering aangaande het dagelijks personeelsbeheer

2022_VB_00112 - Beslissing van het vast bureau betreffende de rapportering aangaande het dagelijks personeelsbeheer

Motivering

Motivering

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 mei 2019 betreffende het definitief vaststellen van de definiëring van het dagelijks personeelsbeheer;

Gelet op de beslissingen genomen door de algemeen directeur aangaande het dagelijks personeelsbeheer;

Overwegende dat het vast bureau ter zitting geïnformeerd werd over deze beslissingen door de algemeen directeur;

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 170 : De algemeen directeur
<p><span class="artikelversie">artikel 170 van het decreet over het lokaal bestuur: De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden. De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comit&eacute; voor de sociale dienst</span></p>

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

De rapportering goed te keuren.

8.

2022_VB_00113 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging rechtspositieregeling artikel 60 §7 organieke wet

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
8.

2022_VB_00113 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging rechtspositieregeling artikel 60 §7 organieke wet

2022_VB_00113 - Beslissing van het vast bureau betreffende de wijziging rechtspositieregeling artikel 60 §7 organieke wet

Motivering

Motivering

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2008 en 13 april 2011;

Gelet op artikel 151 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen;

Gelet op de conceptnota BIS houdende voorstel van aanpak geboorteverlof lokale besturen van de heer Bart Somers, Vlaamse minister van binnenlands bestuur, bestuurszaken, inburgering en gelijke kansen; van de verloven en afwezigheden, de administratieve toestanden en de geldelijke en administratieve gevolgen;

Gelet op de programmawet van 20 december 2020 betreffende optrekking van het geboorteverlof;

Gelet op de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof, publicatie Belgisch staatsblad 15 juli 2021, inwerkingtreding vanaf 25 juli 2021;

Gelet op de wet tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof van 15 juli 2021;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op de publicatie in het Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2021 betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021, zoals hiervoor beschreven, waaronder ook de verhoging van de eindejaarstoelage;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 26 september 2011 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 21 mei 2012 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 10 december 2013 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 17 december 2014 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 6 juli 2016 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 21 juni 2017 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 21 maart 2018 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de beslissing van de OCMW raad van prefusiebestuur Aalter van 19 september 2018 betreffende de goedkeuring van de OCMW rechtspositieregeling artikel 60 § 7 organieke wet;

Gelet op de afsprakennota van 1 juni 2019 van artikel 60 §7 van de Welzijnsband Meetjesland; dat deze afsprakennota wordt toegepast in de OCMW's van Aalter, Assenede, Eeklo, Kaprijke, Lievegem, Maldegem, Nevele, Sint-Laureins en Zelzate;

Gelet op het eindverslag nr. 2021/2 houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 10 maart 2017 en 17 maart 2021 werden gevoerd in de onderafdeling 'Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap' van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het sectoraal VIA6-akkoord van 30 maart 2021 dat werd afgesloten tussen de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties betreffende de koopkrachtmaatregelen voor de personeelsleden van de publieke sector;

Gelet op het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 tussen de sociale partners van de publieke sector houdende de aanpassing van de koopkrachtmaatregelen uit het VIA6-akkoord, de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden en de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het VIA6-akkoord valt;

Overwegende dat ten gevolge van de gewijzigde wetgeving een aantal wijzigingen worden aangebracht in de rechtspositieregeling artikel 60 §7 organieke wet; 

Overwegende dat in deel 1, hoofdstuk 2, artikel 2, paragraaf 3 zal geschrapt worden, aangezien het OCMW decreet werd vervangen door het decreet lokaal bestuur en het OCMW decreet bijgevolg niet meer rechtsgeldig is;

Overwegende dat wordt voorgesteld om in deel 1, hoofdstuk 2, artikel 2, paragraaf 6 te schrappen, aangezien niet duidelijk is welke voorzitter het uitvoerend orgaan van het bestuur zou zijn;

Overwegende dat wordt voorgesteld om de term 'hoofd van het personeel' in de volledige rechtspositieregeling aan te passen naar 'algemeen directeur';

Overwegende dat indien de term 'OCMW-secretaris' nog opgenomen stond in de rechtspositieregeling, dat deze zal vervangen worden door 'algemeen directeur';

Overwegende dat in hoofdstuk 6, artikel 20 de volgende bepalingen zullen worden toegevoegd:

