Punt 1 tot en met 39 werd hem meegedeeld door het college van burgemeester en schepenen.
OPENBARE ZITTING
BIJKOMENDE PUNTEN
Vastgesteld door voorzitter Kris Ally (CD&V/NVA)
40. Bomen Nieuwstraat
41. Circulatieplan.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vragen en antwoorden
BESLOTEN ZITTING
42. Politie. Arbeidsongeval. Toekenning jaarrente. Goedkeuring.
Gelet op het decreet van 16 december 2020 inzake de wijziging van het decreet van 21 november 2003 over het preventieve gezondheidsbeleid en van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19;
Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 november 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 28 november 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 24 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 29 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 februari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 maart 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 maart 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 maart 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 april 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 7 mei 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 juni 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 juni 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 juli 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 augustus 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 m.b.t. tot de subsidieregeling van lokale bronopsporing en contacttracing;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 januari 2021 inzake de wijziging van het decreet van 21 november 2003 over het preventieve gezondheidsbeleid en van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19;
Gelet op de collegebeslissing van 5 juli 2021 betreffende het schrappen van de actie en herbestemmen van het budget van de analoge vrijetijdsbrochure voor volwassenen als gevolg van de corona-crisis;
Gelet op de collegebeslissing van 12 juli 2021 betreffende de open brief van de jeugdraad over de recente corona-uitbraken en de ondersteuning van de jeugdverenigingen;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende het transitieplan van het vaccinatiecentrum in het Sportpark van Aalter-centrum;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de derde verlenging van de lokale bronopsporing, sensibilisering en quarantainecoaching;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de aanvullende preventieve maatregelen naar aanleiding van de federale maatregelen in het kader van het coronavirus vanaf 1 september 2021 op basis van het overlegcomité van 20 augustus 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op de beslissing van het vast bureau op 2 augustus 2021 betreffende de toekenning van extra budget voor voedselhulp aan vzw De Toevlucht ten gevolge van de coronacrisis;
Gelet op de directiebeslissing van het AGB op 16 augustus 2021 betreffende de werking van het gemeentelijk zwembad binnen de geldende coronamaatregelen vanaf 1 september 2021;
Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid; dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om te vermijden dat de gezondheidszorg onder zodanig zware druk komt te staan, dat de algemene zorgverlening volledig in het gedrang komt;
Overwegende dat de raadsleden geïnformeerd werden over de genomen maatregelen in het kader van de beperking van de verspreiding van het coronavirus;
De rapportering van volgende beslissingen ten gevolge van de beperking van de verspreiding van het coronavirus goed te keuren:
Gelet op het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnsaanbieders;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 mei 2019 tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnsaanbieders;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 2020 tot toekenning van een COVID-19 subsidie aan de zorgraden;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2020 tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021) en het contactonderzoek (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 mei 2021) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 mei 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021) en het contactonderzoek (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 mei 2021) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van prefusiebestuur Knesselare op 13 december 2017 betreffende de goedkeuring om een eerstelijnszone West-Meetjesland op te richten;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van prefusiebestuur Aalter op 18 december 2017 betreffende de goedkeuring om een eerstelijnszone West-Meetjesland op te richten;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 1 april 2019 betreffende de aanduiding van de heer Luc De Meyer als vertegenwoordiger van de gemeente Aalter in de Zorgraad van de eerstelijnszone West-Meetjesland;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 12 november 2019 betreffende de goedkeuring van de statuten en het beleidsplan van de Zorgraad West-Meetjesland vzw in oprichting;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn op 12 november 2019 betreffende de goedkeuring van de statuten en het beleidsplan van de Zorgraad West-Meetjesland vzw in oprichting;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid aangaande de inzet op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid aangaande de inzet op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 14 juni 2021 betreffende de bekrachtiging van de collegebeslissing van 17 mei 2021, betreffende het verder inzetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen en hiervoor een 2e addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid te ondertekenen;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 18 maart 2019 betreffende het aanduiden van een vertegenwoordiger voor de gemeente Aalter in de Zorgraad van de eerstelijnszone West-Meetjesland;
Gelet op de beslissing van het vast bureau op 18 maart 2019 betreffende het aanduiden van een ambtelijke vertegenwoordiger voor het OCMW in de Zorgraad voor de afdeling Welzijn van de eerstelijnszone West-Meetjesland;
Gelet op de beslissing van het vast bureau op 1 april 2019 betreffende het aanduiden van een vertegenwoordiger voor de gemeente Aalter in de Zorgraad van de eerstelijnszone West-Meetjesland;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 26 oktober 2020 betreffende de samenwerking in de eerstelijnszone Meetjesland in het kader van de coronacrisis;
Gelet op de beslissing van het vast bureau op 26 oktober 2020 betreffende de samenwerking in de eerstelijnszone Meetjesland in het kader van de coronacrisis;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 7 december 2020 betreffende het engagement van het lokaal bestuur aangaande de lokale contacttracing, bronopsporing, sensibilisering en quarantainecoaching;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 29 maart 2021 betreffende de verlenging van de lokale bronopsporing, sensibilisering en quarantainecoaching;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 17 mei 2021 betreffende het verder inzetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen en hiervoor een 2e addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid te ondertekenen;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 2 augustus 2021 betreffende het verder inzetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen en hiervoor een derde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid te ondertekenen;
Gelet op de beslissing van de burgemeester wnd. op 13 augustus 2020 betreffende de keuze voor het complementair en ondersteunend scenario om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Overwegende dat de sociale dienst sedert de maand juli 2020 ingezet wordt voor lokale contacttracing en bronopsporing aangezien de Vlaamse contacttracing nog in volle opbouw was; dat de Vlaamse contacttracing op volle toeren draait; dat het weinig zin heeft om besmette patiënten te contacteren die reeds gecontacteerd zijn door de Vlaamse overheid; dat er wel verder ingezet wordt op het bereiken van de meest kwetsbaren en de mensen die het moeilijk hebben om de quarantaine maatregelen te respecteren, hetzij telefonisch na doorverwijzing door de huisarts of door middel van een huisbezoek; dat voor het uitvoeren van de huisbezoeken er samengewerkt wordt met een Field Agent en een coördinator van de Zorgraad West-Meetjesland vzw;
Overwegende dat het Agentschap Binnenlands Bestuur in ondersteunende maatregelen voorziet voor de individuele lokale besturen die samen werken met en ondersteunend werken voor het COVID-19 team rond bronopsporing, sensibilisering en quarantainecoaching met extra aandacht voor kwetsbare mensen; dat het lokaal bestuur volledige toegang heeft tot de data van de controletoren van de Zorgatlas; dat een subsidie toegekend was van 0,125 euro per maand per inwoner met ingang van 1 november 2020 tot en met eind juni 2021; dat het lokaal bestuur hiervoor een samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid heeft afgesloten, een afsprakenkader met het COVID-19 team en voor de 1ste en 2e verlenging een addendum heeft goedgekeurd; dat de Vlaamse regering op 16 juli 2021 een nieuw besluit voor de lokale preventie, sensibilisering, quarantainecoaching en bronopsporing heeft goedgekeurd; dat het besluit een verdere subsidie toekent aan de Vlaamse gemeentebesturen ter ondersteuning van de lokale bronopsporing en dit van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021; dat hiervoor een nieuw addendum moet afgesloten worden tegen uiterlijk 30 september 2021;
Verder in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse clusters, quarantainecoaching, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen en groepen en hiervoor een derde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid te ondertekenen.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen deel 2 titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen artikel 263 dat stelt dat minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025;
Gelet op de collegebeslissing van 22 februari 2021 betreffende de overdracht van de investeringskredieten 2020;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de opvolgingsrapportering;
Overwegende dat de opvolgingsrapportering minstens een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan, evenals een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar dient te bevatten en in voorkomend geval de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan en/of indien van toepassing de wijziging van de financiële risico's;
De opvolgingsrapportering als bijlage bij dit besluit gevoegd vast te stellen.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing het meerjarenplan 2020-2025;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 8 februari 2021 betreffende de goedkeuring van de lijst met nominatieve subsidies;
Gelet op de collegebeslissing van 7 juni 2021 betreffende de vraag van de "Aalterse handelaars" tot ondersteuning in het kader van de braderie van Aalter;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de subsidie aan de "VZW Matchbox" voor de organisatie van de wielerwedstijd "Memorial Bjorg Lambrecht";
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur de lijsten van de specifieke nominatieve subsidies zoals gekend bij de vorige budgetten loskoppelt van de beleidsrapporten, dat de uiteindelijke bevoegdheid blijft bij de bevoegde raad maar dit niet meer hoofdzakelijk via het meerjarenplan beslist wordt, dat in de documentatie bij de beleidsrapporten wel nog een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies wordt opgenomen waaronder de nominatieve subsidies, maar dit overzicht louter informatief is; dat deze subsidies niet werden opgenomen in de goedgekeurde lijst van nominatieve subsidies;
Overwegende dat de nominatieve subsidie een facultatieve subsidie is waarvan de naam van de begunstigde en het bedrag dat maximaal kan uitbetaald worden afzonderlijk door de de gemeenteraad moet worden goedgekeurd; dat deze subsidies niet geregeld worden door een reglement waarvan in een afzonderlijk besluit wordt bepaald hoe de bedragen berekend worden en welke voorwaarden er dienen vervuld te zijn;
De nominatieve subsidie ten bedrage van 2.500,00 euro aan de vzw Matchbox goed te keuren voor de organisatie van de wielerwedstrijd "Memorial Bjorg Lambrecht"
De nominatieve subsidie ten bedrage van 2.000,00 euro aan de Aalterse handelaars goed te keuren voor de organisatie van de Braderie.
Gelet op het ministerieel besluit van 23 juni 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op de collegebeslissing van 29 maart 2021 waarbij beslist werd om de werkingssubsidie 2020-2021 van de jeugdverenigingen prefusiebesturen Aalter en Knesselare uit te betalen tegen uiterlijk eind december 2021 en hiervoor de nodige extra kredieten te voorzien via een aanpassing van het meerjarenplan op het boekjaar 2021;
Gelet op de collegebeslissing van 3 mei 2021 betreffende coronabijstand voor jeugdverenigingen;
Gelet op de collegebeslissing van 12 juli 2021 betreffende de open brief van de jeugdraad over de recente corona-uitbraak en de ondersteuning van de jeugdverenigingen;
Gelet op de brief van de jeugdraad, verstuurd op 5 juli 2021, betreffende de perscommunicatie corona-uitbraak Aalter;
Overwegende dat afgelopen zomer verschillende corona-uitbraken werden vastgesteld bij jeugdverenigingen; dat de jeugdraad verzoekt om de jeugdverenigingen en -initiatieven in deze moeilijke tijden ten volle te blijven ondersteunen;
Overwegende dat het bestuur overtuigd is dat de inspanningen geleverd worden om activiteiten zo veilig mogelijk te organiseren;
Overwegende dat Chiro Kierewiet, Goedingenstraat 70, Bellem hun kamp last-minute moest annuleren door een aantal besmettingen met het coronavirus Covid-19 in de leidingsploeg; dat zij voor de organisatie van hun kamp reeds kosten maakten; dat deze kosten voornamelijk gemaakt werden voor vervoer van deelnemers en de huur van een gebouw of terrein;
Overwegende dat het gemeentebestuur daarom de Aalterse erkende jeugdverenigingen tegemoet komt en een uitzonderlijke subsidie te geven als zij door een uitbraak van het coronavirus Covid-19 hun kamp moeten annuleren;
Overwegende dat volgende kosten gestaafd moeten worden in een dossier gericht aan het college van burgemeester en schepenen:
Overwegende dat deze uitzonderlijke subsidie niet hoger mag zijn dan het reeds uitbetaalde subsidiebedrag voor 2021;
Overwegende dat er geen budgetsleutel gekoppeld is aan deze actie; dat er bijkomend krediet moet voorzien worden bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan; dat de middelen ontvangen uit het noodfonds cultuur, sport, jeugd en media hiertoe aangewend kunnen worden;
Aan Chiro Kierewiet een nominatieve subsidie toe te kennen die niet hoger mag zijn dan het reeds uitbetaalde subsidiebedrag voor 2021.
De Aalterse erkende jeugdverenigingen die door een coronabesmetting hun zomerkamp 2021 moesten annuleren, financieel te ondersteunen en de transport- en huurkosten te vergoeden met een nominatieve subsidie ter waarde van het maximum van het subsidiebedrag van de werkingssubsidie ontvangen in 2021 voor het werkingsjaar 2019 – 2020.
Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.
