Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2019, artikel 184 ยง1, dat bepaalt dat het personeel in statutair of in contractueel dienstverband kan worden aangesteld;
Gelet op de bepalingen betreffende de opmaak van de personeelsformatie zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 juli 2021 betreffende de personeelsformatie;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 25 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de wijziging van de personeelsformatie;
Gelet op de bespreking van het ontwerp van wijziging van de personeelsformatie met de representatieve vakbonden op 10 november 2021;
Overwegende dat de personeelsformatie de waarde heeft van een plan op het operationele niveau waarin de personele middelen worden vastgelegd voor de uitvoering van het beleid; dat het een veranderlijk beheersinstrument is dat wordt bijgestuurd naarmate de opvattingen over de dienstverlening evolueren en het werkvolume of de werkprocessen veranderen; dat jaarlijks binnen de budgettaire ruimte een personeelsplan wordt uitgewerkt waarin de geplande selectieprocedures worden opgenomen om de bezetting te laten evolueren binnen de contouren van de personeelsformatie;
Overwegende dat het aangewezen is om de personeelsformatie op regelmatige basis te evalueren en actualiseren;
Overwegende dat bij het vaststellen van de formatie een onderscheid gemaakt wordt tussen de formatie bestaande uit de statutaire en contractuele betrekkingen;
Overwegende dat het bestuur beoogt in te zetten op de noodzaak om kwaliteitsvol personeel aan te trekken en in dienst te houden; dat er wordt ervaren dat selectieprocedures soms meerdere keren dienen georganiseerd te worden om effectieve instroom te genereren; dat dit een algemene trend is; dat het hierbij noodzakelijk is om een flexibel aanwervings- en bevorderingsbeleid te kunnen voeren binnen de budgetten opgenomen in het meerjarenplan van het lokaal bestuur waarbij indien nodig een vacature ook op een ander loonniveau kan uitgeschreven worden; dat hierdoor meer speling wordt voorzien in de voorgestelde formatiewijziging;
Overwegende dat volgende wijziging wordt voorgesteld:
niveau | statuut | huidige formatie | formatiewijziging |
A5a-A5b | statutair | 2 | 2 |
A1a-A3a | statutair | 0 | 0 |
A1a-A3a | contractueel | 1 | 2 |
B4-B5 | statutair | 0 | 1 |
B4-B5 | contractueel | 3 | 9 |
B1-B3 | statutair | 4 | 4 |
B1-B3 | contractueel | 14,5 | 17 |
C4-C5 | contractueel | 0 | 1 |
C1-C3 | contractueel | 14,25 | 16,5 |
D1-D3 | contractueel | 0,5 | 0,5 |
E1-E3 | contractueel | 24 | 25 |
Eindtotaal | 63,25 | 78 |
Volgende personeelsformatie vast te leggen met ingang van 1 januari 2022:
niveau | statuut | huidige formatie | formatiewijziging |
A5a-A5b | statutair | 2 | 2 |
A1a-A3a | statutair | 0 | 0 |
A1a-A3a | contractueel | 1 | 2 |
B4-B5 | statutair | 0 | 1 |
B4-B5 | contractueel | 3 | 9 |
B1-B3 | statutair | 4 | 4 |
B1-B3 | contractueel | 14,5 | 17 |
C4-C5 | contractueel | 0 | 1 |
C1-C3 | contractueel | 14,25 | 16,5 |
D1-D3 | contractueel | 0,5 | 0,5 |
E1-E3 | contractueel | 24 | 25 |
Eindtotaal | 63,25 | 78 |
De personeelsformatie zoals vastgelegd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 12 juli 2021 op te heffen met ingang van 1 januari 2022.