Terug
Gepubliceerd op 28/06/2021

2021_CBS_02087 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het ondergronds distributienet in de Parkstraat op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/06/2021 - 16:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Philippe Verleyen; Luc De Meyer; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem
2021_CBS_02087 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het ondergronds distributienet in de Parkstraat op verzoek van Fluvius 2021_CBS_02087 - Collegebeslissing betreffende het uitbreiden van het ondergronds distributienet in de Parkstraat op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de aanvraag van 2 Juni 2021 van Fluvius voor het uitbreiden van het ondergronds distributienet in de Parkstraat;

Gelet op het ontwerpplan nummer 354855 met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat het distributienet met 67 meter wordt uitgebreid, dat de aansluiting verlengd en verbonden dient te worden met de bestaande cabine 4805 vijver-Stuivenberg, voor een klant in de Parkstraat;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan het ontwerpplan nummer 354855 van Fluvius, Parkstraat in Aalter voor het uitbreiden van het distributienet over 67 meter, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • De wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname.
  • Er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • De aanpalende bewoners en bedrijven dienen minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt.
  • Het lokaal bestuur wenst een digitale kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • Voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving in 3 exemplaren bezorgd te worden aan het lokaal bestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • De leidingen worden in de zijberm aangelegd. De rijweg wordt maximaal gevrijwaard en kan onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen.
  • Opbraak van de rijweg in langsrichting is in geen geval toegelaten. Indien de aanleg van de leidingen in de zijberm technisch onhaalbaar blijkt, dient er contact opgenomen te worden met het lokaal bestuur.
  • Voor de oprit in bitumineuze verharding gelden meer bepaald volgende richtlijnen:
  • De verharding wordt rechtlijnig ingesneden op volle dikte door middel van een zaagsnede; de te vervangen zone is steeds rechthoekig en loopt loodrecht op of evenwijdig met de as van de weg.
  • Op- en afbraakmaterialen die niet ter plaatse gebruikt kunnen worden, worden eigendom van de aannemer en onmiddellijk afgevoerd van de werfzone.
  • Bitumineuze verhardingen met teer als bindmiddel worden afzonderlijk opgebroken en selectief afgevoerd.
  • Aanvullingen, onderfundering en fundering worden aangebracht conform met het standaardbestek 250 4.1. rekening houdend met de minimale draagkracht. Op eenvoudig verzoek dienen de resultaten van de proeven voorgelegd te worden aan het gemeentebestuur.
  • Een goede aansluiting met de bestaande asfaltverharding van de oprit en de betonnen rijweg door middel van voegband is noodzakelijk.
  • Bij het aanbrengen van asfalt wordt rekening gehouden met de minimale temperatuur van de lucht zoals bepaald in het standaardbestek 250 4.1.
  • Aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen en opritten mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • Bermen worden terug aangelegd en ingezaaid.
  • Aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden verdicht.
  • Resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm en opritten dienen op vraag van het lokaal bestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • De nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand van de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het lokaal bestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • Indien werken uitgevoerd worden ter hoogte van aanwezige bomen dienen volgende algemene voorwaarden te worden gerespecteerd:
  • Afbakenen van een ‘beschermingszone’ ter hoogte van de bomen. De beschermingszone moet het wortelgestel beschermen tegen beschadiging. De grootte van de beschermingszone wordt als volgt bepaald: de kroonprojectie + 2,5-meter buiten de kroonprojectie.
  • Binnen de beschermingszone mag er geen bodemverstoring of bodemverdichting zijn, geen ophoging of afgraving van de grond, geen opslag van materiaal, geen afval of puin storten, noch op de grond, noch in een container, geen toegang voor voertuigen of parking, geen tijdelijke gebouwen of werfketen, geen vuurtjes, alle ondergrondse leidingen omleiden buiten de beschermingszone, veranderingen in oppervlakkige waterafvoer in of uit de beschermingszone vermijden, geen waterhoeveelheden groter dan 100 liter uitgieten in de buurt van de bomen (bv spoelwater), oplosmiddel niet uitgieten in de buurt van de bomen, veranderingen in drainage zo ontwerpen dat de natuurlijke waterhuishouding binnen de beschermingszone zoveel mogelijk bewaard blijft, het zwenkbereik van torenkranen aanpassen zodat de boomkroon niet kan geraakt worden, ook niet door doorhangende kabels.
  • Verplicht gebruik van perstechniek in de omgeving van de stam (= zone tot 2,5 m van de stam verwijderd), geen open sleuven. Het persen of boren gebeurt recht onder de boomstam om zo het minst wortels te beschadigen. De leidingen en kabels onder de boom moeten minstens 1 m diep gelegd worden.
  • Machinaal grondverzet is verboden; binnen de beschermingszone van de boom (= 2 m tot buiten de kroonprojectie) wordt handmatig een sleuf gegraven, hierbij worden alle wortels met handgereedschap afgezaagd. De wortels worden dwars doorgezaagd met een scherpe handsnoeizaag. De verdere afgraving weg van de boom kan met zwaar materiaal, zonder extra wortelschade voor de boom. Wortels worden zoveel mogelijk behouden en er worden geen wortels dikker dan 5 cm weggenomen.
  • Om de wortels te beschermen tegen uitdroging, wordt het blootgelegd bodemprofiel zo vlug mogelijk afgewerkt met aarde.
  • De uitvoering van de werken dient omzichtig te gebeuren opdat er geen schade wordt aangebracht aan het bovengronds gedeelte van de boom (stam, takken). Bij accidentele schade dient het lokaal bestuur ingelicht te worden, die zal bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden.
  • De bermen dienen in hun oorspronkelijke staat te worden hersteld.
  • Alle afwijkingen moeten goedgekeurd worden door het lokaal bestuur.
  • Na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • Het lokaal bestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.