Gelet op artikel 33/1 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten waarin bepaald wordt dat het centraal kerkbestuur, ook namens de kerkfabrieken die eronder vallen, afspraken kan maken met de gemeenteoverheid. Die afspraken zijn bindend voor het centraal kerkbestuur, het gemeentebestuur en de betrokken kerkfabrieken;
Gelet op artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten dat bepaalt dat het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een opsomming van de afspraken met de gemeente of provincie;
Gelet op artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten dat bepaalt dat de afspraken beperkingen kunnen bevatten voor de aanwending van de in het meerjarenplan opgenomen kredieten, afspraken over het tijdstip en de wijze van uitbetaling van de toelagen en aanvullende voorwaarden voor het doorvoeren van interne kredietaanpassingen. Die opsomming is niet limitatief;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken;
Gelet op de collegebeslissing van 17 mei 2021 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken;
Gelet op de overlegvergaderingen tussen het centraal kerkbestuur en het gemeentebestuur op 22 maart 2021 en op 31 mei 2021 waarop onder andere het ontwerp van de afsprakennota werd besproken;
Overwegende dat tijdens de overlegvergadering op 22 maart 2021 de vraag van de kerkfabrieken is gekomen om de kerkfabrieken toe te laten om overboekingen te doen van exploitatie naar investeringen om de verkregen netto-inkomsten (inkomsten verminderd met de uitgaven) verkregen uit investeringen in privaat patrimonium tijdens het MJP2020-2025 met een maximum van 1/3 te kunnen herbeleggen;
Overwegende dat bij de lage opbrengst van geldbeleggingen zowel het gemeentebestuur als de kerkfabrieken er baat bij hebben dat de kerkfabrieken hun privaat patrimonium zoveel mogelijk activeren om meer inkomsten te kunnen genereren; dat het centraal kerkbestuur daarom voorstelde om volgende passage te schrappen uit de afsprakennota:
De kerkfabrieken worden toegelaten overboekingen te doen van exploitatie naar investeringen om de verkregen intrest van beleggingen met een maximum van 1/3 te kunnen herbeleggen met het vrijgekomen kapitaal.
Overwegende dat het niet aangeraden is om deze passage te schrappen uit de afsprakennota gezien de kerkfabrieken dan niet meer zouden toegelaten worden om overboekingen te doen van exploitatie naar investeringen om de verkregen intrest van beleggingen met een maximum van 1/3 te kunnen herbeleggen met het vrijgekomen kapitaal; dat voorgesteld wordt deze passage te behouden;
Overwegende dat de afsprakennota een onderdeel is van het meerjarenplan, naast de strategische nota en de financiële nota; dat hij dus dezelfde goedkeuringsprocedure volgt als het meerjarenplan en bijgevolg wordt voorgelegd aan de gemeenteraad;
Overwegende dat de afsprakennota werd aangepast; dat in het ontwerp werd opgenomen de kerkfabrieken toe te laten om overboekingen te doen van exploitatie naar investeringen om de verkregen netto-inkomsten (inkomsten verminderd met de uitgaven) verkregen uit investeringen in privaat patrimonium tijdens het MJP2020-2025 met een maximum van 1/3 te kunnen herbeleggen; dat de afsprakennota in overleg met het centraal kerkbestuur nog werd aangevuld en/of verduidelijkt met het oog op een nog betere samenwerking met de kerkfabrieken;
De aangepaste afsprakennota 2020-2025 met het centraal kerkbestuur goed te keuren.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de collegebeslissing van 26 augustus 2019 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum);
Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 1 juni 2019 waarbij het meerjarenplan 2020 – 2025 werd goedgekeurd;
Gelet op de overlegvergadering tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 27 mei 2019;
Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 6 mei 2019 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;
Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 oktober 2019 met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 19.500 euro | 17.030,00 euro | 52.060,00 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,26 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 19.500 euro | 52.030,00 euro | 17.060,00 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,26 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan van de kerkfabriek Sint-Cornelius;
Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ontvangen door het gemeentebestuur op 30 juli 2021, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 19.500 euro | 64.805,00 euro | 17.060,00 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,26 euro |
Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 27 juli 2021;
Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 5 november 2021;
Overwegende dat de kerkfabriek in 2020 een investeringstoelage heeft ontvangen van 6.724,45 euro; dat de resterende niet-gebruikte toelage van 12.775,55 euro werd overgedragen naar 2021; dat de kerkfabriek in het voorstel van meerjarenplan de toelage voor 2021 verhoogde, maar de toelage voor 2020 niet heeft verlaagd;
Overwegende dat het voorstel van aanpassing van meerjarenplan niet valt binnen de grenzen van het goedgekeurde meerjarenplan en dat het totaalbedrag van investeringen overschreden wordt; dat de kerkfabriek vergat om de toelage voor 2020 aan te passen; dat wordt voorgesteld het bedrag voor 2020 aan te passen naar 6.724,45 euro; dat door deze aanpassing het totaalbedrag van de investeringen niet overschreden wordt en het voorstel van aanpassing van meerjarenplan alsnog valt binnen de grenzen van het goedgekeurde meerjarenplan;
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum) goed te keuren met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 6.724,45 euro | 64.805,00 euro | 17.060,45 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,26 euro |
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
101.882,53 euro |
114.685,78 euro |
115,130,77 euro |
115,593,74 euro |
110,218,81 euro |
110.718,64 euro |
668.230,27 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
19.500,00 euro |
17.030,00 euro |
52.060,00 euro |
25.091,36 euro |
22.122,73 euro |
27.154,27 euro |
162.958,36 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 oktober 2020 waarin akte werd genomen van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint-Cornelius:
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 19.500,00 euro | 52.030,00 euro | 17.060,45 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,81 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 6.724,45 euro | 64.805,00 euro | 17.060,45 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,81 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum);
Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021; dat het erkend representatief orgaan de bemerking heeft gemaakt dat de investeringstoelage best zou verminderd worden met 9.727,02 euro zodat de investeringen in evenwicht zijn; dat het overschot te wijten is aan werken die in 2021 nog moeten uitgevoerd worden en waarvoor nog facturen moeten betaald worden; dat dit overschot geen invloed heeft op de gemeentelijke toelage;
Overwegende dat er voor 2020 een investeringstoelage was voorzien van 19.500 euro; dat de kerkfabriek 6.724,45 euro van deze toelage heeft opgebruikt; dat de resterende 12.775,55 euro wordt verschoven van 2020 naar 2021; dat de totale investeringstoelage voor 2021 dan 64.805,00 euro bedraagt;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2021 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat een verschuiving van de investeringstoelage naar een ander boekjaar dient te worden aangepast in het meerjarenplan; dat de budgetwijziging 2021 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
101.882,53 euro |
114.685,78 euro |
115,130,77 euro |
115,593,74 euro |
110,218,81 euro |
110.718,64 euro |
668.230,27 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
19.500,00 euro |
17.030,00 euro |
52.060,00 euro |
25.091,36 euro |
22.122,73 euro |
27.154,27 euro |
162.958,36 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 19.500,00 euro | 52.030,00 euro | 17.060,45 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,81 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Cornelius met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 101.882,53 euro | 114.685,78 euro | 115.130,77 euro | 115.593,74 euro | 110.218,81 euro | 110.718,64 euro | 668.230,27 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 6.724,45 euro | 64.805,00 euro | 17.060,45 euro | 25.091,36 euro | 22.122,73 euro | 27.154,27 euro | 162.958,26 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Cornelius, ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor grote herstellingen aan de kerk en voor de opmaak van beschrijvingen en de coördinatie door een architect;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Cornelius (Aalter-centrum).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
15.788,57 euro |
16.024,53 euro |
16.264,10 euro |
16.507,24 euro |
16.754,06 euro |
81.338,50 euro | |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
43.500,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 oktober 2020 waarin akte werd genomen van het budget 2021;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de budgetwijziging van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte (Bellem);
Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021; dat het erkend representatief orgaan vraagt te streven naar een evenwicht in de investeringen; dat de budgetwijziging een tekort vertoont van 112,79 euro; dat de kerkfabriek dit ondertussen heeft weggewerkt zodat er opnieuw een evenwicht is;
Overwegende dat enkele inkomsten en uitgaven lager liggen dan oorspronkelijk werden verwacht; dat deze wijziging het gevolg is van het feit dat er maandenlang geen erediensten hebben plaatsgevonden; dat deze wijziging geen invloed heeft op de gemeentelijke toelagen;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2021 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2021 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte (Bellem).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
15.788,57 euro |
16.024,53 euro |
16.264,10 euro |
16.507,24 euro |
16.754,06 euro |
81.338,50 euro | |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
7.250,00 euro |
43.500,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte (Bellem);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor 1 van volgende zaken:
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Geboorte (Bellem).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de collegebeslissing van 26 augustus 2019 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur;
Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 12 april 2019 waarbij het meerjarenplan 2020 -2025 werd goedgekeurd;
Gelet op de overlegvergaderingen tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 27 mei 2019;
Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 6 mei 2019 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020– 2025 |
| 24.192,03 euro | 34.195,00 euro | 33.619,00 euro | 32.902,00 euro | 32.196,00 euro | 32.698,00 euro | 189.802,03 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 21.500,00 euro | 23.000,00 euro | 21.500,00 euro | 23.000,00 euro | 21.500,00 euro | 23.000,00 euro | 133.500,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel);
Gelet op het meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus, ontvangen door het gemeentebestuur op 30 juli 2021, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020– 2025 |
| 25.692,03 euro | 12.483,99 euro | 23.271,53 euro | 31.052,00 euro | 32.696,00 euro | 32.348,00 euro | 156.543,55 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 3.850,00 euro | 10.000,00 euro | 35.000,00 euro | 26.500,00 euro | 25.000,00 euro | 27.150,00 euro | 127.500,00 euro |
Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 27 juli 2021;
Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 5 november 2021;
Overwegende dat er voor het opstellen van een restauratiedossier en onderhoudswerken aan de kerk geen erfgoedpremies kunnen aangevraagd worden; dat de voorziene toelagen voor 2021 werden geschrapt en de investeringstoelage werd verlaagd van 21.500 euro naar 10.000 euro;
Overwegende dat zowel de gevraagde exploitatie- als investeringstoelagen in de lijn van het vooropgestelde bedrag liggen;
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel) goed te keuren.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
24.192,03 euro |
34.195,00 euro |
33.619,00 euro |
32.902,00 euro |
32.196,00 euro |
32.698,00 euro |
189.802,03 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
133.500,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 oktober 2020 waarin akte werd genomen van het budget 2021 met volgende toelagen:
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel);
Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Medardus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat er voor het opstellen van een restauratiedossier en onderhoudswerken aan de kerk geen erfgoedpremies kunnen aangevraagd worden; dat de voorziene toelagen werden geschrapt en de investeringstoelage werd verlaagd van 21.500 euro naar 10.000 euro;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het herstellen en winddicht maken van de glasramen-in-lood in het koor en voor het reinigen van de zandsteen;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2021 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat de budgetwijziging 2021 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
24.192,03 euro |
34.195,00 euro |
33.619,00 euro |
32.902,00 euro |
32.196,00 euro |
32.698,00 euro |
189.802,03 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
21.500,00 euro |
23.000,00 euro |
133.500,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Medardus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
25.692,03 euro |
12.483,99 euro |
23.271,53 euro |
31.052,00 euro |
32.696,00 euro |
32.348,00 euro |
156.543,55 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
3.850,00 euro |
10.000,00 euro |
35.000,00 euro |
26.500,00 euro |
25.000,00 euro |
27.150,00 euro |
127.500,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Medardus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de kerkfabriek de investeringstoelagen zal gebruiken voor vooronderzoeken en kleine restauraties aan de kerk;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Medardus (Ursel).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; inzonderheid artikel 41 tot en met 44 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 6 tot en met 11 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de collegebeslissing van 26 augustus 2019 betreffende de afsprakennota met het centraal kerkbestuur;
Gelet op het verslag van de vergadering van de kerkraad op 1 april 2019 waarbij het meerjarenplan 2020 -2025 werd goedgekeurd;
Gelet op de overlegvergaderingen tussen het gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur op 27 mei 2019;
Gelet op het verslag van de vergadering van het centraal kerkbestuur van 6 mei 2019 ter voorbereiding van het meerjarenplan 2020 – 2025;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
31.381,90 euro |
64.878,80 euro |
65.851,98 euro |
66.839,76 euro |
67.842,37 euro |
68.860 euro |
365.654,81 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
273.000,00 euro |
105.760,00 euro |
378.760,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;
Gelet op het voorstel van meerjarenplan 2020 – 2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, ontvangen door het gemeentebestuur op 30 juli 2021, waarin volgende toelagen gevraagd worden van het gemeentebestuur:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020– 2025 |