  • De evaluatie gebeurt door de OCMW arbeidstrajectbegeleider, in aanwezig van het personeelslid, de werkplaatsbegeleider en de maatschappelijk werker.
  • De evaluatie heeft plaats na de 1ste en de 3de maand van de tewerkstelling. Nadien om de 3 maanden.
  • Elke 6 maanden vindt een POP evaluatie plaats.
  • Bij de knelpuntevaluatie is ook de begeleidend maatschappelijk werker sociale dienst aanwezig;

Overwegende dat in deel 3, hoofdstuk 1, artikel 21, paragraaf 2 met betrekking tot het individuele jaarsalaris mag verwijderd worden, aangezien het salaris altijd wordt toegekend op trap 0 van schaal E1 en dit wordt bevroren en bijgevolg geen periodieke verhoging wordt toegekend;

Overwegende dat aan artikel 29 §2 en §3 de bedragen van respectievelijk de haardtoelage en de standplaatstoelage zullen worden opgenomen zoals hieronder opgenomen:

  • Haardtoelage: 719,89 euro (100%) wanneer het salaris 16.099,84 euro (100%) niet overschrijdt;
  • Standplaatstoelage: 359,95 euro (100%) op voorwaarde dat het salaris niet hoger is dan 16.099,84 euro (100%)

Overwegende dat artikel 32 met betrekking tot de periode van uitbetaling vakantiegeld zal worden aangepast van 1 mei tot en met 30 juni naar uitbetaling tussen 1 mei en 15 juni;

Overwegende dat geschrapt wordt dat de verhoging van de eindejaarstoelage nooit mag leiden tot een eindejaarstoelage die hoger is dan een twaalfde van het jaarsalaris;

Overwegende dat het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage tot 3,6% van het jaarsalaris wordt opgetrokken vanaf het jaar 2021 voor het niet-VIA6 personeel; dat de Vlaamse regering een compensatie aan de lokale besturen uitkeert om de oversijpelingseffecten van het VIA6-akkoord naar het personeel dat onder het toepassingsgebied van de sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale en provinciale besturen valt maar geen VIA-personeel is, op te vangen; dat de compensatieregeling recurrent is, dat deze geldt voor 2021 en doorloopt de volgende jaren; dat de compensatie van 2021 30 miljoen euro bedraagt; dat de bedragen jaarlijks worden geïndexeerd; dat de compensatie ongeveer 0,7% van de 1,1% verhoging zal dekken;

Overwegende dat de sociale partners zich engageren om in de loop van de huidige gemeentelijke legislatuur geen bijkomende sectorale akkoorden met koopkrachtmaatregelen voor het personeel van de lokale en provinciale besturen meer af te sluiten;

Overwegende dat de sociale partners zich engageren om vanaf de volgende gemeentelijke legislatuur één sectoraal akkoord met koopkrachtmaatregelen voor het personeel van de lokale besturen af te sluiten dat aanvangt op dezelfde datum als het gemeentelijk meerjarenplan en een looptijd heeft die gelijk loopt met het gemeentelijk meerjarenplan;

Overwegende dat artikel 42 §4 wordt uitgebreid met de bepaling dat de niet opgenomen overuren enkel zullen worden uitbetaald indien de opname van de overuren wegens dienstorganisatorische redenen door de verantwoordelijke is geweigerd;

Overwegende dat artikel 45, paragraaf 2 de dienstwagen wordt gewijzigd naar dienstwagen van het lokaal bestuur, aangezien het OCMW niet over dienstwagens beschikt;

Overwegende dat artikel 47 paragraaf 4 wordt aangepast naar de wettelijke barema's voor dienstreizen met de fiets, namelijk 0,1872 euro per kilometer;

Overwegende dat artikel 47 paragraaf 6 wordt aangepast en dat de website www.google.be/maps zal worden gebruikt om de afstand van de dienstreis te bepalen;

Overwegende dat in hoofdstuk 4, artikel 49, paragraaf 2 het bedrag van de fietsvergoeding aangepast wordt naar 20 cent per kilometer; dat paragraaf 4 wordt aangepast naar minimum 5 dagen per maand het woon-werk traject per fiets afleggen om in aanmerking te komen voor een fietsvergoeding;

Overwegende dat aan artikel 51/1 paragraaf 6 de volgende bepalingen zullen worden toegevoegd met betrekking tot het recht op maaltijdcheques na het vervullen van een aantal voorwaarden:

