2021_CBS_04156 - Collegebeslissing betreffende het voorstel voor de toekomstige samenwerking met de vzw Vrienden van het Drongengoed

Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 225 §3 betreffende de criteria die bepalen of vermoed wordt dat een rechtspersoon met welbepaalde taken van gemeentelijk belang belast is; 

Gelet op actie 1417: Ontstane dynamiek binnen Landschapspark Drongengoed bestendigen en verder ontwikkelen zoals opgenomen in de meerjarenplanning 2020-2025 van het lokaal bestuur, goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 december 2020;

Gelet op de bestaande samenwerking tussen het lokaal bestuur en de Drongengoedhoeve, meer concreet in de vorm van de samenwerkingsovereenkomst tussen bvba IMMO LAKE en prefusiebestuur Knesselare van 3 januari 2006;

Gelet op de collegebeslissing van 25 oktober 2021 betreffende de toekomstige samenwerking met de vzw Vrienden van het Drongengoed;

Gelet op de collegebeslissing van 22 november 2021 betreffende de toekomstige samenwerking met de vzw Vrienden van het Drongengoed;

Gelet op het overleg van 28 oktober 2021 met de voorzitter en secretaris van de vzw Vrienden van het Drongengoed waarin het voorstel voor de toekomstige samenwerking besproken werd;

Gelet op het advies van 2 december 2021 van het Agentschap Binnenlands Bestuur;

Overwegende dat de simulatie van de nominatieve subsidie een totaalbedrag van 15.323,35 euro als indicatief richtbedrag opleverde;

Overwegende dat de decreetgever in het Decreet Lokaal Bestuur in artikel 225 §3 volgende decretale vermoedens heeft ingevoerd als vermoed wordt dat een rechtspersoon door een gemeente met welbepaalde taken van gemeentelijk belang is belast:
1° een of meer van zijn organen bestaan voor meer dan de helft uit gemeenteraadsleden of leden van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente in kwestie of de leden van de organen worden voor meer dan de helft aangewezen of voorgedragen door die personen;
2° de gemeente of haar vertegenwoordigers beschikken over de meerderheid van de stemrechten in een of meer van zijn organen;
3° zijn financiële middelen worden voor meer dan de helft door de gemeente gefinancierd.

Overwegende dat het Agentschap Binnenlands Bestuur het voorstel voor nominatieve subsidie aan vzw Vrienden van het Drongengoed positief adviseerde; dat uit de voorgelegde feiten blijkt dat vermoeden 1° en 2° duidelijk niet van toepassing zijn; dat uit de voorgelegde feiten echter blijkt dat vermoeden 3° mogelijks wel van toepassing kan zijn; dat dit vermoeden echter formeel weerlegbaar is gezien meerdere keren gesteld werd dat de vereniging niet met beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang belast is en dus ook geen taken van gemeentelijk belang uitvoert; dat het Agentschap Binnenlands Bestuur stelt dat het aanvaardbaar is om op basis van deze argumentatie een nominatieve subsidie toe te kennen aan de vzw Vrienden van het Drongengoed;

Overwegende dat deze toekenning uitsluit dat er nog een andere subsidie wordt voorzien;