| 31.381,90 euro | 19.837,73 euro | 34.731,44 euro | 62.926,37 euro | 64.498,37 euro | 65.590,23 euro | 278.966,04 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 273.000,00 euro | 213.216,27 euro | 94.400,00 euro | 578.616,27 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare);
Gelet op het positief advies van het erkend representatief orgaan, uitgebracht op 27 juli 2021;
Overwegende dat de termijn waarbinnen de gemeenteraad zich dient uit te spreken over het meerjarenplan ten einde loopt op 5 november 2021;
Overwegende dat de werkzaamheden aan de kerk zijn uitgelopen tot in 2021 die resulteerden in een investeringsoverschot van 73.782,54 euro in de jaarrekening 2020; dat dit overschot werd overgedragen naar 2021; dat het gemeentebestuur in 2021 de laatste 2 facturen betaalde voor een bedrag van 213.215,27 euro;
Overwegende dat de kerkfabriek in het investeringsbudget geen rekening had gehouden met de btw voor de restauratiewerken aan de kerk; dat er werd besloten dat de kerkfabriek een lening zou aangaan om de tekorten aan te vullen; dat de gemeenteraad op 19 april 2021 besliste om borg te staan voor deze lening; dat deze lening ook werd opgenomen in het voorstel van meerjarenplan;
Overwegende dat de toelage van 92.400,00 euro voor de herstellingswerken aan de daken van de pastorie wordt doorgeschoven naar 2022;
Overwegende dat de voorgestelde bedragen voor 2020 en 2021 voor een groot stuk dubbel werden ingeschreven; dat de kerkfabriek voor 2020 een effectieve investeringstoelage heeft ontvangen van 88.295,16 euro; dat de kerkfabriek in 2021 een investeringstoelage ontving voor werken die reeds in 2020 zijn uitgevoerd;
Overwegende dat zowel de gevraagde exploitatie- als investeringstoelagen niet in de lijn van het bedrag vooropgesteld in het meerjarenplan 2020-2025 liggen; dat wordt voorgesteld de voorgestelde bedragen in het meerjarenplan aan te passen met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020– 2025 |
| 31.381,90 euro | 19.837,73 euro | 34.731,44 euro | 62.926,37 euro | 64.498,37 euro | 65.590,23 euro | 278.966,04 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 88.295,16 euro | 213.216,27 euro | 94.400,00 euro | 393.911,43 euro |
Het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare) goed te keuren met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020– 2025 |
| 31.381,90 euro | 19.837,73 euro | 34.731,44 euro | 62.926,37 euro | 64.498,37 euro | 65.590,23 euro | 278.966,04 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020 – 2025 |
| 88.295,16 euro | 213.216,27 euro | 94.400,00 euro | 393.911,43 euro |
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
31.381,90 euro |
64.878,80 euro |
65.851,98 euro |
66.839,76 euro |
67.842,37 euro |
68.860 euro |
365.654,81 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
273.000,00 euro |
105.760,00 euro |
378.760,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 oktober 2020 waarin akte werd genomen van het budget 2021:
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2021 betreffende de goedkeuring van de borgstelling van een lening aan de kerkfabriek Sint-Willibrordus;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
31.381,90 euro |
19 837,73 euro |
34 731,44 euro |
62 926,37 euro |
64 498,37 euro |
65 590,23 euro |
278.966,04 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
88.295,16 euro |
213.216,27 euro |
92.400,00 euro | 393.911,43 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de budgetwijziging van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare);
Gelet op het voorstel van budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de werkzaamheden aan de kerk zijn uitgelopen tot in 2021 die resulteerden in een investeringsoverschot van 73.782,54 euro in de jaarrekening 2020; dat dit overschot werd overgedragen naar 2021; dat het gemeentebestuur in 2021 de laatste 2 facturen betaalde voor een bedrag van 213.215,27 euro;
Overwegende dat de kerkfabriek in het investeringsbudget geen rekening had gehouden met de btw voor de restauratiewerken aan de kerk; dat er werd besloten dat de kerkfabriek een lening zou aangaan om de tekorten aan te vullen; dat de gemeenteraad op 19 april 2021 besliste om borg te staan voor deze lening; dat deze lening ook werd opgenomen in het voorstel van meerjarenplan;
Overwegende dat de toelage van 92.400,00 euro voor de herstellingswerken aan de daken van de pastorie wordt doorgeschoven naar 2022;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in de budgetwijziging 2021 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag;
Akte te nemen van de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
31.381,90 euro |
64.878,80 euro |
65.851,98 euro |
66.839,76 euro |
67.842,37 euro |
68.860 euro |
365.654,81 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
273.000,00 euro |
105.760,00 euro |
378.760,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
31.381,90 euro |
19.837,73 euro |
34.731,44 euro |
62.926,37 euro |
64.498,37 euro |
65.590,23 euro |
278.966,04 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
88.295,16 euro |
213.216,27 euro |
92.400,00 euro | 393.911,43 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor de herstelling van de pastorie;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 waarin het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Lambertus werd goedgekeurd met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 |
| 1.392,45 euro | 26.957,47 euro | 27.434,18 euro | 27.918,28 euro | 28.409,86 euro | 28.908,99 euro | 141.021,23 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 |
|
| 10.000,00 euro | 10.000,00 euro |
|
|
| 20.000,00 euro |
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 juni 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Lambertus met volgende toelagen:
exploitatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 |
| 1.392,45 euro | 26.971,01 euro | 27.461,95 euro | 27.961,02 euro | 28.468,29 euro | 28.983,93 euro | 141.238,65 euro |
investeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 |
|
| 10.000,00 euro | 10.000,00 euro |
|
|
| 20.000,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Lambertus (Poeke);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Lambertus, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor het plaatsen van ladderhaken op het dak van de kerk;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Lambertus (Poeke).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
4.594,50 euro |
22.380,00 euro |
22.637,00 euro |
22.924,00 euro |
23.185,00 euro |
23.486,00 euro |
119.206,50 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
9.500,00 euro |
5.000,00 euro |
7.500,00 euro |
20.600,00 euro |
42.600,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen (Sint-Maria-Aalter);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage zal gebruikt worden voor onderhoudswerken aan goten en leien van de kerk;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek O.-L.-V.- Hulp der Christenen (Sint-Maria-Aalter).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020– 2025 |
|
930,86 euro |
21.973,63 euro |
22.414,88 euro |
22.862,88 euro |
23.317,71 euro |
23.779,52 euro |
115.279,48 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020 – 2025 |
|
|
15.000,00 euro |
15.000,00 euro |
30.000,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing (Lotenhulle);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de investeringstoelage van 15.000 euro zal gebruikt worden voor schilderwerken aan de kerk;
Overwegende dat de kerkfabriek een hogere exploitatietoelage vraagt dan voorzien in het goedgekeurde meerjarenplan; dat deze afwijking een gevolg is van de jaarrekening 2020; dat er voor 2021 een veel lagere toelage werd gevraagd, waardoor de hogere toelage wel nog past binnen het meerjarenplan;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2021 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020 – 2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021; dat tijdens het overleg werd afgesproken dat dergelijke afwijkingen dienen opgenomen te worden in de toelichting bij het budget;
Overwegende dat er reeds is gemeld aan de kerkfabriek dat verschuivingen dienen opgenomen te worden in een budgetwijziging en een wijziging van het meerjarenplan;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Heilig Kruisverheffing (Lotenhulle).
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 46, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vaststelt en voor 30 juni bij het centraal kerkbestuur indient; dat het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget;
Gelet op artikel 47 van voornoemd decreet dat bepaalt dat de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend worden door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004, artikel 48, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad hiervan akte neemt binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en hiervan kennis geeft aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan;
Gelet op artikel 49 van voornoemd decreet dat bepaalt dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, overschrijdt, de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen, behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst; dat de gemeenteraad zich uitspreekt over het budget binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid en zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan verstuurt;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, artikel 17 tot en met 21, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten betreffende het budget;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
Gelet op omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020 -2025 van de kerkfabriek Sint-Godelieve met volgende toelagen:
exploitatie |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020-2025 |
|
23.001,07 euro |
30.299,95 euro |
30.762,73 euro |
31.232,44 euro |
31.709,20 euro |
31.193,13 euro |
178.198,72 euro |
investeringen |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2020-2025 |
|
18.000,00 euro |
50.000,00 euro |
12.000,00 euro |
80.000,00 euro |
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Godelieve (Aalter-Brug);
Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Godelieve, gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 30 juli 2021, waarin volgende gemeentelijke toelage is opgenomen:
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan, verstuurd op 27 juli 2021;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2022 binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan 2020-2025 opgenomen bedrag; dat het budget 2022 werd besproken tijdens de overlegvergadering van het gemeentebestuur met het centraal kerkbestuur op 13 juli 2021;
Akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Godelieve (Aalter-Brug).
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 11 februari 2019 betreffende de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen voor uitgaven tot 12.500 euro (excl. btw) voor alle opdrachten van het dagelijks beheer en binnen de perken van de daartoe op de gewone dienst ingeschreven kredieten;
Overwegende dat in principe de gemeenteraad bevoegd is om met betrekking tot overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten lastvoorwaarden vast te leggen en de wijze van gunning te bepalen;
Overwegende dat voor een vlot dagelijks beheer van de politiezone het aangewezen is het bedrag van 12.500 euro (excl. btw) aan te passen voor alle opdrachten van het dagelijks beheer en binnen de perken van de daartoe op de gewone dienst ingeschreven kredieten;
Overwegende dat het voor een soepele en efficiënte werking van de politiezone vereist is om binnen de perken van de begrotingskredieten van de gewone dienst, zonder grensbedrag, voor aanneming van werken, leveringen en diensten, bepaalde bevoegdheden van de gemeenteraad over te dragen aan het college van burgemeester en schepenen voor de periode tot en met 31 december 2024;
Overwegende dat het voor een soepele en efficiënte werking van de politiezone vereist is om binnen de perken van de begrotingskredieten van de buitengewone dienst, begrensd tot het door de Koning vastgestelde bedrag, bepaalde bevoegdheden van de gemeenteraad over te dragen aan het college van burgemeester en schepenen voor een periode tot en met 31 december 2024; dat bij de overdracht van de bevoegdheid van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen de verplichting tot kennisgeving aan de gemeenteraad niet van toepassing is;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid artikel 33;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Bevoegdheidsdelegatie te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om met betrekking tot overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, de lastvoorwaarden vast te leggen en de wijze van gunning te bepalen, voor zover het college van burgemeester en schepenen optreedt binnen de kredieten voorzien in de goedgekeurde gewone begroting, zonder grensbedrag.
Bevoegdheidsdelegatie te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om met betrekking tot overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, de lastvoorwaarden vast te leggen en de wijze van gunning te bepalen, voor zover het college van burgemeester en schepenen optreedt binnen de kredieten voorzien in de goedgekeurde buitengewone begroting en begrensd tot het door de Koning vastgestelde bedrag.
Een afschrift van het besluit over te maken aan mevrouw Vicky Bonte, bijzondere rekenplichtige van de politiezone Aalter en de federale dienst gouverneur.
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, zoals tot op heden gewijzigd; artikelen IV.I.3, VI.II.4ter en VI.II.4quater;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van14 juni 2021 betreffende het vacant verklaren van één inspecteur van politie, polyvalente cel, via mobiliteit met wervingsreserve;
Gelet op het collegebesluit van 16 augustus 2021 betreffende de goedkeuring voor het openstellen voor het openstellen van één betrekking in het kader van aspirantenmobiliteit (GPI 73 - categorie C);
Overwegende dat de betrekking ingevolgde de vacant verklaring niet werd ingevuld, dat bijgevolg één betrekking vacant kan verklaard worden in de aspirantenmobiliteit 2021-A2;
Overwegende dat, als gevolg hiervan, een beroep kan gedaan worden op aanwervingscategorie C waarbij de aanwijzing van aspirant-inspecteurs in het begin van de basisopleiding via een aan hen voorbehouden mobiliteitscyclus de zogenaamde aspirantenmobiliteit en, in voorkomend geval, via ambtshalve aanwijzing, wordt geregeld;
Overwegende dat het noodzakelijk is om de basispolitiezorg te kunnen blijven garanderen binnen de politiezone Aalter en de continuïteit van de diensten te waarborgen;
Overwegende dat de politiezone Aalter een grote bijdrage levert tot het ontwikkelen van een veilige en leefbare omgeving;
Overwegende het blijvend garanderen van onze verplichtingen betreffende het leveren van personeel in het kader van de federale opdrachten – MFO1 en MFO2;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen op 16 augustus 2021 de goedkeuring verleend heeft voor het openstellen van één betrekking in het kader van de aspirantenmobiliteit (GPI73 - categorie C), dat deze beslissing moet worden bekrachtigd door de gemeenteraad;
Het besluit van 16 augustus 2021 van het college van burgemeester en schepenen betreffende de goedkeuring tot het openstellen van één betrekking van inspecteur van politie, polyvalente cel, met het oog op de invulling ervan in aanwervingscategorie C, waarbij de aanwijzing van aspirant-inspecteurs in het begin van de basisopleiding gebeurt via een aan hen voorbehouden mobiliteitscyclus –de zogenaamde aspirantenmobiliteit- en, in voorkomend geval, via ambtshalve aanwijzing, te bekrachtigen.
