Terug
Gepubliceerd op 09/02/2022

2021_CBS_04353 - Collegebeslissing betreffende de goedkeuring van het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening, het uitsturen van de adviesvragen en het organiseren van het openbaar onderzoek

College van Burgemeester en Schepenen
ma 20/12/2021 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem, burgemeester; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Luc De Meyer, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Johan Van den Kerchove, schepen; Peter Ponnet, korpschef

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem, burgemeester
2021_CBS_04353 - Collegebeslissing betreffende de goedkeuring van het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening, het uitsturen van de adviesvragen en het organiseren van het openbaar onderzoek 2021_CBS_04353 - Collegebeslissing betreffende de goedkeuring van het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening, het uitsturen van de adviesvragen en het organiseren van het openbaar onderzoek

Motivering

Motivering

Gelet op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, meer specifiek artikel 10 dat het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid regelt;

Gelet op Titel IV Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid over Milieueffect- en veiligheidsrapportage waardoor een plan-milieueffectrapportage is geïntegreerd in het planningsproces;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten; 

Gelet op de gemeentelijk ruimtelijk structuurplannen van het prefusiebestuur Aalter en het prefusiebestuur Knesselare;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen;

Gelet op het gewestplan Eeklo-Aalter;

Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken en handelingen, gecoördineerd op 12 september 2011 en van toepassing op het grondgebied van prefusiebestuur Aalter;

Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken en handelingen, goedgekeurd op 12 april 2017 en van toepassing op het grondgebied van prefusiebestuur Knesselare;

Gelet op de stedenbouwkundige verordening 'Windturbines' van prefusiebestuur Aalter, zoals goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen op 19 december  2013;

Gelet op de beslissing van het college op 1 maart 2021 betreffende de bepaling van de inhoud van de op te maken gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;

Gelet op de beslissing van het college op 30 augustus 2021 betreffende de start van de procedure tot goedkeuring van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;

Gelet op de beslissing van het college op 27 september 2021 betreffende de aanvraag plan-MER ontheffing voor de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen belast is met de opmaak van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening; dat de gemeenteraad belast is met de vaststelling ervan (artikel 2.3.2 §2 lid5 VCRO);

Overwegende dat voor nieuwe stedenbouwkundige verordeningen de initiatiefnemer in eerste instantie moet nagaan of de stedenbouwkundige voorschriften aanzienlijke milieueffecten teweeg kunnen brengen; dat hiertoe een nota MER-screening werd opgemaakt; dat 5 doelstellingen gedefinieerd worden:

  • vanuit administratieve vereenvoudiging het bundelen van bestaande verordeningen in 1 algemene verordening
  • het voeren van een uniform beleid inzake windmolens
  • het regelen (en beperken) van het optisch effect van alle schotelantennes
  • het garanderen van een kwaliteitsvol belevingscomfort
  • het garanderen van een kwaliteitsvol wooncomfort;

Overwegende dat de naam van de verordening werd vastgelegd als 'Algemene gecoördineerde verordening';

Overwegende dat het verzoek tot raadpleging werd georganiseerd in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage; dat volgende reacties werden genoteerd:

