Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten, in het bijzonder onderafdeling 2 ‘Voorwaarden en lasten’, artikel 4.2.19 en artikel 4.2.20, dat stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden en lasten kan verbinden;
Gelet op de bijlage bij het ministerieel besluit van 18 maart 2020, die een opsomming weergeeft van essentiële diensten;
Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;
Overwegende dat er standaardvoorwaarden worden opgelegd bij omgevingsvergunningen betreffende het plaatsen van lichtgevende reclame; dat flikkerende lichtreclame niet is toegelaten; dat de lichtsterkte bovendien niet hoger mag zijn dan die van de openbare verlichting;
Overwegende dat deze voorwaarden kunnen aangevuld worden voor niet-essentiële diensten gezien het rendement van deze lichtreclame minder opbrengt tussen 23 u en 7 u; dat er tussen deze uren betrekkelijk minder passage is langsheen de lichtgevende reclame;
Overwegende dat de gemeentelijke omgevingsambtenaar voorstelt om bovenstaande voorwaarden bij elke omgevingsvergunningsaanvraag betreffende het plaatsen van lichtgevende reclame op te leggen;
Akkoord te gaan dat elke omgevingsvergunning betreffende het aanbrengen van lichtgevende reclame, waarbij het niet gaat over een essentiële dienst, voortaan volgende voorwaarden krijgt: