Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 194 dat bepaalt dat de personeelsleden recht hebben op opvolging en feedback, al dan niet door middel van een evaluatie, over hun wijze van functioneren. De personeelsleden worden opgevolgd en, in voorkomend geval, geëvalueerd op ambtelijk niveau;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 maart 2021 betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling;
Overwegende dat de Vlaamse regering de intentie heeft het besluit rechtspositieregeling aan te passen; dat deze wijziging nog niet afgerond is; dat de deadline hiervoor al met meer dan 1 jaar achteruit geschoven is; dat het nieuwe besluit rechtspositieregeling vermoedelijk pas ten vroegste in de loop van 2022 zal gepubliceerd worden;
Overwegende dat het luik met betrekking tot de evaluatieprocedure in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel nog niet is aangepast; dat er ook nog verouderde terminologie is opgenomen; dat het de bedoeling was om een wijziging van de evaluatieprocedure mee te nemen met de globale wijziging van het besluit rechtspositieregeling; dat wijzigingen met betrekking tot de evaluatieprocedure dienen te gebeuren voor de ingang van een nieuwe evaluatieperiode; dat de huidige periode afloopt op 31 december 2021;
Overwegende dat momenteel alle personeelsleden aan dezelfde administratief uitgebreide procedure inzake evaluatie worden onderworpen; dat kan nagegaan worden waar door gebruik te maken van het systeem van feedback een administratieve vereenvoudiging mogelijk is die tevens het accent duidelijker legt op ontwikkeling van de medewerkers en het bereiken van de doelstellingen (resultaatgericht werken); dat op die manier de mogelijkheid voorzien wordt om continue feedback te geven aan de personeelsleden met betrekking tot hun prestatieniveau tegenover een terugkoppeling op één welbepaald moment;
Overwegende dat deze materie dient voorgelegd te worden aan de representatieve vakorganisaties;
De evaluatieprocedure in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel te herzien.
Deze wijziging van de rechtspositieregeling voor te leggen aan de representatieve vakbonden.
Deze wijziging van de rechtspositieregeling voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn in een volgende zitting.