Dit besluit werd opgeheven door de raad voor maatschappelijk welzijn op 4 september 2023.
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikelen 1 en 57;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten, artikel 31;
Gelet op de beslissing van raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het reglement 'Ten laste name eerste en tweede leeftijdsmelk';
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 16 september 2019 betreffende de goedkeuring van het reglement 'Ten laste name eerste en tweede leeftijdsmelk';
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 18 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van de steunreglementen in het kader van sociale fraudebestrijding;
Overwegende dat de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI) op 30 september 2020 via hun nieuwsbrief aangaf de OCMW's te ondersteunen bij hun sociaal onderzoek naar buitenlandse vermogens; dat de POD MI een aanvraag heeft ingediend bij de FOD Financiën om toegang te verlenen tot de gegevens van buitenlandse onroerende vermogens; dat deze aanvraag werd ingediend om het sociaal onderzoek ten gronde te kunnen uitvoeren en de effectieve nood aan financiële ondersteuning te kunnen vast stellen; dat de POD MI stelt dat deze informatie belangrijk is in het kader van (sociale) fraudebestrijding; dat er op deze manier vermeden kan worden dat er onterecht (financiële) hulp zou toegekend worden aan de aanvrager;
Overwegende dat de sociale dienst contact heeft opgenomen met de POD MI op 8 juli 2021 om na te gaan hoever dit proces staat; dat de POD MI per e-mail verklaart dat deze gegevens uiterlijk voor het einde van dit jaar ter beschikking van de OCMW's zullen komen; dat de POD MI hierover nog zal communiceren;
Overwegende dat de sociale dienst voorbereid wil zijn wanneer deze gegevens beschikbaar zijn; dat de aanvrager op de hoogte moet zijn dat de sociale dienst onder andere de gegevens omtrent (binnenlandse en buitenlandse) onroerende vermogens zal onderzoeken; dat deze informatie van cruciaal belang is om na te gaan of men recht heeft op maatschappelijke dienstverlening; dat er in elk steunreglement een specifieke voorwaarde moet worden opgenomen ter verduidelijking van het sociaal onderzoek;
Overwegende dat deze bepaling werd opgenomen: De aanvrager mag een enige eigendom in België bewonen, er mogen geen eigendommen in buitenland in bezit zijn. Het bewijs kan door de maatschappelijk werker via de KSZ opgevraagd worden. Indien dit niet kan, dient er een bewijs via de ambassade bezorgd worden aan de maatschappelijk werker;
Overwegende dat het bestaande steunreglement dient opgeheven te worden;
Het steunreglement 'Ten laste name eerste en tweede leeftijdsmelk' goed te keuren met ingang vanaf 1 januari 2022.
Het huidige steunreglement 'Ten laste name eerste en tweede leeftijdsmelk' op te heffen met ingang vanaf 1 januari 2022.