  • Na het presteren van 6 volledige maanden effectieve tewerkstelling, (stage niet meegerekend) volgens de bepaalde prestatiebreuk – indien de uitvoering van de arbeidsovereenkomst binnen de eerste 6 maanden wordt geschorst, wordt deze periode van 6 maanden met evenredige duur verlengd;
  • Op voorwaarde en zolang het betrokken personeelslid niet meer dan één knelpuntevaluatie heeft ondergaan. Bij het ondergaan van een tweede knelpuntevaluatie binnen of na de eerste periode van 6 maanden tewerkstelling, verliest het personeelslid zijn recht op maaltijdcheques.
    Hij kan dit recht op maaltijdcheques opnieuw verkrijgen, na het presteren van een nieuwe periode van 6 volledige maanden effectieve tewerkstelling volgend op deze tweede knelpuntevaluatie. Het personeelslid dat onvolledige prestaties levert, ontvangt maaltijdcheques à rato van zijn prestatiebreuk.

Overwegende dat in hoofdstuk 2 betreffende jaarlijkse vakantie , artikel 55, §1 het aantal betaalde dagen vakantie wordt aangepast naar 20 dagen, dit conform de afsprakennota van 1 juni 2019 van Welzijnsband Meetjesland;

Overwegende dat in hoofdstuk 3 betreffende feestdagen, artikel 58, §1 wordt toegevoegd dat indien de plaats van tewerkstelling extra feestdagen toekent, dat het personeelslid hiervoor ook betaalde vakantie krijgt;

Overwegende dat in hoofdstuk 4 betreffende omstandigheidsverlof, dat het geboorteverlof en het rouwverlof worden aangepast conform de nieuwe wetgeving;

Overwegende dat vanaf 1 januari 2021 het aantal dagen geboorteverlof stapsgewijs wordt opgetrokken naar 20 dagen in 2023;

Overwegende dat het geboorteverlof vanaf 1 januari 2021 15 dagen zal bedragen; dat het geboorteverlof vanaf 1 januari 2023 20 dagen zal bedragen;

Overwegende dat de programmawet van 20 december 2020 rechtstreeks van toepassing is op de contractuele personeelsleden, gezien zij verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst;

Overwegende het voorstel om artikel 71 §1 - 2 - 3 - 4 - 5 te schrappen; dat het artikel 60 niet meer in aanmerking komt om onbetaald verlof op te nemen gedurende twee jaar in de loopbaan, op te nemen in periodes van minimaal één maand;

Overwegende het voorstel om aan artikel 71 de volgende nieuwe paragrafen toe te voegen met betrekking tot onbetaald verlof § 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6:

§1 Indien het personeelslid geen recht heeft op een volledig betaald verlof, kan het personeelslid in aanmerking komen voor een onbetaald verlof. Deze wordt door het hoofd van het personeel goedgekeurd.

§2 Het aantal dagen onbetaald verlof bedraagt maximaal 20 dagen per kalenderjaar en wordt berekend pro rata van het aantal maanden tewerkstelling en de prestatiebreuk.

§3 De eventuele wettelijke verlofdagen worden in mindering gebracht van het maximale aantal dagen onbetaald verlof.

§4 Voor de opname van de dagen onbetaald verlof wordt rekening gehouden met de eventuele collectieve sluiting van de tewerkstellingsplaats in de loop van het kalenderjaar. 

§5 Dit onbetaald verlof kan worden geweigerd als de gevraagde periode van afwezigheid niet verenigbaar is met de goede werking van de tewerkstellingsplaats. 

§6 Het onbetaald verlof kan worden geweigerd indien uit het advies van de maatschappelijk werker van de sociale dienst blijkt dat het personeelslid over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt om de periode van onbetaald verlof te overbruggen.

Dit onbetaald verlof wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit.

Overwegende dat wordt voorgesteld om aan artikel 75 de volgende paragrafen toe te voegen:

§3 Het personeelslid gaat op medisch onderzoek bij de arbeidsgeneesheer van het OCMW voor zijn aanwerving. Voor specifieke functies zijn er bijkomende onderzoeken. Afhankelijk van de individuele resultaten van het personeelslid, kan het OCMW een bijkomend onderzoek vragen. Het personeelslid wordt dienstvrijstelling toegekend voor de duurtijd van het medisch onderzoek.

