Terug
Gepubliceerd op 01/02/2021

2021_CBS_00200 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van het drinkwaternet in de Bosvijverdreef en Ganzeplas op verzoek van Farys

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/01/2021 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Luc De Meyer; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Peter Ponnet, korpschef

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem
2021_CBS_00200 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van het drinkwaternet in de Bosvijverdreef en Ganzeplas op verzoek van Farys 2021_CBS_00200 - Collegebeslissing betreffende het vervangen van het drinkwaternet in de Bosvijverdreef en Ganzeplas op verzoek van Farys

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op de aanvraag van 22 december 2020 van Farys betreffende het vervangen van het drinkwaternet in de Bosvijverdreef en Ganzeplas;

Gelet op het ontwerpplan nr. DOM-003/19/001-D met aanduiding van de uit te voeren werken;

Gelet op het feit dat de bomen in de Ganzeplas reeds heel wat graafschade hebben opgelopen met wortelschade als gevolg en daar zwaar onder lijden; dat de bomen in de Bosvijverdreef private bomen zijn;

Overwegende dat een gestuurde boring onder de E40 autosnelweg wordt uitgevoerd;

Overwegende dat in de Bosvijverdreef en Ganzeplas het drinkwaternet over 785 meter wordt vervangen; dat Farys in de Ganzeplas gestuurde boringen voorziet waarbij de in- en uittrede putten buiten de kroonprojectie van de bomen worden gemaakt; dat Farys meldt dat de oude waterleiding ,welke in de Bosvijverdreef aan de pare kant ligt, uit dienst wordt genomen en zal gebruikt worden als koker om de nieuwe leiding door te trekken zodat enkel ter hoogte van de huisaansluitingen putten dienen te worden gemaakt om de woningen over te koppelen;

Overwegende dat voor de Ganzeplas het advies van een gecertificeerd boomdeskundige voor de aanvang van de werken dient te worden opgevraagd; dat de werken dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van de boomdeskundige;

Overwegende dat de bomen in de Bosvijverdreef toebehoren aan de eigenaars van de aanpalende percelen; dat Farys zich dient te wenden tot het kadaster om de contactgegevens op te vragen; dat ook de werken in de Bosvijverdreef bij voorkeur op advies en onder begeleiding van een boomdeskundige dienen te worden uitgevoerd;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de aanvraag en het ontwerpplan nr. DOM-003/19/001-D van Farys, Stropstraat 1 in Gent het vervangen van het drinkwaternet in de Bosvijverdreef en Ganzeplas, mits er voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • vooraleer de onderboring van de E40 autosnelweg kan starten moet er toestemming van het Agentschap van Wegen en verkeer ontvangen zijn.
  • de wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname.
  • er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • de aanpalende bewoners en bedrijven dienen minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt.
  • het gemeentebestuur wenst een kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving in 3 exemplaren bezorgd te worden aan het gemeentebestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • de leidingen worden in de zijberm aangelegd. De rijwegen worden maximaal gevrijwaard en kunnen onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen. 
  • opbraak van de rijweg in kws-verharding in langsrichting is in geen geval toegelaten. Indien de aanleg van de leidingen in de zijberm technisch onhaalbaar blijkt, dient er contact opgenomen te worden met het gemeentebestuur.
  • voor opritten in kws-verharding gelden meer bepaald volgende richtlijnen:
  • de verharding wordt rechtlijnig ingesneden op volle dikte door middel van een zaagsnede; de te vervangen zone is steeds rechthoekig en loopt loodrecht op of evenwijdig met de as van de weg.
  • op- en afbraakmaterialen die niet ter plaatse gebruikt kunnen worden, worden eigendom van de aannemer en onmiddellijk afgevoerd van de werfzone.
  • bitumineuze verhardingen met teer als bindmiddel worden afzonderlijk opgebroken en selectief afgevoerd.
  • aanvullingen, onderfundering en fundering worden aangebracht conform SB 250 rekening houdend met de minimale draagkracht. Op eenvoudig verzoek dienen de resultaten van de proeven voorgelegd te worden aan het gemeentebestuur.
  • een goede aansluiting met de bestaande asfaltverharding van de oprit en de rijweg door middel van voegband is noodzakelijk.
  • bij het aanbrengen van kws-verhardingen wordt rekening gehouden met de minimale temperatuur van de lucht zoals bepaald in het standaardbestek.
  • aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen en opritten en in voetpaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • de opgebroken opritten in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren (nieuwe exemplaren vooraf ter goedkeuring voorleggen). Het bestaand legverband wordt gevolgd. De klinkers en betontegels dienen meermaals te worden ingezand. Kasseien worden met voegmortel of split terug ingevoegd.
  • bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm en opritten dienen op vraag van het gemeentebestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • de nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering en ingebuisde grachten. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het gemeentebestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • voor de kruising van een nutsleiding met een waterloop dienen volgende voorwaarden te worden opgevolgd:
  • de bovenkant van de leiding dient minimum 1,00 m lager te liggen dan de bodem van de waterloop. Indien de werkelijke diepte van de waterloop groter is dan zijn wettige diepte dient gerekend te worden met de werkelijke diepte.
  • het horizontale deel van de leiding onder de waterloop dient een lengte te hebben die minimum gelijk is aan b+2d (b = 1,50 m, zijnde de wettige bodembreedte en d = 1,40 m, de wettige diepte van de waterloop). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • bij een uitvoering in open sleuf dient boven het horizontale deel van de leiding onder de waterloop een beschermplaat in beton geplaatst te worden (tenminste 6 cm dik en 0,50 m breed). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • de waterloop moet na de uitvoering van de werken in zijn oorspronkelijke toestand hersteld worden. Bij een uitvoering in open sleuf dient een degelijke wand- en bodemversterking te worden geplaatst. Eventueel bestaande bodem- en/of taludbekledingen moeten op een degelijke wijze hersteld worden, in dezelfde materialen waarin ze geplaatst werden.
  • de juiste plaats van de kruising dient te worden aangegeven door duidelijk zichtbare, bovengrondse merktekens.
  • leidingen die grachten dwarsen in functie van huisaansluitingen worden niet ter hoogte van de oprit aangelegd, maar onder de grachtbodem aangelegd, rekening houdend met onderstaande voorwaarden.
  • ter hoogte van grachten dienen op de grachtbodem de nodige betonplaten te worden geplaatst om de leidingen die onder een gracht doorlopen te beschermen; leidingen dienen minimum 30 cm onder de grachtbodem te worden aangelegd.
  • leidingen aangelegd in de berm evenwijdig met de gracht dienen op minimum 50 cm van de kruin van de gracht te worden aangelegd.
  • voor de Ganzeplas dient het advies van een gecertificeerd boomdeskundige voor de aanvang van de werken te worden opgevraagd. De werken dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van de boomdeskundige.
  • voor de bomen in de Bosvijverdreef, welke toebehoren aan de eigenaars van de aanpalende percelen, dient Farys zich te wenden tot het kadaster om de contactgegevens op te vragen. Ook de werken in de Bosvijverdreef dienen op advies en onder begeleiding van een boomdeskundige te worden uitgevoerd.
  • de instructies van de gecertificeerde boomdeskundige moeten strikt nageleefd worden.
  • na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • het gemeentebestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.