Gelet op de wet van 7 december 1998, tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiedienst, en latere wijzigingen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de personeelsformatie;
Gelet op de mobiliteit van een inspecteur van politie naar de politiezone Dilbeek op 1 augustus 2021;
Overwegende dat bijgevolg één betrekking van inspecteur van politie, polyvalente cel, vacant kan verklaard worden;
Overwegende dat het noodzakelijk is, de betrekking vacant te verklaren, om de basispolitiezorg te kunnen blijven garanderen binnen de politiezone Aalter en de continuïteit van de diensten te waarborgen;
Overwegende dat de politiezone Aalter een grote bijdrage levert tot het ontwikkelen van een veilige en leefbare omgeving binnen de gemeente Aalter;
Overwegende het blijvend garanderen van de verplichtingen betreffende het leveren van personeel in het kader van de federale opdrachten – MFO1 en MFO2;
Het voorstel tot het vacant verklaren van één betrekking van inspecteur van politie, polyvalente cel, via mobiliteit met wervingsreserve, goed te keuren.
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiedienst, artikel VI.II.61 en 62 dat stelt dat de gemeenteraad de plaatselijke selectiecommissie kan samenstellen voor het midden- en basiskader van de lokale politie en de gemeenteraad de voorzitter en de leden van de plaatselijke selectiecommissie aanwijst voor het midden- en basiskader van de lokale politie;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2021 betreffende het vacant verklaren van één betrekking van inspecteur van politie, polyvalente cel, via mobiliteit met wervingsreserve;
Overwegende dat er een plaatselijke selectiecommissie moet samengesteld worden voor de aanwerving van één inspecteur van politie;
De plaatselijke selectiecommissie als volgt samen te stellen:
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 april 2021 houdende de goedkeuring van de kader- en formatiewijziging van het administratief- en logistiek kader van de politiezone Aalter;
Gelet op het burgemeestersbesluit van 22 juni 2021 houdende de statutaire benoeming van een calog niveau B;
Overwegende dat de benoemde kandidaat voorheen statutair benoemd was als calog niveau C;
Overwegende dat bijgevolg de betrekking van één calog niveau C vacant kan verklaard worden;
Overwegende dat het noodzakelijk is, de betrekking vacant te verklaren, om binnen de politiezone Aalter de continuïteit van de diensten te waarborgen;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiedienst, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2001 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de omzendbrief GPI 15bis van 25 juni 2002 betreffende de mobiliteitscyclus, inzonderheid de etappe volgend op de vacantstelling van de ambten en de kandidaatstellingen, houdende verduidelijkingen inzake de toepassing van de rechtspositieregeling betreffende de externe werving van Calog-personeel in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, en betreffende bepaalde interne verschuivingen;
Gelet op de omzendbrief GPI15 quater houdende de verduidelijkingen inzake de toepassing van de rechtspositieregeling betreffende de externe werving van Calog-personeel in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus;
Het voorstel tot het vacant verklaren van één betrekking van calog niveau C, via mobiliteit met wervingsreserve, goed te keuren.
De vacante bediening in eerste fase te publiceren in de mobiliteit - Oproep tot kandidaatstelling.
Bij gebrek aan invulling van de betrekking via de procedure mobiliteit, in tweede fase over te gaan tot externe aanwerving, waarbij de bediening zal gepubliceerd worden op de website www.jobpol.be.
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiedienst, artikel VI.II.63 dat stelt dat de gemeenteraad de plaatselijke selectiecommissie kan samenstellen voor de niveaus B en C van de lokale politie;
Overwegende dat er een plaatselijke selectiecommissie moet samengesteld worden voor de aanwerving van één calog niveau C;
De plaatselijke selectiecommissie als volgt samen te stellen:
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 euro niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 11 maart 2019, dat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, alle uitgaven inzake exploitatiekosten tot een bedrag gelijk aan de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - klassieke sectoren;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020/2 2020-2025;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en gunningswijze van de opdracht Verledding voetbalvelden;
Overwegende dat de oude verlichtingspalen vernieuwd dienen te worden; dat er in Aalter-centrum ook één nieuwe paal wordt geplaatst aangezien de oude werd verwijderd tijdens de renovatiewerken;
Overwegende dat in het kader van de opdracht Verledding voetbalvelden een bestek met nr. 861.6/21d0143 werd opgesteld;
Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 Voetbalaccommodatie Aalter-centrum, raming: 97.000,00 euro excl. btw of 117.370,00 euro incl. 21% btw;
* Perceel 2 Voetbalaccommodatie Bellem, raming: 48.000,00 euro excl. btw of 58.080,00 euro incl. 21% btw;
* Perceel 3 Voetbalaccommodatie Lotenhulle, raming: 30.000,00 euro excl. btw of 36.300,00 euro incl. 21% btw;
* Perceel 4 Voetbalaccommodatie Sint-Maria-Aalter, raming: 30.000,00 euro excl. btw of 36.300,00 euro incl. 21% btw;
Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 205.000,00 euro excl. btw of 248.050,00 euro incl. 21% btw 43.050,00 euro btw medecontractant;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;
Het bestek met nr. 861.6/21d0143 voor de opdracht Verledding voetbalvelden goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
De raming ten bedrage van 205.000,00 euro excl. btw of 248.050,00 euro incl. 21% btw (43.050,00 euro btw medecontractant) goed te keuren.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht in te vullen en bekend te maken op nationaal niveau.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 euro niet) en artikel 43;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 11 maart 2019 betreffende de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur';
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en gunningswijze voor de opdracht (raamcontract) Ontgraven, ontruimen, reinigen van graven in volle grond en grafkelders;
Overwegende dat er een project werd goedgekeurd voor het optimaliseren van de begraafplaatsen Ursel en Aalter-centrum (ACT-1841); dat dit project uitgespreid wordt over meerdere jaren;
Overwegende dat het daarom opportuun is een raamcontract af te sluiten; dat zo steeds kort op de bal kan worden gespeeld in het kader van werkzaamheden binnen dit project;
Overwegende dat in het kader van de opdracht Ontgraven, ontruimen, reinigen van graven in volle grond en grafkelders een bestek met nr. 856.3/21d0098 werd opgesteld;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 119.284,50 euro excl. btw of 144.334,25 euro incl. 21% btw (25.049,75 euro btw medecontractant);
Overwegende dat de opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat het bestuur bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet beschikte over de exact benodigde hoeveelheden;
Het bestek met nr. 856.3/21d0098 voor de opdracht (raamcontract) Ontgraven, ontruimen, reinigen van graven in volle grond en grafkelders goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
De raming ten bedrage van 119.284,50 euro excl. btw of 144.334,25 euro incl. 21% btw (25.049,75 euro btw medecontractant) voor de periode van 48 maanden goed te keuren.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht in te vullen en bekend te maken op nationaal niveau.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 38 §1 eerste lid, 1°
• b) ontwerp – of innovatieve oplossingen
• c) de opdracht kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 11 maart 2019, dat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, alle uitgaven inzake exploitatiekosten tot een bedrag gelijk aan de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - klassieke sectoren;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2020 betreffende de principiële goedkeuring van de aankoop van de site Oud Klooster, Kloosterstraat 77;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020/2 2020 - 2025 van het lokaal bestuur; op het krediet dat opgenomen is in het investeringsbudget van 2021, ACT-1734 Aankopen en afbraak oud klooster Broeders van Liefde Knesselare en in het budget van de volgende jaren;
Gelet op de collegebeslissing van 12 april 2021 betreffende de goedkeuring van de scope voor het Kloosterproject;
Gelet op de collegebeslissing van 31 mei 2021 betreffende de gunning van de overheidsopdracht Financiering met projectondersteuning voor het Kloosterproject (nieuwbouw multifunctioneel centrum in Knesselare) aan Belfius Bank en Verzekeringen;
Gelet op de collegebeslissing van 12 juli 2021 waarbij werd beslist om de opdracht Slopen en bouwen van een nieuwbouw multifunctioneel centrum in Knesselare te gunnen volgens de formule Design en Build;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 om het document Selectieleidraad - Oproep tot indiening van aanvragen tot deelneming voor de overheidsopdracht voor werken voor het project 'Sloop huidig gebouw, ontwerp en bouw van een multifunctioneel centrum in Knesselare', zoals ingediend door de externe projectleider, goed te keuren; de raming van 4.200.000,00 euro excl. btw of 5.082.000,00 euro incl. 21% btw (882.000,00 euro btw verlegd) goed te keuren; akkoord te gaan met de toekenning van 10.000,00 euro onkostenvergoeding, en toekenning van de titel Laureaat, aan de teams die een gedetailleerd ontwerp en een gemotiveerde offerte indienen; akkoord te gaan met de samenstelling van de beoordelingsjury zowel voor de eerste fase (beoordeling van de kandidaturen) als voor de tweede fase (beoordeling van de ingediende ontwerpen en offertes);
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 4.200.000,00 euro excl. btw of 5.082.000,00 euro incl. 21% btw (882.000,00 euro btw verlegd);
Overwegende dat wordt voorgesteld deze opdracht te gunnen bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling; dat deze opdracht wordt geplaatst op basis van artikel 38 §1 1° a), b) en c) van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016. Deze bepalingen laten toe dat van de mededingingsprocedure met onderhandeling gebruik wordt gemaakt van zodra er niet kan worden voorzien in de behoeften van de aanbestedende overheid zonder aanpassing van onmiddellijk beschikbare oplossingen, in casu omdat de opdracht van de inschrijvers ontwerpoplossingen vraagt. Het ontwerp van het multifunctioneel centrum maakt immers een wezenlijk bestanddeel van de opdracht uit. Over de door de inschrijvers in te dienen ontwerpen moet de aanbestedende overheid kunnen onderhandelen;
De selectieleidraad Oproep tot indiening van aanvragen tot deelneming voor de overheidsopdracht voor werken voor het project 'Sloop huidig gebouw, ontwerp en bouw van een multifunctioneel centrum in Knesselare', zoals ingediend door de externe projectleider, goed te keuren.
De raming van 4.200.000,00 euro excl. btw of 5.082.000,00 euro incl. 21% btw (882.000,00 euro btw verlegd) goed te keuren.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling.