§4. Met uitzondering van §3 mag tijdens de diensturen in principe geen bezoek gebracht worden aan de tandarts, dokter of andere geneesheer. Het is immers meestal mogelijk een afspraak te maken na de diensturen. Het personeelslid vraagt toelating aan zijn leidinggevende ingeval een afspraak werd vastgelegd door de geneesheer zelf en het personeelslid bij uitzondering een geneeskundig onderzoek dient te ondergaan tijdens de diensturen. Deze afwezigheid dient steeds met een medisch getuigschrift worden gestaafd, met aanduiding van aanvang en duur van het onderzoek. Voor een dergelijke afwezigheid dient het personeelslid steeds verlof of overuren te nemen of deze afwezigheid later te compenseren.

Overwegende dat artikel 80 wordt voorgesteld om de dienstvrijstelling voor 2 januari en de kermisfeestdagen te schrappen uit RPR A60 §7, daar dit niet kadert in de afsprakennota van 1 juli 2019 van Welzijnsband Meetjesland;

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 84 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor. Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit</p>
Artikel 84 §3 2° van het decreet lokaal bestuur
artikel 84 &sect;3 2&deg; van het decreet lokaal bestuur: Het vast bureau is bevoegd voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, onder voorbehoud van de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 78, tweede lid, 7&deg;, en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de raad voor maatschappelijk welzijn is opgedragen

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

In deel 1, hoofdstuk 2, artikel 2, paragraaf 3 schrappen, aangezien het OCMW decreet werd vervangen door het decreet lokaal bestuur en het OCMW decreet bijgevolg niet meer rechtsgeldig is.

Artikel 2

In deel 1, hoofdstuk 2, artikel 2, paragraaf 6 te schrappen, aangezien niet duidelijk is welke voorzitter het uitvoerend orgaan van het bestuur zou zijn.

Artikel 3

De term 'hoofd van het personeel' in de volledige rechtspositieregeling aan te passen naar 'algemeen directeur' en indien  de term 'OCMW-secretaris' nog opgenomen stond in de rechtspositieregeling, deze vervangen door 'algemeen directeur'.

Artikel 4

In hoofdstuk 6 met betrekking tot evaluatie van het A60§7 personeelslid, artikel 20 de volgende bepalingen toe te voegen:

  • De evaluatie gebeurt door de OCMW arbeidstrajectbegeleider, in aanwezig van het personeelslid, de werkplaatsbegeleider en de maatschappelijk werker.
  • De evaluatie heeft plaats na de 1ste en de 3de maand van de tewerkstelling. Nadien om de 3 maanden.
  • Elke 6 maanden vindt een POP evaluatie plaats.
  • Bij de knelpuntevaluatie is ook de begeleidend maatschappelijk werker sociale dienst aanwezig;

Artikel 5

De bepaling deel 3, hoofdstuk 1, artikel 21, paragraaf 2 met betrekking tot het individuele jaarsalaris te verwijderen, aangezien het salaris altijd wordt toegekend op trap 0 van schaal E1 en dit wordt bevroren en bijgevolg geen periodieke verhoging wordt toegekend.

Artikel 6

Aan artikel 29 §2 en §3 de bedragen van respectievelijk de haartoelage en de standplaatstoelage op te nemen zoals hieronder beschreven:

  • Haardtoelage: 719,89 euro (100%) wanneer het salaris 16.099,84 euro (100%) niet overschrijdt;
  • Standplaatstoelage: 359,95 euro (100%) op voorwaarde dat het salaris niet hoger is dan 16.099,84 euro (100%)

Artikel 7

De periode van uitbetaling vakantiegeld aan te passen van 1 mei tot en met 30 juni naar een uitbetaling tussen 1 mei en 15 juni;

Artikel 8

Het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage naar 3,6 % van het jaarsalaris op te trekken vanaf het jaar 2021.

Artikel 9

Niet opgenomen overuren enkel nog uit te betalen indien de opname van de overuren wegens dienstorganisatorische redenen door de verantwoordelijke is geweigerd.

Artikel 10

De dienstwagen uit artikel 45, paragraaf 2 aan te passen naar dienstwagens van het lokaal bestuur aangezien het OCMW niet over dienstvoertuigen beschikt, maar lokaal bestuur Aalter in zijn geheel wel.

Artikel 11

De kilometervergoeding voor dienstreizen met de fiets aan te passen naar 0,1872 euro per kilometer, het wettelijke barema en de website www.google.be/maps te gebruiken om de afstand van de dienstreis te bepalen.

