Gelet op de beslissing van de Europese Unie op de Europese raad van oktober 2009, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80 tot 95% te reduceren ten opzichte van 1990;
Gelet op de lancering door de Europese Commissie van het ‘Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie’ om de inspanningen van lokale overheden bij de uitvoering van duurzaam energiebeleid te onderschrijven en ondersteunen; dat lokale overheden een cruciale rol spelen bij het afremmen van de gevolgen van klimaatverandering aangezien 80% van het energieverbruik en de CO2-uitstoot verband houdt met stedelijke en gemeentelijke activiteiten;
Gelet op het Vlaams actieplan Clean Power for Transport van 18 december 2015;
Gelet op de Vlaamse ontwerpvisie Clean Power for Transport 2030;
Gelet op het decreet over zero-emissievoertuigen en voertuigen aangedreven door alternatieve brandstoffen van 25 augustus 2021;
Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken van 1 december 2021;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op het bestuursakkoord van de provincie Oost-Vlaanderen waarbij gestreefd wordt naar klimaatneutraliteit tegen 2050;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 3 juni 2019 betreffende de ondertekening van het Burgemeestersconvenant, waarmee het gemeentebestuur streeft naar 40% CO2-reductie tegen 2030 en naar klimaatneutraliteit tegen 2050;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact;
Overwegende dat in 2016 aan Fluvius de opdracht werd gegeven om in samenspraak met de lokale overheden 5000 extra publieke laadpunten te installeren tegen 2020;
Overwegende dat in maart 2020 de Werkgroep Elektromobiliteit is opgericht; dat deze verder werk moest maken van de verdere uitrol van de laadinfrastructuur; dat deze visie werd samengevat in de conceptnota Aanpak uitrol laadinfrastructuur 2021-2025;
Overwegende dat in het Vlaams Energie- en Klimaatplan is bepaald dat er toekomstgericht wordt ingezet op een basisnetwerk van publiek toegankelijke laadinfrastructuur en op snellaadinfrastructuur langs de grote verkeersassen om de 25 km;
Overwegende dat het paal-volgt-wagen principe blijft bestaan; dat elke burger een publieke laadpaal kan aanvragen mits voldaan wordt aan volgende 3 voorwaarden:
Overwegende dat de mogelijkheid ook wordt voorzien om laadpalen bij te plaatsen waar er extra behoefte is; dat dit vb. kan bij laadpalen waar er reeds veel geladen wordt; dat hiervoor, op vraag van het lokaal bestuur, behoefteanalyses en potentieel kaarten ter beschikking worden gesteld ter ondersteuning van een strategische plaatsing; dat dit op een slimme en datagestuurde manier kan;
Overwegende dat het departement MOW de plaatsingsprocedures zal organiseren en de uitrol ervan zal coördineren; dat dit dient om de stad of gemeente te ontzorgen; dat dit bijdraagt tot zoveel mogelijk eenvormigheid in Vlaanderen;
Overwegende dat bij de vorige uitrol een samenwerking is aangegaan met Allego; dat is gebleken dat 1 partij niet tijdig kan voldoen aan alle aanvragen; dat in het nieuwe systeem zal gewerkt worden met regio's en dus meerdere participanten;
Overwegende dat volgende planning wordt voorzien:
Overwegende dat wordt vooropgesteld dat de stad of gemeente als volgt zal worden betrokken in het proces:
Overwegende dat er reeds 6 publieke laadplaatsen aanwezig zijn op het grondgebied in Aalter:
Overwegende dat steden en gemeenten er ook zelf kunnen voor kiezen om een plaatsingsprocedure uit te schrijven; dat in dat geval zij geen voorwerp zal uitmaken van de procedure; dat dit schriftelijk moet gemeld worden aan het departement MOW voor 31 december 2021; dat steden en gemeenten die geen eigen plaatsingsprocedure wensen te organiseren niets verder moeten ondernemen en automatisch gebruik kunnen maken van hogervermelde procedure georganiseerd door het departement MOW;
Overwegende dat voor specifieke noden, die buiten de opdracht van de concessie vallen (zoals laadpalen op niet-publieke toegankelijke plaatsen of andere infrastructuurtoepassingen met ingebouwde laadpunten), het lokaal bestuur nog altijd een aparte aanbesteding kan opmaken;
Overwegende dat op 15 december 2021 telefonisch contact was met de contactpersoon van het departement MOW, mevrouw Soetkin Jehaes; dat hiermee een aantal vragen zijn verduidelijkt en beantwoord; dat innovatieve concepten zoals verzinkbare laadpalen of laden via verlichtingsarmaturen buiten deze plaatsingsprocedure vallen; dat het lokaal bestuur hiervoor een eigen procedure mag opstarten;
Overwegende dat met de lokale relatiebeheerder van Tomorrowlab, de heer Johny Vermaelen, overleg is geweest op 16 december 2021; dat zij adviseren om in te stappen in de plaatsingsprocedures van het departement MOW; dat volgende zaken voor Tomorrowlab een meerwaarde zijn:
Het departement MOW mee te delen te willen deel uitmaken van de plaatsingsprocedure.
Innovatieve laadconcepten verder te onderzoeken in samenwerking met Tomorrowlab.