De aankondiging van de opdracht in te vullen en bekend te maken op nationaal niveau.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalisering op het werk;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 december 2015 betreffende het definitief vastleggen van het aangepast zoneringsplan van prefusiegemeente Aalter;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 december 2015 betreffende het definitief vastleggen van het gebiedsdekkend uitvoeringsplan (GUP) van prefusiegemeente Aalter;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in artikel 32duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
Gelet op de bekendmaking van het gemeentelijk subsidiëringsprogramma 2020-deel 2 van de Vlaamse Milieumaatschappij op 20 november 2020 waarin het project 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18 is opgenomen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 waarin de nodige kredieten voor het realiseren van een gescheiden rioleringsnet in de Loveldlaan 12a-18 (GUP 44001-040) onder actie 1753 zijn opgenomen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 12 oktober 2020 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020/1 2020-2025;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020/2 2020-2025;
Gelet op de collegebeslissing van 16 december 2019 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden en raming van de opdracht Aanstellen ontwerper voor de aanleg van een gescheiden riolering in de Loveldlaan 12a-18 - GUP 44001-040;
Gelet op de collegebeslissing van 9 november 2020 betreffende het indienen van een subsidieaanvraag voor 4 gemeentelijke rioleringsprojecten bij de Vlaamse Milieumaatschappij, waaronder het project 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18;
Gelet op de collegebeslissing van 9 november 2020 betreffende het voorontwerp en het principe van inrichting wegenis en bermen in het kader van het project 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18;
Gelet op de collegebeslissing van 7 december 2020 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht Opmaak milieuhygiënisch onderzoek en sloopopvolgingsplan in het kader van het project 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18;
Gelet op de collegebeslissing van 14 december 2020 betreffende de goedkeuring van het voorontwerp van het project 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a -18 - Act 1753;
Gelet op de collegebeslissing van 31 mei 2021 betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2021032059) aan het gemeentebestuur Aalter voor het uitvoeren van het rioleringsproject 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de goedkeuring van het ontwerp, de ontwerpplannen, lastvoorwaarden, raming en gunningswijze van het gemeentelijk rioleringsproject 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18;
Gelet op de goedkeuring van 12 januari 2021 van het voorontwerpdossier voor de Loveldlaan 12a-18 door de Ambtelijke commissie van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM);
Gelet op het ontwerp- en aanbestedingsdossier met referentie ontwerper 98802001, opgemaakt door studieburo Goegebeur, voor de aanleg van een gescheiden riolering in de Loveldlaan 12a-18, bestaande uit:
Gelet op het feit dat het project voorziet dat 6 woningen (Loveldlaan 12a-18), gelijk aan 18 inwonersequivalenten (IE), worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet;
Gelet op de raming opgemaakt door het studieburo Goegebeur voor de uitvoering van het gemeentelijk rioleringsproject 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18 van 161.535 euro excl. btw (173.840,79 euro incl. btw):
Gelet op het feit dat volgens het nieuwe subsidiebesluit van de VMM de subsidie voor alle gemeentelijke rioleringsprojecten wordt vastgelegd op 75% van de kost voor de aanleg of heraanleg van riolering en de daaraan verbonden bronmaatregelen voor regenwater, geraamd op 77.202 euro (75% van 102.936 euro) en de vastlegging van de subsidie zal gebeuren op basis van het goedgekeurde gunningsdossier;
Gelet op het resterend krediet van 120.905 euro vastgelegd in het meerjarenplan (in 2021) voor actie 1753;
Overwegende dat het project voorziet in:
Overwegende dat de uitvoering van de werken gebeurt in 1 fase en 35 werkdagen bedraagt;
Overwegende dat het rioleringsproject wordt uitgevoerd volgens de principes van optimale afkoppeling; dat in het bestek niet is voorzien om de private afkoppelingen door de aannemer van de rioleringswerken uit te laten voeren maar dat de eigenaars van de woningen zelf dienen in te staan voor de afkoppelingswerken op privaat terrein;
Overwegende dat studieburo Goegebeur werd aangesteld om het toezicht en de leiding van de werken waar te nemen;
Overwegende dat in het kader van de realisatie van de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen volgens prioriteitenlijst 1 tot 12, een gescheiden rioleringsnet in de Loveldlaan 12a-18 dient te worden aangelegd binnen de planperiode 2022-2027;
Overwegende dat om de subsidies van de Vlaamse overheid te verkrijgen als voorwaarde is gesteld het project te gunnen vóór eind oktober 2021; dat het college zich op 9 november 2020 hiervoor heeft geëngageerd;
Overwegende dat met het oog op de versnelde uitvoering van het dossier, een publicatie vóór goedkeuring van het ontwerp- en aanbestedingsdossier door de VMM noodzakelijk is; dat bijgevolg een afwijking op artikel 19 (afwijking op het volgen van de procedure) aan de ambtelijke commissie van de VMM dient te worden aangevraagd;
Overwegende dat het dagelijks bestuur bepaalt dat de prijsvraag door de gemeenteraad wordt goedgekeurd; dat de aanbestedingsdocumenten te laat werden aangeleverd om voor te leggen aan de gemeenteraad in juli 2021; dat in augustus 2021 de gemeenteraad niet samen kwam; dat de publicatie van de aanbestedingsdocumenten ten laatste midden augustus 2021 diende te gebeuren in functie van het halen van de limietdatum voor de gunning vóór eind oktober 2021;
Overwegende dat om subsidieverlies van de Vlaamse overheid te vermijden, het college op 2 augustus 2021 besliste om het ontwerp- en aanbestedingsdossier en de prijsvraag goed te keuren en het dossier ter bekrachtiging voor te leggen aan de gemeenteraad in een eerstvolgende zitting;
Overwegende dat het verder verloop voor dit rioleringsproject als volgt wordt gepland:
Overwegende dat voor de financiering van dit project een krediet van 120.905 euro ter beschikking is in 2021; dat de aannemerswerken worden geraamd op 173.840,79 euro (incl. btw en proefkosten); dat de overige kosten om dit project te verwezenlijken, bestaan uit de erelonen voor Studieburo Goegebeur en de afkoppelingsdeskundige;
Overwegende dat de werken aanbesteed worden volgens de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (22 dagen);
De collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de goedkeuring van het ontwerp, de ontwerpplannen, lastvoorwaarden, raming en gunningswijze van het gemeentelijk rioleringsproject 16149 Uitwerking zoneringsplan Loveldlaan 12a-18 te bekrachtigen.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van het prefusiebestuur Knesselare van 22 december 2004 betreffende de toetreding van de gemeente als Z-vennoot van TMVW waarbij de uitvoering van de lokale opdrachten inzake afvalwater en hemelwater op intergemeentelijk niveau op het grondgebied van prefusiegemeente Knesselare worden aangepakt door TMVW via de servicelijn AquaRio;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 23 juni 2014 van het prefusiebestuur Aalter betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg van een fietspad lange afstand langs het kanaal Gent-Oostende;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 10 september 2014 van het prefusiebestuur Knesselare betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg van een fietspad lange afstand langs het kanaal Gent-Oostende;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 november 2020 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en gunningswijze voor de uitvoering van de opdracht Aanleg lange afstandsfietspad, wegenis en riolering in de Overleiestraat;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 november 2020 betreffende de goedkeuring van de realisatieovereenkomst voor de uitvoering van de opdracht Aanleg lange afstandsfietspad, wegenis en riolering in de Overleiestraat;
Gelet op de collegebeslissing van het prefusiebestuur Knesselare van 24 mei 2017 betreffende de goedkeuring om het afkoppelingsmanagement bij rioleringswerken uit te laten voeren door Farys;
Gelet op de collegebeslissing van het prefusiebestuur Aalter van 3 juli 2017 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht 'Aanstellen dienstverlener voor afkoppelingsadvies en keuring' aan Bureau Notermans, Sint-Ruidersteenweg 474b in Borgloon;
Gelet op de collegebeslissing van 16 maart 2020 betreffende het principieel akkoord om de aanleg van een gescheiden rioleringsnet in de Overleiestraat in synergie uit te voeren met de aanleg van het lange afstandsfietspad en de vernieuwing van de wegenis in die straat;
Gelet op de collegebeslissing van 21 juni 2021 betreffende de goedkeuring van de gunning en het gemeentelijk aandeel van de opdracht Aanleg lange afstandsfietspad, wegenis en riolering in de Overleiestraat;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de principiële goedkeuring van de overeenkomst Afkoppelingsadvies en keuring tussen TMVW, het gemeentebestuur en Ingenieurs- en expertisebureau Notermans bvba binnen het wegen- en rioleringsproject Aanleg van het lange afstandsfietspad, de wegenis en riolering in de Overleiestraat en Jezuïetengoed;
Gelet op de goedkeuring van de gunning van het TMVW aandeel binnen de opdracht Aanleg lange afstandsfietspad, wegenis en riolering in de Overleiestraat door de Raad van Bestuur van TMVW op 26 november 2020;
Gelet op de overeenkomst Afkoppelingsadvies en keuringen tussen het gemeentebestuur, TMVW en het ingenieurs- en expertisebureau Notermans bvba van 16 juni 2020;
Overwegende dat het gemeentebestuur, het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en TMVW de aanleg van het lange afstandsfietspad, de herinrichting van de wegenis in de Overleiestraat en het Jezuïetengoed en de rioleringswerken binnen dit traject in het algemeen belang wensen samen te voegen;
Overwegende dat TMVW, het gemeentebestuur en het provinciebestuur Oost-Vlaanderen zelf instaan voor de studie, het ontwerp en uitvoering voor het deel van de opdracht te hunnen laste;
Overwegende dat het prefusiebestuur Aalter op 3 juli 2017 het ingenieurs- en expertisebureau Notermans bvba heeft belast met de opdracht Afkoppelingsadvies en keuring op het grondgebied prefusiegemeente Aalter; dat TMVW, als rioolbeheerder op het grondgebied prefusiegemeente Knesselare, voor de uitvoering van de afkoppelingsstudies en de keuringen binnen dit rioleringsproject (Aanleg lange afstandsfietspad, wegenis en riolering in de Overleiestraat) beroep wenst te doen op dit zelfde studiebureau; dat hiervoor een overeenkomst Afkoppelingsadvies en keuringen is opgemaakt tussen deze drie partijen;
De overeenkomst Afkoppelingsadvies en keuringen tussen TMVW, het gemeentebestuur en het ingenieurs- en expertisebureau Notermans bvba goed te keuren.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van prefusiebestuur Aalter van 12 november 2018 betreffende de aangepaste samenwerkingsovereenkomst Burgerlijke bouwkunde voor de aanleg van het 3e en 4e spoor op de lijn L50a tussen Gent en Brugge - baanvak Landegem – Aalter - op grondgebied van gemeente Aalter tussen Infrabel, NMBS en het gemeentebestuur van Aalter;
Gelet op de aanpassing van het meerjarenplan 2020/2 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 december 2020 en het voorziene krediet van 710.000 euro in 2021 voor de aanleg van een fietsbrug in de Bellemstraat (ACT-1908);
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 10 mei 2021 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst, af te sluiten tussen het gemeentebestuur en Infrabel, voor de bouw van de fietsbrug in de Bellemstraat;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de aangepaste samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg van een fietsbrug over de Bellemstraat langs spoorlijn L50a naar aanleiding van het project Aanleg 3de en 4de spoor;
Gelet op de notificatiebrief van Infrabel van 3 januari 2019 betreffende de gunning van de werken voor de aanleg van het 3e en 4e spoor baanvak Aalter-Landegem (TR 206302) aan aannemer Van Laere voor een bedrag van 58.826.158,47 (excl. BTW);
Gelet op het aangepast ontwerp van samenwerkingsovereenkomst betreffende het bouwen van een nieuwe fietsersbrug en bijhorende fietsershelling naast de spoorwegbrug (kunstwerk KW09 of 050A..070196) op de spoorlijn L50A/D – spoor A kp. 070,196 ter hoogte van de Bellemstraat te Aalter;
Overwegende dat een samenwerkingsovereenkomst dient te worden afgesloten met Infrabel voor de bouw van de fietsbrug in de Bellemstraat;
Overwegende dat Infrabel een aanpassing vraagt aan de samenwerkingsovereenkomst die op 10 mei 2021 werd goedgekeurd door de gemeenteraad;
Overwegende dat de aanpassingen betrekking hebben op artikel 7, meer bepaald op de betalingsmodaliteiten (betalingsschijven) en op artikel 9, meer bepaald op de aansprakelijkheid (geen begrenzing van het bedrag voor schadegevallen die niet gedekt zouden zijn door de ABR-polis);
Overwegende dat er voldoende budget beschikbaar is onder budgetsleutel 2021/ACT-1908/0200-26/224007/GEMEENTE/CBS/IP0302_001;
Goedkeuring te verlenen aan de aangepaste samenwerkingsovereenkomst betreffende het bouwen van een nieuwe fietsersbrug en bijhorende fietsershelling naast de spoorwegbrug (kunstwerk KW09 of 050A..070196) op de spoorlijn L50A/D – spoor A kp. 070,196 ter hoogte van de Bellemstraat te Aalter, af te sluiten tussen Infrabel en gemeentebestuur Aalter.