  • OVAM verwees op 14 oktober 2021 naar enkele bestaande informatiebronnen; 
  • Departement Omgeving deelde op 20 oktober 2021 mee dat er geen kennelijke strijdigheden worden vastgesteld met de geldende gewestelijke verordeningen of andere Vlaamse geldende beleidskaders; dat wel verwezen worden naar art. 12.2. van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is; dat dit artikel stelt dat onder bepaalde randvoorwaarden schotelantennes vrij van vergunning zijn; dat de VCRO niet toelaat dat voor vrijgestelde handelingen een vergunningsplicht wordt ingevoerd; dat om die redenen artikel 3.1. van het ontwerp van stedenbouwkundige verordening moet worden geschrapt of aangepast;
  • Agentschap Natuur en Bos deelde op 27 oktober 2021 mee akkoord te gaan dat geen plan-MER vereist is en verzoekt om in de tabel Milieueffecten bij art. 2 windturbines aan te vinken dat er een relatie is tot biodiversiteit;
  • Provincie Oost-Vlaanderen deelde op 29 oktober 2021 mee akkoord te gaan dat geen plan-MER dient opgemaakt te worden;
  • Vlaamse Milieumaatschappij deelde op 29 oktober 2021 mee voorwaardelijk gunstig te adviseren; dat voor de definitie van een groendak moet verwezen worden naar de definitie van een groendak volgens de Gewestelijke Stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a.; dat in artikel 4.1 ook vermeld moet worden dat, indien het groendak afwatert naar een hemelwaterput, er een actief koolstoffilter moet worden geïnstalleerd o.w.v. de uitloging van organisch materiaal; dat in artikel 4.2 moet vermeld worden dat de niet-waterdoorlatende verhardingen moeten afhellen naar de langsliggende groenzone zodat het hemelwater hier op het eigen terrein kan infiltreren;
  • Departement Landbouw & Visserij deelde op 4 november 2021 een voorwaardelijk gunstig advies mee en vraagt om het vergunningenbeleid rond kleine windturbines iets ruimer te maken met name dat indien een landbouwer die een professioneel landbouwbedrijf uitbaat, en indien blijkt dat de windturbine op een ruimtelijk aanvaardbare locatie wordt voorzien in het agrarisch gebied (dus wel mits vergunning) en indien blijkt dat de windturbine voor een voldoende extra energie/elektriciteit kan opwekken in functie van het verbruik van het landbouwbedrijf dit ook moet mogelijk blijven;
  • Agentschap Onroerend Erfgoed deelde op 8 november 2021 mee geen advies te geven;
  • Departement Mobiliteit en Openbare Werken deelde op 8 november 2021 mee geen opmerkingen te hebben;

Overwegende dat de dienst MER nog geen standpunt inzake plan-MERplicht formuleerde;

Overwegende dat vanuit een voorspoedige voortgang van het proces het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening reeds werd aangepast volgens alle gegeven opmerkingen, met uitzondering van de vraag vanuit het Departement Landbouw & Visserij om onder voorwaarden windturbines ook in het agrarisch gebied mogelijk te maken; dat dit laatste niet gevolgd wordt om reden dat het gemeentebestuur er voor kiest om energiebevoorrading van landbouwbedrijven mogelijk te maken zonder (bijkomende) aantasting van de open ruimte; dat voor het voorzien van bijkomende energieopwekking op landbouwbedrijven betere alternatieve duurzame oplossingen aangewezen zijn die in vergelijking met een windmolen een minimale ruimtelijke impact hebben, en bij voorkeur uitgewerkt worden in combinatie met het verwerken van plantaardige reststromen en/of mest;

Overwegende dat het wenselijk is dat een definitie van meergezinswoning in de verordening wordt opgenomen; dat hiervoor verwezen wordt naar de definitie voorgesteld in het ontwerp RUP Ursel Dorp met name: meergezinswoning: een gebouw met meer dan één woonentiteit, verticaal gestapeld, met uitzondering van bejaardentehuizen, rust- en verzorgingstehuizen, assistentieflats, verpleeginrichtingen, kloosters, hotels, internaten, hospitawoning, zorgwoningen (conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Gestapelde woningen waarbij de wooneenheden allemaal een afzonderlijke toegang hebben vanaf buiten, worden ook aanzien als meergezinswoningen. De woningen hoeven dus niet noodzakelijk via een centrale trappenhal te worden ontsloten om als meergezinswoning te worden aanzien. Meergezinswoningen worden bekomen door nieuwbouw (al dan niet na slopen van één of meerdere bestaande gebouwen), door verbouwing, opdelen, samenvoegen of functiewijziging (of een combinatie hiervan) van één of meerdere bestaande gebouwen;

Overwegende dat na goedkeuring van het ontwerp door het college van burgemeester en schepenen, en nadat dienst MER meedeelde dat geen plan-MER moet opgemaakt worden, de formele adviesvragen kunnen gericht worden aan Departement Omgeving, Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en de Gecoro; dat zij 30 dagen hebben om advies uit te brengen; dat indien de adviezen geen aanleiding geven tot noodzakelijke aanpassingen het openbaar onderzoek kan gestart worden; 

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;1 van het decreet lokaal bestuur: het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor en voert de besluiten van de gemeenteraad uit</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening definitief goed te keuren.

Artikel 2

Van zodra er zekerheid is dat geen plan-MER dient opgemaakt te worden, worden Departement Omgeving, Deputatie provincie Oost-Vlaanderen en Gecoro advies gevraagd.

Artikel 3

Indien de adviezen geen aanleiding geven tot noodzakelijke aanpassingen aan het ontwerp gemeentelijke algemeen gecoördineerde stedenbouwkundige verordening, kan het openbaar onderzoek georganiseerd worden.