Artikel 12

Het bedrag voor de fietsvergoeding woon-werkverkeer aan te passen naar 20 cent per kilometer en dat er minimaal 5 dagen per maand het woon-werk traject met de fiets moet afgelegd worden om in aanmerking te komen voor een fietsvergoeding.

Artikel 13

Bijkomende bepalingen toe te voegen met betrekking tot het recht op maaltijdcheques:

  • Na het presteren van 6 volledige maanden effectieve tewerkstelling, (stage niet meegerekend) volgens de bepaalde prestatiebreuk – indien de uitvoering van de arbeidsovereenkomst binnen de eerste 6 maanden wordt geschorst, wordt deze periode van 6 maanden met evenredige duur verlengd;
  • Op voorwaarde en zolang het betrokken personeelslid niet meer dan één knelpuntevaluatie heeft ondergaan. Bij het ondergaan van een tweede knelpuntevaluatie binnen of na de eerste periode van 6 maanden tewerkstelling, verliest het personeelslid zijn recht op maaltijdcheques.
    Hij kan dit recht op maaltijdcheques opnieuw verkrijgen, na het presteren van een nieuwe periode van 6 volledige maanden effectieve tewerkstelling volgend op deze tweede knelpuntevaluatie.

Artikel 14

De vakantiedagen aan te passen naar 20 dagen, dit conform de afsprakennota van 1 juni 2019 van Welzijnsband Meetjesland.

Artikel 15

Indien de plaats van tewerkstelling extra feestdagen toekent, dat het personeelslid A60§7 hiervoor ook betaalde vakantie krijgt.

Artikel 16

De bepalingen conform de wet tot uitbreiding van het rouwverlof van 15 juli 2021 toe te passen in deze RPR en het omstandigheidsverlof aan te passen.

Artikel 17

Vanaf 2021 15 dagen geboorteverlof toe te kennen en vanaf 2023 20 dagen geboorteverlof toe te kennen, conform de programmawet van 20 december 2020 betreffende optrekking van het geboorteverlof

Artikel 18

Artikel 71 §1 - 2 - 3 - 4 - 5 te schrappen; dat het artikel 60 niet meer in aanmerking komt om onbetaald verlof op te nemen gedurende twee jaar in de loopbaan, op te nemen in periodes van minimaal één maand.

Aan artikel 71 de volgende nieuwe paragrafen toe te voegen met betrekking tot onbetaald verlof § 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6:

§1 Indien het personeelslid geen recht heeft op een volledig betaald verlof, kan het personeelslid in aanmerking komen voor een onbetaald verlof. Deze wordt door het hoofd van het personeel goedgekeurd.

§2 Het aantal dagen onbetaald verlof bedraagt maximaal 20 dagen per kalenderjaar en wordt berekend pro rata van het aantal maanden tewerkstelling en de prestatiebreuk.

§3 De eventuele wettelijke verlofdagen worden in mindering gebracht van het maximale aantal dagen onbetaald verlof.

§4 Voor de opname van de dagen onbetaald verlof wordt rekening gehouden met de eventuele collectieve sluiting van de tewerkstellingsplaats in de loop van het kalenderjaar. 

§5 Dit onbetaald verlof kan worden geweigerd als de gevraagde periode van afwezigheid niet verenigbaar is met de goede werking van de tewerkstellingsplaats. 

§6 Het onbetaald verlof kan worden geweigerd indien uit het advies van de maatschappelijk werker van de sociale dienst blijkt dat het personeelslid over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt om de periode van onbetaald verlof te overbruggen.

Dit onbetaald verlof wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit.

Artikel 19

Aan artikel 75 de volgende paragrafen toe te voegen:

§3 Het personeelslid gaat op medisch onderzoek bij de arbeidsgeneesheer van het OCMW voor zijn aanwerving. Voor specifieke functies zijn er bijkomende onderzoeken. Afhankelijk van de individuele resultaten van het personeelslid, kan het OCMW een bijkomend onderzoek vragen. Het personeelslid wordt dienstvrijstelling toegekend voor de duurtijd van het medisch onderzoek.