Gelet op de Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement, hoofdstuk 3 sanering;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2020 over tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting, de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement, wat betreft de keuringsverplichting van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer (hierna het reparatiebesluit genoemd);
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van het prefusiebestuur Knesselare van 22 december 2004 betreffende de toetreding van de gemeente als Z-vennoot van TMVW waarbij de uitvoering van de lokale opdrachten inzake afvalwater en hemelwater op intergemeentelijk niveau op het grondgebied van prefusiegemeente Knesselare worden aangepakt door TMVW via de servicelijn AquaRio;
Gelet op de collegebeslissing van 22 juni 2020 betreffende de bijgewerkte bijlage 'Algemene voorwaarden bouwprojecten' bij omgevingsvergunningen;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende het principieel akkoord om te coöpereren met Vlario en AquaFlanders voor de organisatie van de keuring van de privéwaterafvoer;
Gelet op het Algemeen Waterverkoopreglement (hierna AWVR genoemd) versie 1 januari 2021;
Gelet op artikel 12/1 §1 van het AWVR, dat vastlegt in welke gevallen de privéwaterafvoer dient gekeurd te worden en het doel van de keuring omschrijft (= nagaan of de privéwaterafvoer conform is voor een aansluiting op de huisaansluiting of het openbaar saneringsnetwerk, waarbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd op het private domein, de afvoer van afvalwater conform is met de wettelijke voorschriften die opgenomen zijn in de milieuwetgeving, en de opvang, de mogelijkheid tot gebruik en de afvoer van hemelwater conform is met de verordeningen inzake hemelwater, naargelang welke verordening van toepassing is op de situatie in kwestie die moet worden gekeurd, en rekening houdend met eventuele vergunningsaanvragen);
Gelet op artikel 12/1 §2 van het AWVR, dat stelt dat de klant verantwoordelijk is voor de aanvraag van de keuring en de kosten draagt die verbonden zijn aan de keuring;
Gelet op artikel 12/1 §3 van het AWVR, dat stelt dat de rioolbeheerder verantwoordelijk is voor de organisatie van de keuring van de privéwaterafvoer, de opvolging en kwaliteitsborging van het keuringsproces en de digitale archivering van de keuringsattesten;
Gelet op artikel 12/1 §4 van het AWVR, dat stelt dat bij niet-conforme keuringen de rioolbeheerder of de keuringsinstelling aangesteld door de rioolbeheerder de klant inlicht over de herstelmaatregelen die nodig zijn en de hersteltermijn;
Gelet op artikel 12/1 §5 van het AWVR, dat stelt dat de exploitant (rioolbeheerder) aan de klant of titularis een aanmaning stuurt, als deze geen voorafgaande keuring als vermeld in paragraaf 1, heeft laten uitvoeren, maar wel feitelijk gebruik maakt van de privéwaterafvoer, of als de nodige aanpassingen om de privéwaterafvoer conform te maken voor aansluiting op de huisaansluiting of het openbaar saneringsnetwerk, niet worden uitgevoerd binnen de gestelde termijnen; dat stelt dat een eerste aanmaning kosteloos is; dat stelt dat wanneer geen passend gevolg gegeven wordt aan deze aanmaning, de exploitant een tweede aanmaning stuurt waarbij kosten voor verlengde dossieropvolging kunnen worden aangerekend;
Gelet op artikel 27 van het AWVR, dat een rapporteringsverplichting oplegt aan de exploitanten en de rioolbeheerders over het toepassen van een aantal bepalingen uit het algemeen waterverkoopreglement;
Gelet op de adviesvraag per e-mail van 9 juli 2021 van het lokaal bestuur aan een functionaris voor gegevensbescherming van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen;
Gelet op het advies per e-mail van 9 juli 2021 van een functionaris voor gegevensbescherming van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen aan het lokaal bestuur;
Gelet op het beschikbare krediet onder budgetsleutel 2021/GBBWEGDOM/0310-21/615004/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN;
Overwegende dat de keuring van de privéwaterafvoer een verplicht proces is sinds 1 juli 2011, zoals bepaald door het Algemeen Waterverkoopreglement versie 1 juli 2011;
Overwegende dat het lokaal bestuur de rioolbeheerder is voor de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur op het grondgebied van prefusiegemeente Aalter; dat TMVW/Farys de rioolbeheerder is voor de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur op het grondgebied van Knesselare en Ursel;
Overwegende dat AquaFlanders de koepelorganisatie van de Vlaamse waterbedrijven en rioolbeheerders en keuringsinstantie is; dat Vlario de actoren binnen het afvalwater- en hemelwaterbeheer in Vlaanderen samenbrengt een keuringsinstantie is; dat het lokaal bestuur op dit moment lid is van Vlario, maar niet van AquaFlanders;
Overwegende dat de keuring van de privéwaterafvoer in het werkgebied van een rioolbeheerder moet gebeuren door keurders die opgevolgd worden door en aangesloten zijn bij de door de rioolbeheerder toegelaten keuringsinstanties; dat de rioolbeheerder op het grondgebied van prefusiebestuur Knesselare, TMVW/Farys, op dit moment enkel keuringen van het AquaFlanders-type toelaat; dat de rioolbeheerder op het grondgebied van prefusiebestuur Aalter, lokaal bestuur Aalter, op dit moment in principe enkel keuringen van het Vlario-type toelaat, zoals opgenomen in de Algemene voorwaarden bouwprojecten, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 22 juni 2020;
Overwegende dat de taken die het lokaal bestuur in haar functie als rioolbeheerder moet opnemen op het vlak van de keuring van de privéwaterafvoer gerealiseerd kunnen worden via samenwerkingsverbanden met derden die voldoen aan de bepalingen van het reparatiebesluit; dat tot op vandaag AquaFlanders en Vlario, en enkel zij, hieraan voldoen; dat beide keuringsinstanties in essentie op een gelijkwaardig niveau werken, met name het digitaal archiveren van keuringsattesten in een databank en kwaliteitsborging via een ISO-norm; dat de uitvoering en de kwaliteitsborging van het keuringsproces vanaf uiterlijk 1 januari 2022 moeten gebeuren volgens de ISO-norm NBN EN ISO/IEC 17020; dat de kwaliteitsborging door Vlario aan deze ISO-norm voldoet sinds 2011; dat AquaFlanders de nodige voorbereidingen heeft getroffen om in 2021 de gepaste accreditatie door BELAC te kunnen ontvangen;
Overwegende dat door de hervorming van het keuringsregime, de vereisten volgens de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en eventuele bijkomende voorwaarden over afwatering en riolering die de vergunningverlener in het kader van een omgevingsvergunning heeft opgelegd, mee genomen moeten worden in het bepalen van de afkeurcriteria bij keuring van de privéwaterafvoer; dat de keuringsattesten een resultaat (conform of niet-conform), een inventariserend infoblad, herstelmaatregelen, een hersteltermijn en een tabel met aandachtspunten zal moeten bevatten, indien van toepassing;
Overwegende dat het nieuwe artikel 12/1 van het AWVR bepaalt dat de rioolbeheerder de gemeentelijke toezichthouder op de hoogte moet brengen van de niet-conforme keuringsattesten en over privéwaterafvoeren die in gebruik zijn genomen zonder voorafgaande keuring; dat de verantwoordelijkheid om handhavend op te treden wanneer een privéwaterafvoer zonder keuring in gebruik wordt genomen, bijgevolg uitdrukkelijk bij het lokaal bestuur gelegd wordt, vanuit haar functie als vergunningverlenende overheid en toezichthouder op omgevingsvergunningen; dat het artikel ook bepaalt dat het AWVR geen wettelijke basis legt voor de verdere uitwerking van de handhavingscomponent;
Overwegende dat de gemeentelijke toezichthouder aan zet is wanneer hij melding krijgt van een niet-gekeurde of niet-conforme privéwaterafvoer; dat de gemeentelijke toezichthouder handhavend moet optreden om te voorkomen dat dergelijke privéwaterafvoer schade aan het leefmilieu berokkent; dat de juridische grondslag voor het handhavend optreden van de gemeentelijke toezichthouder kan worden teruggevonden in artikel 34 van het Milieuhandhavingsbesluit, dat bepaalt dat de gemeentelijke (of lokale) toezichthouder instaat voor het toezicht op de milieuvoorwaarden voor inrichtingen van klasse 2 en 3 en voor niet-ingedeelde inrichtingen; dat het lokaal bestuur dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid draagt bij de opvolging en, waar nodig, handhaving van niet-conforme en niet-uitgevoerde keuringen;
Overwegende dat Vlario het online platform ‘KPR-toepassing’ (‘Keuring Privé Riolering’) aanbiedt; dat deze digitale databank alle keuringen van de privéwaterafvoer van het VLARIO-type die afgeleverd zijn sinds 2011, openstelt aan de lokale besturen en rioolbeheerders;
Overwegende dat AquaFlanders het online platform ‘AFK-toepassing’ (‘AquaFlanders Keuringsplatform’) aanbiedt; dat deze digitale databank alle keuringen van de privéwaterafvoer van het AquaFlanders-type die afgeleverd zijn sinds 1 januari 2021, openstelt aan de lokale besturen en rioolbeheerders; dat de keuringsattesten die vóór deze datum zijn afgeleverd nog niet raadpleegbaar zijn in de toepassing;
Overwegende dat de ‘KPR-toepassing’ en de ‘AFK-toepassing’ ook de vereisten van de omgevingsvergunning die de toetsing met de bepalingen uit de omgevingsvergunning maakt, inventariseren; dat men omgevingsvergunningsdossiers kan ingeven waarbij een keuring verwacht wordt; dat een signaal kan verkregen worden als de geïnventariseerde aspecten niet overeenstemmen met wat vergund is in de omgevingsvergunning; dat ook sluikaansluitingen kunnen gedetecteerd worden; dat het ook een automatische rapportering kan genereren van de dossiers waarbij de termijn voor herstelmaatregelen van een niet-conform attest is overschreden; dat met andere woorden op een gebruiksvriendelijke manier input aan de gemeentelijke toezichthouder kan worden gegeven; dat voor beide toepassingen een koppeling met het Omgevingsloket in de pijplijn zit;
Overwegende dat men in de ‘KPR-toepassing’ dossiers kan ingeven waarop een keuring verwacht wordt in het kader van rioleringsprojecten; dat het systeem uitzoekt of het pand reeds over een keuringsattest beschikt;
Overwegende dat de ‘KPR-toepassing’ ook voorziet in het genereren van de verplichte rapportering aan de Vlaamse Milieumaatschappij op het vlak van de privéwaterafvoer;
Overwegende dat het lokaal bestuur met de keuringsinstanties GDPR-conforme overeenkomsten moet afsluiten in functie van het luik handhaving, wil ze gebruik maken van de online toepassingen; dat een functionaris voor gegevensbescherming van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen een gunstig advies heeft verleend aan de ontwerpdocumenten van Vlario en AquaFlanders, indien (geciteerd):
Overwegende dat de online toepassingen van Vlario en AquaFlanders complementair zijn en het lokaal bestuur kunnen ontzorgen in haar functie als rioolbeheerder voor de organisatie van de keuring van de privéwaterafvoer, de opvolging en kwaliteitsborging van het keuringsproces en de digitale archivering van de keuringsattesten en een ondersteuning voor de gemeentelijk toezichthouder betekent;
Overwegende dat de meeste autonome gemeenten in hun functie als rioolbeheerder zowel keuringen van het AquaFlanders-type als Vlario-type toelaten in hun werkgebied; dat de toepassingen van beide instanties complementair zijn; dat voorgesteld wordt dat het lokaal bestuur haar lidmaatschap bij Vlario bestendigt en daarnaast lid wordt van AquaFlanders en met beide instanties coöpereert om haar te ontzorgen in de organisatie van de privéwaterafvoer;
Overwegende dat voor Vlario-leden de kostprijs voor het recht op toegang tot en gebruik van de databank in de ‘KPR-toepassing’ jaarlijks 300,00 euro excl. btw bedraagt, met een maximum van 10 geautoriseerde medewerkers; dat per keuring die in de databank wordt ingevoerd, de rioolbeheerder een bijkomende vergoeding van 2,00 euro excl. btw per ingevoerde keuring wordt aangerekend; dat voor het gebruik van de modules in de ‘KPR-toepassing' geen bijkomende vergoeding verschuldigd is; dat er een overeenkomst met betrekking tot het gebruiksrecht en een verwerkingsovereenkomst met betrekking tot de persoonsgegevens moet worden afgesloten;
Overwegende dat het lidmaatschap van AquaFlanders jaarlijks € 250 (excl. btw) kost; dat tot eind 2021 de ‘AFK-toepassing’ gratis ter beschikking wordt gesteld aan lokale besturen en rioolbeheerders; dat het protocol ‘Privacy overeenkomst’ moet afgesloten worden;
Overwegende dat het lokaal bestuur als rioolbeheerder in het verleden de keuringskost van de klant heeft overgenomen indien deze het gevolg was van afkoppelingswerken naar aanleiding van een openbaar rioleringsproject; dat voorgesteld wordt deze werkwijze aan te houden;
Overwegende dat conform artikel 12/1 §5 van het AWVR vanaf de tweede aanmaning die de rioolbeheerder stuurt bij niet-conforme keuringen een kost kan aangerekend worden voor de verlengde dossieropvolging; dat rioolbeheerder TMVW/Farys aan de klanten of titularissen in haar werkgebied (waaronder Knesselare en Ursel) hiervoor 130 euro aanrekent; dat voorgesteld wordt om in het werkgebied van rioolbeheerder lokaal bestuur Aalter (= grondgebied prefusiegemeente Aalter) dezelfde kostprijs van 130 euro voor verlengde dossieropvolging aan te rekenen in overeenstemming met de aanpak van TMVW/Farys, zodat deze kost uniform is over het volledige grondgebied Aalter;
Akkoord te gaan om het lidmaatschap van het lokaal bestuur bij Vlario te bestendigen en daarnaast lid te worden van AquaFlanders.
Akkoord te gaan om zowel het Vlario-type als het AquaFlanders-type van keuringen van de privéwaterafvoer toe te laten op het deel van het grondgebied waar het lokaal bestuur de rioolbeheerder is (grondgebied prefusiegemeente Aalter).
Akkoord te gaan om het lokaal bestuur in haar functie als rioolbeheerder te ontzorgen in de organisatie van de privéwaterafvoer door te coöpereren met Vlario en AquaFlanders en hiertoe in te stappen in de ‘KPR-toepassing’ van Vlario en de ‘AFK-toepassing’ van AquaFlanders.
De ontwerpovereenkomst van Vlario met betrekking tot het gebruiksrecht van de ‘KPR-toepassing’ goed te keuren.
Akkoord te gaan om de ontwerpprotocollen van Vlario en AquaFlanders met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens goed te keuren en ze op de gemeentelijke website te publiceren. De persoonsgegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden zoals in de protocollen vastgelegd.
