Terug
Gepubliceerd op 01/02/2021

2021_CBS_00059 - Collegebeslissing betreffende het formeel advies regiovorming

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/01/2021 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Luc De Meyer; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Peter Ponnet, korpschef

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem
2021_CBS_00059 - Collegebeslissing betreffende het formeel advies regiovorming 2021_CBS_00059 - Collegebeslissing betreffende het formeel advies regiovorming

Motivering

Motivering

Gelet op het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 met betrekking tot regiovorming: “We zetten in op regiovorming. Deze regiovorming moet van onderuit worden opgebouwd en gedragen door de lokale besturen. De burgemeesters van de betrokken lokale besturen vormen de spil van deze regiovorming. Om tot een grotere coherentie te komen en deze regiovorming te stimuleren, zal de Vlaamse regering, verder bouwend op de reeds uitgevoerde regioscreening, vaste regio’s afbakenen waarbinnen alle vormen van intergemeentelijke samenwerking, zowel de bestaande als nieuwe, moeten plaatsvinden (behoudens zij die op een hogere schaal georganiseerd zijn). Dit moet de huidige verrommeling tegengaan en leiden tot minder mandaten. We werken bestaande drempels weg die verhinderen dat samenwerkingsverbanden fuseren. De Vlaamse overheid zal de eigen regionale afbakeningen afstemmen op deze regio’s. Er wordt een kader uitgewerkt dat bijkomende instrumenten bevat om de regiovorming te ondersteunen (bv. rond herverdelingsproblematieken tussen de betrokken lokale besturen).";

Gelet op de kadernota regiovorming, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 9 oktober 2020;

Gelet op  het ontwerpadvies van de gouverneur met betrekking tot de regiovorming, bezorgd aan het gemeentebestuur op 11 januari 2021 met de vraag om per kerende en liefst uiterlijk op 13 januari 2021 eventuele opmerkingen over te maken; dat de nota van de gouverneur tegen 15 januari 2021 aan de Vlaamse regering diende bezorgd te worden; 

Overwegende dat de Vlaamse regering conform het regeerakkoord wil evolueren naar een bovenlokaal landschap waar: 

  • de burgemeesters de spil vormen; 
  • gemeenten zich organiseren in een 13-tal referentieregio's; 
  • gemeenten hun samenwerkingsverbanden optimaliseren binnen die referentieregio's volgens het matroesjkamodel; 
  • voldoende samenwerkingsmaturiteit is om het burgemeesteroverleg te laten uitgroeien tot een strategisch forum voor de regio; 

Overwegende dat de gouverneurs de opdracht hebben gekregen om de lokale gesprekken over de regioafbakening te faciliteren en een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio's op basis van de bestaande fora op bovenlokaal niveau en op basis van input van de lokale besturen; 

Overwegende dat voor het verdere traject volgend tijdspad is vooropgesteld: 

  • begin 2021: definitieve afbakening regio's Vlaamse regering
  • 2021: subsidiebesluit Vlaamse regering 
  • 2021-2022: aanpassing organiek kader (decreet over het lokaal bestuur)
  • 2021-2023: aanpassing Vlaamse en federale regelgeving (afstemmen op afgebakende regio's);

Overwegende dat in de kadernota Aalter is opgenomen in de Regio Gent met volgende andere besturen: 

  • Assenede
  • De Pinte
  • Deinze
  • Destelbergen
  • Eeklo
  • Evergem
  • Gavere
  • Gent
  • Kaprijke
  • Lievegem
  • Lochristi
  • Maldegem
  • Melle
  • Merelbeke
  • Nazareth
  • Sint-Laureins
  • Sint-Martens-Latem
  • Wachtebeke
  • Zelzate
  • Zulte;

Overwegende dat de gouverneur volgende bemerkingen noteerde in de nota: 

Proces - timing 

  • Timing was uitdagend omwille van coronacrisis.
  • De participatie werd eerder als top-down ervaren dan als bottom-up.

Proces - finaliteit 

  • Onduidelijkheid over finaliteit van deze oefening maakt het moeilijk om een gedegen advies te formuleren.

Geografische afbakening

  • Er is onduidelijkheid over de ideale schaalgrootte, niet in zijn minst door gebrek aan zicht op finaliteit van de oefening.
  • Zeker, maar niet uitsluitend, bij de grensgemeenten leeft er een sterke vraag naar een flexibele invulling van de regiogrenzen en dit instrument vooral te gebruiken voor toekomstige samenwerkingsverbanden. Dit kan niet los gezien worden van de sterke opdeling van Oost-Vlaanderen die vandaag voorligt.

Beheersstructuur 

  • Duidelijkheid wat op korte en lange termijn verwacht wordt van de referentieregio’s.
  • Duidelijkheid over de beheersstructuur die gebruikt kan worden, met de vraag om dit ruimer te zien dan enkel burgemeesters.
  • Duidelijkheid hoe de (praktische) ondersteuning eruit zal zien.

Bestaande samenwerkingsverbanden 

  • Duidelijkheid omtrent het traject dat met federaal zal opgezet worden en hoe politie- en hulpverleningszones zich verhouden tot de regiovorming.
  • Duidelijkheid nodig over hoe omgegaan wordt met grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden, zodat er geen vacuüm ontstaat voor deze samenwerkingen en er op het terrein niets meer gebeurt.

Overwegende dat volgende conclusie wordt geformuleerd: 

Het is voor iedereen duidelijk dat bestuurlijke verrommeling aanpakken altijd gepaard zal gaan met ongemakken en transactiekosten. Door het gebrek aan concreet zicht op de finaliteit van deze oefening en de grote verschillen, ook binnen Vlaanderen, wat de schaalgrootte betreft van de verschillende voorgestelde referentieregio’s komt er ook veel ongerustheid bij deze oefening kijken. Dit zal vermoedelijk in alle provincies het geval zijn, maar in Oost-Vlaanderen wordt deze onrust versterkt omwille van het feit dat de provincie verregaander dan andere provincies opgedeeld wordt. Dit betekent dat er een grotere impact is op bestaande samenwerkingsverbanden en dat er veel meer lokale besturen voor een fundamentele keuze staan, die moeilijk te nemen valt met de vele vraagtekens die er vandaag nog zijn.

Ik eindig dit advies daarom met de vraag naar schaalvergroting wat de regiovorming betreft. Er is een duidelijke oproep om Oost-Vlaanderen als één referentieregio in te voeren. Daarnaast zijn er tussenoplossingen denkbaar tussen het huidige voorstel en de indeling in één referentieregio die minstens de kans moeten krijgen om grondig onderzocht te worden. Indien Vlaanderen dit wenst neem ik daar graag mijn rol in op. Laat het in elk geval duidelijk zijn dat er vandaag geen beslissingsklare piste voor ligt die zonder verder overleg genomen worden.

Overwegende dat het lokaal bestuur momenteel ook samenwerkingsverbanden heeft buiten de grenzen van de huidige provincie en buiten de grenzen van de voorgestelde toekomstige regio; dat de opmerking met betrekking tot de grensgemeenten dit omvat;

Overwegende dat het bestuur het voorstel van de Vlaamse regering kan onderschrijven; dat gevraagd wordt om de mogelijkheid te behouden om nog te kunnen samenwerken met gemeentebesturen uit andere provincies/regio's; dat het bestuur zich akkoord kan verklaren met de nota opgesteld door de gouverneur om het standpunt van de verschillende gemeentebesturen te stroomlijnen;

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Geen opmerkingen te formuleren op de ontwerpnota van de gouverneur met betrekking tot de regiovorming.