§4. Met uitzondering van §3 mag tijdens de diensturen in principe geen bezoek gebracht worden aan de tandarts, dokter of andere geneesheer. Het is immers meestal mogelijk een afspraak te maken na de diensturen. Het personeelslid vraagt toelating aan zijn leidinggevende ingeval een afspraak werd vastgelegd door de geneesheer zelf en het personeelslid bij uitzondering een geneeskundig onderzoek dient te ondergaan tijdens de diensturen. Deze afwezigheid dient steeds met een medisch getuigschrift worden gestaafd, met aanduiding van aanvang en duur van het onderzoek. Voor een dergelijke afwezigheid dient het personeelslid steeds verlof of overuren te nemen of deze afwezigheid later te compenseren.

Artikel 20

De dienstvrijstelling voor 2 januari en de kermisfeestdagen te schrappen uit RPR A60 §7, daar dit niet kadert in de afsprakennota van 1 juli 2019 van Welzijnsband Meetjesland.

Artikel 21

Deze wijziging van de rechtspositieregeling voor te leggen aan de representatieve vakbonden.

9.

2022_VB_00114 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht ‘Uitvoeren van schilderwerken'

Goedgekeurd
9.

2022_VB_00114 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht ‘Uitvoeren van schilderwerken'

2022_VB_00114 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht ‘Uitvoeren van schilderwerken'
10.

2022_VB_00115 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de bestelbonnen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
10.

2022_VB_00115 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de bestelbonnen

2022_VB_00115 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van de bestelbonnen

Motivering

Motivering

Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019, dat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, alle uitgaven inzake exploitatiekosten tot een bedrag gelijk aan de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - klassieke sectoren;

Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 december 2021 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2022/1 2020-2025;

Overwegende dat het vast bureau bevoegd is voor:

- het financiële beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn;

- het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten;

Overwegende de opgemaakte bestelbon O/2022/54 tot O/2022/62 ;

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 84 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;3 3&deg; van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau is bevoegd voor het financi&euml;le beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn</p>
Artikel 84 §3 4° van het decreet lokaal bestuur
artikel 84 &sect;3 4&deg; van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

De bestelbonnen goed te keuren.

11.

2022_VB_00116 - Beslissing van het vast bureau betreffende de aanvraag tot verlenging van het project 'iedereen verdient vakantie'

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Pieter De Crem, voorzitter; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Johan Van den Kerchove, leden; Luc Jolie, algemeen directeur
Afwezig
Luc De Meyer, lid
Secretaris
Luc Jolie, algemeen directeur
Voorzitter
Pieter De Crem, voorzitter
11.

2022_VB_00116 - Beslissing van het vast bureau betreffende de aanvraag tot verlenging van het project 'iedereen verdient vakantie'

2022_VB_00116 - Beslissing van het vast bureau betreffende de aanvraag tot verlenging van het project 'iedereen verdient vakantie'

Motivering

Motivering

Gelet op de projectoproep voor het Vlaams impulsprogramma "Iedereen verdient vakantie";

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 8 juni 2020 betreffende het indienen van een project binnen het Vlaams impulsprogramma "iedereen verdient vakantie";

Gelet op het besluit van Toerisme Vlaanderen van 30 november 2020 tot toekenning van een subsidie voor het project 'vakantie is dromen, doen en delen';

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 10 mei 2021 betreffende de aanvraag tot verlenging en verandering van focus in het project 'iedereen verdient vakantie';

Overwegende dat Toerisme Vlaanderen met dit impulsprogramma sociaal toerisme centraal stelt; dat men projecten ondersteunt die vakantiedrempels wegnemen; dat deze projecten drempels moeten wegnemen in de volledige vakantieketen, van dromen over vakantie tot herinneringen ophalen aan vakantie; dat het aangewezen is om de focus van het project te verleggen naar drempels wegnemen om aan lokale vrijetijdsbesteding te doen; dat dit door de huidige COVID-19 maatregelen de beste optie is;

Overwegende dat het project momenteel loopt tot en met 30 april 2022; dat de Vlaamse overheid de mogelijkheid geeft om de duur van het project te verlengen tot en met eind december 2022; dat een verlenging aangewezen is omdat er nog geen doelstellingen gerealiseerd konden worden door de zopas afgelopen COVID-19 maatregelen waarbij jeugdbewegingen hun normale werking terug dienden op te starten; dat er geen extra kosten verbonden zijn aan een project verlenging; dat er geen extra personeelskosten verbonden zijn aan een project verlenging door de overlapping met het project 'Arm in Arm, zij aan zij';

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 84 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 84 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor. Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit</p>

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

De verlenging van het project 'iedereen verdient vakantie' tot en met eind december 2022 goed te keuren.