Akkoord te gaan dat de kosten voor keuring van de privéwaterafvoer ten laste van de klant of titularis zijn, tenzij in het geval dat de keuring is geïnitieerd door een gemeentelijk rioleringsproject en ze derhalve door het lokaal bestuur worden gedragen.
Akkoord te gaan om vanaf de tweede aanmaning die het lokaal bestuur stuurt bij niet-conforme keuringen, aan de klant of titularis een kost van 130 euro voor verlengde dossieropvolging aan te rekenen.
Akkoord te gaan om het nodige budget te voorzien op budgetsleutel 2021/GBBWEGDOM/0310-21/615004/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de uitgaven die het lokaal bestuur in dit verband dient te maken.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 48 en 49 (occasionele gezamenlijke opdrachten);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in artikel 32duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
Gelet op het rollend meerjaren-investeringsprogramma voor de optimalisatie van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in het Vlaamse gewest, optimalisatieprogramma 2020-2024, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 5 april 2019 waarbij het project 23493 Aansluiting Nevelstraat op het programmajaar 2020 is opgenomen;
Gelet op de bekendmaking van het gemeentelijk subsidiëringsprogramma voor het programma 2019 van 7 mei 2019 waarin het project O219095 Rioleringproject Grote en Kleine Lijkstraat (clusters 025-361,025-331, 025-319 en 025-326) is opgenomen;
Gelet op de bekendmaking van het gemeentelijk subsidieprogramma 2020-deel 1 van 15 juli 2020 waarin het project GIP 16135 Gemeentelijk aandeel Aansluiting Nevelestraat Lentakkerstraat Kleitestraat definitief is vastgelegd en het voorontwerp uiterlijk op 20 augustus 2021 dient te worden ingediend bij de VMM;
Gelet dat de Vlaamse overheid als voorwaarde voor de uitvoering van het bovengemeentelijk rioleringsproject 23.493 in de Nevelestraat en de Lomolenstraat, de uitvoering van het gemeentelijk rioleringsproject in de Kleitestraat, Lentakkerstraat en de zijstraat Nevelestraat heeft gesteld;
Gelet op de collegebeslissing van 9 december 2019 betreffende de te nemen engagementen voor de gezamenlijke uitvoering van de bovengemeentelijke en gemeentelijke rioleringswerken in de Nevelestraat, Kleitestraat, Lentakkerstraat en de Grote en Kleine Lijkstraat meer bepaald:
Gelet op de collegebeslissing van 27 januari 2020 betreffende de in te nemen standpunten ter voorbereiding van de opmaak van de samenwerkingsovereenkomst met Aquafin voor het gezamenlijk uitvoeren van de bovengemeentelijke en gemeentelijke rioleringswerken in de Nevelestraat, Kleitestraat, Lentakkerstraat en de Grote en Kleine Lijkstraat en het principieel akkoord om het studiebureau Jonckheere aan te stellen als gezamenlijk ontwerper voor de opmaak van de nodige ontwerpstudies en de begeleiding tijdens de uitvoering van de bovengemeentelijke en gemeentelijke projecten;
Gelet op de collegebeslissing van 27 april 2020 betreffende de goedkeuring van het voorontwerp GIP O2199095 Aanleg riolering in de Grote en Kleine Lijkstraat;
Gelet op de collegebeslissing van 7 december 2020 betreffende de goedkeuring van de technische plannen van het bovengemeentelijk rioleringsproject 23493 Aansluiting Nevelestraat;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de goedkeuring van het voorontwerp GIP 16135 Gemeentelijk aandeel Aansluiting Nevelestraat Lentakkerstraat Kleitestraat (GUP 44001-002);
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de principiële goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen Aquafin en het gemeentebestuur en van het addendum bij de overeenkomst van 14 oktober 2019 omtrent de studieopdracht tussen Aquafin, het gemeentebestuur en Jonckheere bvba voor het gezamenlijk uitvoeren van de bovengemeentelijke en gemeentelijke rioleringswerken in de Nevelestraat, Kleitestraat, Lentakkerstraat en de Grote en Kleine Lijkstraat;
Gelet op de overeenkomst studieopdracht BB nr: INFR/11930070/23493 voor de uitvoering van de opdracht van het bovengemeentelijk rioleringsproject 23493 tussen Aquafin en studiebureau Jonckheere op 25 juli 2019 die kadert binnen de Multi Laterale Overeenkomst (MLO) van 17 oktober 2017;
Gelet op het voorstel addendum bij de overeenkomst van 14 oktober 2019 omtrent de studie van het Aquafin-project 23.493 tussen Aquafin nv, het gemeentebestuur Aalter en het studiebureau Jonckheere bvba;
Gelet op het voorstel samenwerkingsovereenkomst prioritaire werken tussen Aquafin nv en het gemeentebestuur Aalter, project 23.493 – update augustus 2019;
Gelet op het afroepcontract veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking van 1 februari 2017 aan Evolta Engineers nv voor Perceel 3 (Gents Kanaalbekken) conform de voorwaarden beschreven in het bestek CA/ADB/2016/00392 van Aquafin nv;
Overwegende dat de Vlaamse overheid (Vlaamse Milieumaatschappij – VMM) de gezamenlijke uitvoering van het bovengemeentelijk rioleringsproject 23.493 Aansluiting Nevelestraat (uit te voeren door Aquafin) en het gemeentelijk rioleringsproject Aanleg riolering in de Nevelestraat, Kleitestraat en Lentakkerstraat (uit te voeren door de rioolbeheerder Aalter) als voorwaarde heeft gesteld; dat een samenwerkingsovereenkomst tussen Aquafin en het gemeentebestuur werd opgemaakt die de inbreng en verantwoordelijkheden van de verschillende projectuitvoerders bij de totstandkoming van het gezamenlijk project regelt en volgende diensten verzekert: projectmanagement, grondverwervingen en/of zakelijke rechten, het opmaken van de asbuiltplannen, het werftoezicht en de opmaak van de afkoppelingsstudies en keuringen;
Overwegende dat Aquafin nv voor de studie en begeleiding van de bovengemeentelijke rioleringswerken in de Nevelestraat, studiebureau Jonckheere heeft aangesteld op 14 oktober 2019 volgens de voorwaarden gesteld in de Multi Laterale Overeenkomst van 17 oktober 2017; dat de gemeentelijke rioleringswerken in de Lentakkerstraat, Kleitestraat, Grote en Kleine Lijkstraat niet zonder ernstig bezwaar technisch uitvoerbaar zijn tenzij in samenhang met de geplande werken in opdracht van Aquafin,
Overwegende dat het studiebureau Jonckheere wordt vergoed voor de studie en begeleiding conform de voorwaarden in artikel P2 van de oorspronkelijke ereloonovereenkomst;
Overwegende dat Aquafin nv in de samenwerkingsovereenkomst wordt aangeduid om in gezamenlijke naam bij de procedure, bij de sluiting en de uitvoering van de opdracht als “opdrachtgevend bestuur“ op te treden;
Overwegende dat de leidend ambtenaar wordt aangeduid door de aanbestedende overheid;
Overwegende dat alle partijen zelf financieel instaan voor het deel van de opdracht dat te hunnen laste is en hiervoor tijdig alle nodige financiële middelen vrijmaken teneinde alle verplichtingen en engagementen genomen in het kader van deze overeenkomst te kunnen honoreren;
Overwegende dat conform artikel 1 van de samenwerkingsovereenkomst, de studie en nodige voorbereidingen kunnen worden opgestart maar de werken niet worden aangevangen tijdens de huidige legislatuur ingevolge het op 16 december 2019 goedgekeurde meerjarenplan (2020-2025);
Overwegende dat alle vergunningsaanvragen door het opdrachtgevend bestuur worden gebundeld en samen ingediend;
Overwegende dat de werken ten laste van het gemeentebestuur Aalter worden verzekerd in het door Aquafin opgezette verzekeringssysteem inzake polisvoorwaarden, vrijstellingen en premies; dat het gemeentebestuur hiervoor tijdig een ABR polis afsluit met Amlin Europe; dat Aquafin in het kader van de dienstverleningsovereenkomst de expertises, de schaderegelingen en de administratieve afhandeling mee begeleidt;
Overwegende dat het gemeentebestuur voor volgende diensten beroep zal doen op Aquafin:
Overwegende dat het projectmanagement van de gemeentelijke gecombineerde projecten O219095 Rioleringproject Grote en Kleine Lijkstraat en GIP 16135 Aansluiting Nevelestraat Lentakkerstraat Kleitestraat (GUP 44001-002) aan Aquafin nv wordt toevertrouwd; dat dit betekent dat Aquafin het ontwerp van de gemeentelijke projecten zal begeleiden, controleren en adviseren; dat de kost voor projectmanagement volgens forfaitair tarief wordt afgerekend; dat voor een geraamd gemeentelijk aandeel van 2.500.000 euro deze kost wordt geraamd op 40.094 euro (Kost Projectmanagement = bedrag tlv gemeente x T x 0,28 met T = 5,7278 %);
Overwegende dat de kostprijs voor het realiseren van de nodige grondverwervingen varieert tussen 356 en 589 euro/inneming afhankelijk van het totaal aantal innemingen;
Overwegende dat de opdracht veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking is toegekend aan Evolta Engineers nv conform de voorwaarden beschreven in het bestek CA/ADB/2016/00392 van Aquafin nv en volgens de door Aquafin met hen afgesloten overeenkomst van 1 februari 2017; dat de opdracht voor veiligheidscoördinatie-ontwerp en verwezenlijking voor de gemeentelijke projecten aan deze bestaande (raam)overeenkomst wordt toegevoegd; dat de kosten door de veiligheidscoördinator rechtstreeks aan de betrokken partijen worden doorgerekend na afgifte van het veiligheids- en gezondheidsplan, het aangepast coördinatiedagboek en het postinterventiedossier;
Overwegende dat Aquafin nv als opdrachtgevend bestuur de nodige raamovereenkomsten heeft afgesloten voor het uitvoeren van grondonderzoek en het proevenprogramma en het opmaken van het technisch verslag, sloopopvolgingsplan en het archeologisch onderzoek; dat de kosten door Aquafin nv aan het gemeentebestuur worden doorgefactureerd op basis van zijn aandeel in de betreffende opdracht;
Overwegende dat het opdrachtgevend bestuur een toezichter aanduidt voor het toezicht op alle bovengemeentelijke en gemeentelijke werken; het werftoezicht op het aandeel van het gemeentebestuur wordt vergoed door het gemeentebestuur conform artikel 8 van de samenwerkingsovereenkomst;
Overwegende dat het gemeentebestuur zelf instaat voor:
De samenwerkingsovereenkomst prioritaire werken Project 23.493 tussen Aquafin nv en het gemeentebestuur Aalter goed te keuren.
Het addendum bij de overeenkomst van 14 oktober 2019 omtrent de studie van het Aquafin-project 23.493 tussen Aquafin nv, het gemeentebestuur Aalter en Jonckheere bvba goed te keuren.
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op de beslissing van de Europese Unie op de Europese raad van oktober 2009, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80 tot 95% te reduceren te opzichte van 1990;
Gelet op de lancering door de Europese Commissie van het ‘Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie’ om de inspanningen van lokale overheden bij de uitvoering van duurzaam energiebeleid te onderschrijven en ondersteunen; dat lokale overheden een cruciale rol spelen bij het afremmen van de gevolgen van klimaatverandering aangezien 80% van het energieverbruik en de CO2-uitstoot verband houdt met stedelijke en gemeentelijke activiteiten;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op de nota van de Vlaamse regering van 4 juni 2021 betreffende het goedkeuren van het lokaal energie-en klimaatpact tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse steden en gemeenten;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 3 juni 2019 betreffende de ondertekening van het Burgemeestersconvenant, waarmee het gemeentebestuur streeft naar 40% CO2-reductie tegen 2030 en naar klimaatneutraliteit tegen 2050;
Gelet op de collegebeslissing van 5 juli 2021 betreffende de goedkeuring van het ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact;
Overwegende dat de Vlaamse regering door de goedkeuring van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (verder: het Pact) ook de subsidie en de opvolgingswijze ter ondersteuning van de realisatie van de lokale klimaatpactacties en uitvoering van het Pact vastlegt;
Overwegende dat het Pact 4 werven omvat:
Overwegende dat elke werf bepaalde doelstellingen tegen 2030 heeft; dat deze doelstellingen globale doelstellingen op Vlaams niveau zijn; dat lokale besturen zelf kunnen kiezen op welke werf en doelstelling ze inzetten;
Doelstelling 1 | Doelstelling 2 | Doelstelling 3 | |
Werf 1: Laten we een boom opzetten (vergroening) | 1 boom extra per Vlaming (+6,6 miljoen bomen extra) | 1/2de meter extra haag of geveltuinbeplanting per Vlaming (+3.300 km) | 1 extra natuurgroenpark per 1000 inwoners (= 6.600 perken van 10m² ) |
Werf 2: Verrijk je wijk (renovatie, hernieuwbare energie) | 50 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden | 1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners die samen voor een totaal geïnstalleerd vermogen zorgen van 216 MW (+12.000 projecten in 2030) | |
Werf 3: Elke buurt deelt (koolstofvrije(deel)mobiliteit) en is duurzaam bereikbaar | Per 1.000 inwoners 1 “toegangspunt” voor een (koolstofvrij) deelsysteem (= 6.600 toegangspunten) | Per 100 inwoners 1 laadpunt tegen 2030 (=66.000 laadpunten) | 1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner |
Werf 4: Water. Het nieuwe goud (droogteproblematiek) | 1 m² ontharding per inwoner (= 6,6 miljoen m² ontharding) | Per inwoner 1 m³ extra opvang van hemelwateropvang voor hergebruik, buffering en infiltratie voor regenwater (= 6,6 miljoen m³ extra regenwater dat wordt opgevangen voor hergebruik of infiltratie) |
Overwegende dat door ondertekening van het Pact de lokale besturen zich engageren om:
Overwegende dat de Vlaamse overheid zich engageert zich om:
Overwegende dat mogelijke klimaatacties worden voorgesteld in een 'catalogus' ter inspiratie; dat aan deze acties ook een indicatieve waarde is gekoppeld; dat de catalogus digitaal ter beschikking zal worden gesteld; dat dit in beheer is van het Agentschap Binnenlands Bestuur;
Overwegende dat de ondertekening uiterlijk 29 oktober 2021 door de gemeenteraad dient te gebeuren; dat dit moet bezorgd worden via het digitaal loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur; dat het digitale platform op dit moment nog in ontwikkeling is; dat dit zal toegevoegd worden aan het Loket voor Lokale besturen;
Overwegende dat de subsidie wordt uitgekeerd als trekkingsrecht aan de lokale besturen die het Pact ondertekenen; dat deze subsidie voor 2021, 24.324.010,00 euro bedraagt; dat dit bedrag gebaseerd is op een ondertekening van het Pact door alle Vlaamse gemeenten; dat deze middelen ook in 2022 mogen besteed worden;
Overwegende dat de middelen als algemene financiering onder de gemeenten verdeeld worden volgens inwonersaantal (80 %) en volgens het aandeel van het Gemeentefonds (20 %); dat dit voor het lokaal bestuur Aalter zou neerkomen op 85.660,94 euro (inwonersaantal) en 11.437,32 euro (Gemeentefonds); dat dit een totale som van 97.098 euro kan bedragen; dat dit budget ten laatste 1 december 2021 wordt bekendgemaakt afhankelijk van het aantal ondertekeningen; dat dit budget uiterlijk wordt uitbetaald op 30 april 2022;
Overwegende dat door het bezorgen van het ondertekende Pact, de pactgemeenten automatisch recht krijgen op de subsidie; dat deze subsidie als algemene werkingssubsidie wordt toegekend;
Overwegende dat de totale uitgaven voor de klimaatacties minstens het dubbele van de verkregen subsidie dienen te bedragen; dat dit het principe volgt van 'een euro voor een euro'; dat deze uitgaven zowel investeringskosten, werkingskosten als personeelskosten kunnen bevatten; dat de uitgaven worden opgevolgd door middel van de jaarrekening; dat hiervoor de specifieke code "ABB-LEKP-2021" zal moeten worden toegepast;
Overwegende dat een jaarlijks opvolgmoment wordt voorzien door een rapportering over de voortgang van de realisaties binnen het Pact; dat dit ten laatste 1 maart 2023 en na voorlegging aan de gemeenteraad wordt bezorgd; dat hiervoor een instrument wordt aangeboden aan alle pactgemeenten;
Overwegende dat er geen echte controle (al dan niet ter plaatse) op de gerealiseerde projecten zal gebeuren; dat de lokale besturen vrij kunnen kiezen op welke manier zij de toegekende middelen kunnen inzetten voor de doelstellingen van het Pact;
Overwegende dat de impact op het lokaal bestuur als volgt kan omschreven worden:
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact goed te keuren.
Overwegende dat de Federale Pensioendienst vraagt het samenwerkingsprotocol Pensioenpunt, betreffende de heropening van de externe Pensioenpunten onder aangepaste voorwaarden, te ondertekenen en terug te sturen;
Overwegende dat de interne Pensioenpunten (in de gebouwen van de Federale Pensioendienst en van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ)) al sinds enige tijd zijn geopend op afspraak;
Overwegende dat, gezien het verbeteren van de coronacijfers, ze zich voorbereiden om ook de externe Pensioenpunten, waar Aalter deel van uitmaakt, te heropenen vanaf oktober 2021; dat zij hierin worden gesteund door de Minister van Pensioenen, mevrouw Karine Lalieux;
Overwegende dat het belangrijk is om een efficiënte en lokale dienstverlening aan de burgers aan te bieden, waarbij de veiligheid van iedereen wordt gegarandeerd; dat aangezien het coronavirus helaas nog niet volledig verdwenen is, deze heropening gepaard zal gaan met enkele voorwaarden die in lijn zijn met de geldende maatregelen om de veiligheid van de burger en van alle medewerkers te verzekeren;
Overwegende dat de belangrijkste maatregelen, opgesomd in het bijgevoegde protocol, zijn:
Overwegende dat een belangrijke verandering is dat de Pensioenpunten, zowel intern als extern, op afspraak werken en dit de volgende voordelen heeft:
Overwegende dat de burger een afspraak maakt door te bellen naar de gratis Pensioenlijn 1765;
Overwegende dat de Federale Pensioendienst ondersteunend informatiemateriaal zal opsturen waarin de afspraakprincipes zijn uitgelegd, waarna het lokaal bestuur deze kan verspreiden via de gemeentelijke communicatiekanalen;
Overwegende dat zij het bestuur vervolgens zullen contacteren om samen de precieze modaliteiten te bepalen (dezelfde plaats, uur en frequentie als vóór de coronacrisis); dat de zitdagen Pensioenen in Aalter plaatsvinden elke vierde dinsdag van de maand in Villa Snoeck, Stationsstraat 69, voor:
Overwegende dat het RSVZ zelf communiceert over de heropening van zijn Pensioenpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 16 augustus 2021 betreffende de heropening van de externe Pensioenpunten onder aangepaste voorwaarden;
Gelet op het verzoek van de Federale Pensioendienst, gegeven op 9 juli 2021;
Het samenwerkingsprotocol Pensioenpunt van de Federale Pensioendienst goed te keuren.
Opnieuw zitdagen Pensioenen te organiseren in Villa Snoeck vanaf oktober 2021.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen (gemeentelijke en provinciale), artikel 5, dat bepaalt dat indien een toelage hoger dan 24.789,35 euro wordt toegekend, de begunstigde elk jaar zijn balans en rekening, alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan de verstrekker dient te bezorgen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 10 juni 2013 betreffende de hervorming van vzw gemeentelijk jeugdcentrum Aalter; dat hierbij een contract werd overeen gekomen tussen het gemeentebestuur en vzw gemeentelijk jeugdcentrum Aalter;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2020 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020/2 2020-2025 van het lokaal bestuur, meer bepaald ACT-1090 Subsidiëring van de vzw Gemeentelijk Jeugdcentrum Aalter;
Gelet op de collegebeslissing van 27 mei 2013 betreffende de omvorming van vzw jeugdcentrum; dat hierbij een autonoom en flexibel beleid inzake personeel, participatie en financiën vooropgesteld wordt; dat daarom de vzw structuur behouden wordt;
Gelet op de collegebeslissing van prefusiebestuur Aalter van 1 december 2014 betreffende de goedkeuring van de subsidiëring aan vzw Gemeentelijk Jeugdcentrum Aalter voor 2015-2019;
Gelet op de collegebeslissing van 3 mei 2021 betreffende de werkingssubsidie van vzw Kadans;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de analyse van de samenwerking tussen gemeentebestuur en vzw gemeentelijk jeugdcentrum Aalter;
Gelet op de collegebeslissing van 30 augustus 2021 betreffende de jaarrekening 2020 van vzw Jeugdcentrum Kadans;
Gelet op de algemene vergadering van vzw Gemeentelijk Jeugdcentrum Kadans op 17 maart 2021 waarbij het jaarresultaat 2020 werd goedgekeurd;
Gelet op de jaarrekening en resultatenrekening 2020 van vzw Gemeentelijk Jeugdcentrum Kadans;
Overwegende dat de winst in 2020 14.022,15 euro bedroeg; dat 14.000 euro hiervan werd opgenomen als voorziening waardoor de resultatenrekening afsluit met een positief saldo van 22,15 euro; dat het totaal van de ontvangsten 147.504,58 euro bedraagt en het totaal van de uitgaven 147.482,43 euro;
Akte te nemen van de jaarrekening 2020 van vzw Gemeentelijk Jeugdcentrum Kadans.
Gelet op de installatievergadering van 2 januari 2019 van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 betreffende de aanduiding van een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek ;
Gelet op de statuten van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek;
Gelet op het verslag nazicht der rekeningen 2020 van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek van 8 juni 2021;
Gelet op de collegebeslissing van 2 augustus 2021 betreffende de principiële goedkeuring jaarrekening 2020 Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek;
Overwegende dat artikel 13 van de statuten van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek bepaalt dat de jaarrekening van de interlokale vereniging jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de participerende gemeenteraden;
Overwegende dat het nazicht der rekeningen 2020 plaatsvond op dinsdag 8 juni 2021 in het sportcomplex Paleastra te Deinze door de heer Jürgen Dejaeghere, aangeduid als commissaris van de rekeningen 2020 van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek;
Overwegende dat de commissaris vaststelde dat de boekhouding zeer verzorgd en nauwgezet werd bijgehouden; dat de geboekte ontvangsten en uitgaven enerzijds en de kosten en opbrengsten anderzijds door de passende verantwoordingsstukken gestaafd werden;
De jaarrekening 2020 van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek goed te keuren.
Punt 40 werd hem meegedeeld door raadslid Linde Van Wonterghem (GROEN).
Punt 41 werd hem meegedeeld door raadslid Peter Cornelis (GROEN).
Gelet op artikel 21 van het decreet lokaal bestuur dat stelt dat gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen voor de vergadering van de gemeenteraad punten aan de agenda kunnen toevoegen;
Gelet op artikel 5 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gelet op de collegebeslissing van 8 maart 2021 betreffende de principiële goedkeuring tot het vellen van de bomen in de Nieuwstraat;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 3 juni 2019 om toe te treden tot het Burgemeestersconvenant, en zich daarmee er toe te verbinden om de uitstoot van CO2 op het grondgebied van Aalter tegen 2030 met ten minste 40 % terug te dringen;
Gelet op het voorstel van raadslid Linde Van Wonterghem om de collegebeslissing van 8 maart 2021 betreffende de principiële goedkeuring tot het vellen van bomen in de Nieuwstraat te herzien en de bomen in de Nieuwstraat niet te kappen;
Overwegende dat raadslid Linde Van Wonterghem stelt dat de nieuw aangeplante bomen pas na tientallen jaren dezelfde capaciteit voor het opslaan van CO2 hebben;
Overwegende dat schepen Kristof De Blaere opwerpt dat het belang van bomen in het straatbeeld gekend is; dat dit ook de reden is dat er nieuwe bomen zullen geplant worden van zodra de oude gekapt worden; dat de hinder te groot is; dat het gevaarlijke situaties kan veroorzaken;
Het voorstel wordt verworpen.
Gelet op artikel 21 van het decreet lokaal bestuur dat stelt dat gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen voor de vergadering van de gemeenteraad punten aan de agenda kunnen toevoegen;
Gelet op artikel 5 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gelet op het voorstel van raadslid Peter Cornelis om:
Overwegende dat raadslid Peter Cornelis stelt dat een aantal aspecten van het huidige circulatieplan grondig herbekeken moeten worden; dat er een continue bijstelling en evaluatie op basis van metingen van verkeersstromen noodzakelijk is; dat er meer inspraak van de burgers moet zijn bij het opmaken van een circulatieplan; dat de Stationsstraat een aangename leef – en woonzone moet zijn i.p.v. een hoofdas voor het doorgaand verkeer;
Overwegende dat burgemeester Pieter De Crem opwerpt dat het circulatieplan in voege is getreden op 1 september 2021; dat er een goede communicatie is geweest naar de burgers; dat er rekening werd gehouden met vragen en suggesties van burgers; dat in het algemeen de reacties van de burgers en betrokken organisaties positief zijn; dat dit circulatieplan tegemoet kwam aan een effectieve behoefte;
Het voorstel wordt verworpen.
Punt 42 werd hem meegedeeld door het college van burgemeester en schepenen.