Terug
Gepubliceerd op 01/02/2021

2021_CBS_00202 - Collegebeslissing betreffende het verplaatsen van de kabelnetten voor het rioleringproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/01/2021 - 16:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter De Crem; Patrick Hoste; Herlinde Trenson; Dirk De Smul; Mathias Van de Walle; Kristof De Blaere; Philippe Verleyen; Luc De Meyer; Johan Van den Kerchove, schepenen; Luc Jolie, algemeen directeur

Afwezig

Peter Ponnet, korpschef

Secretaris

Luc Jolie, algemeen directeur

Voorzitter

Pieter De Crem
2021_CBS_00202 - Collegebeslissing betreffende het verplaatsen van de kabelnetten voor het rioleringproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat op verzoek van Fluvius 2021_CBS_00202 - Collegebeslissing betreffende het verplaatsen van de kabelnetten voor het rioleringproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van prefusiebestuur Aalter van 7 maart 2016 waarbij naast de samenwerkingsovereenkomst voor het gezamenlijk uitvoeren van het bovengemeentelijk en gemeentelijk project GIP 0209047/22.249 Rioleringsproject Sint-Maria-Aalter – AP0204-018 ook de dienstsverleningsovereenkomst tussen Aquafin nv en de gemeente Aalter voor projectmanagement, opmaak bestek elektromechanica en grondinnemingen werd goedgekeurd;

Gelet op de verslagen van de coördinatievergaderingen met de nutsmaatschappijen, Aquafin, Infrabel en het gemeentebestuur van 7 februari 2018, 4 juni 2019, 7 januari 2020 en 7 oktober 2020 betreffende het rioleringsproject Sint-Maria-Aalter – AP0204-018;

Gelet op de aanvraag van 20 november 2020 van Fluvius voor het verplaatsen van het middenspanningsnet, het laagspanningsnet, het openbaar verlichtingsnet en het gasnet voor het rioleringsproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat;

Gelet op de ontwerpplannen nrs. 310491 MS1-versie3 + MS2-versie3 + MS3-versie3 + MS4-versie3 + LS1 + LS2 + LS3 + LS4 + LS5 + OV1 + OV2 + OV3 + OV4 + OV5 + LD1 + LD2 + LD3 + LD4 + LD5 met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat de kabelnetten in synergie worden aangelegd met de andere nutsmaatschappijen; dat het middenspanningnet, het laagspanningsnet, het openbaar verlichtingsnet en het gasnet over 1.717 meter worden verplaatst voor het rioleringsproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat; dat de aangeduide plaatselijke verdiepingen over de gehele lengte van de Vaartlaan voorafgaandelijk aan de rioleringswerken zullen worden uitgevoerd op de eventuele bestaande kabels; dat een deel van de verplaatsingen kunnen worden uitgevoerd vóór de rioleringswerken (grondwerk 0200 op plan) en een deel na opbraak oude riolering (grondwerk 0201 op plan); dat het werfverkeer en plaatselijk verkeer in de Vaartlaan niet belemmerd mag worden door deze werken;

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de aanvraag en de ontwerpplannen nrs. 310491 MS1-versie3 + MS2-versie3 + MS3-versie3 + MS4-versie3 + LS1 + LS2 + LS3 + LS4 + LS5 + OV1 + OV2 + OV3 + OV4 + OV5 + LD1 + LD2 + LD3 + LD4 + LD5 van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor het verplaatsen van het middenspanningsnet, het laagspanningsnet, het openbaar verlichtingsnet en het gasnet voor het rioleringsproject in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • de afspraken vastgelegd in de verslagen van de coördinatievergadering met de nutsmaatschappijen, Aquafin, Infrabel en het gemeentebestuur van 7 oktober 2020 betreffende het Rioleringsproject Sint-Maria-Aalter – AP0204-018 dienen strikt te worden opgevolgd.
  • de aangeduide plaatselijke verdiepingen zullen over de gehele lengte van de Vaartlaan voorafgaandelijk aan de rioleringswerken moeten worden uitgevoerd op de eventuele bestaande kabel(s).
  • het werfverkeer en plaatselijk verkeer in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat mag niet belemmerd worden.
  • voor de wegdwarsingen dient er indien mogelijk gebruik gemaakt worden van bestaande kokers of geboord te worden.
  • het bekomen van de wegvergunning voor deze werken dient tijdig aangevraagd te worden via www.aalter.be/inname.
  • er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • de aanpalende bewoners en bedrijven dienen minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt.
  • het gemeentebestuur wenst een kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving in 3 exemplaren bezorgd te worden aan het gemeentebestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • de verhardingen in de Vaartlaan en Knesselaarsestraat na opbraak dienen te worden hersteld in hun oorspronkelijke staat. 
  • voor opritten in kws-verharding gelden meer bepaald volgende richtlijnen:
  • de verharding wordt rechtlijnig ingesneden op volle dikte door middel van een zaagsnede; de te vervangen zone is steeds rechthoekig en loopt loodrecht op of evenwijdig met de as van de weg.
  • op- en afbraakmaterialen die niet ter plaatse gebruikt kunnen worden, worden eigendom van de aannemer en onmiddellijk afgevoerd van de werfzone.
  • bitumineuze verhardingen met teer als bindmiddel worden afzonderlijk opgebroken en selectief afgevoerd.
  • aanvullingen, onderfundering en fundering worden aangebracht conform SB 250 rekening houdend met de minimale draagkracht. Op eenvoudig verzoek dienen de resultaten van de proeven voorgelegd te worden aan het gemeentebestuur.
  • een goede aansluiting met de bestaande asfaltverharding van de oprit en de rijweg door middel van voegband is noodzakelijk.
  • bij het aanbrengen van kws-verhardingen wordt rekening gehouden met de minimale temperatuur van de lucht zoals bepaald in het standaardbestek.
  • aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen, opritten en in voetpaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • de opgebroken opritten en voetpaden in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren. Het bestaand legverband wordt gevolgd. De klinkers en betontegels dienen meermaals te worden ingezand. Kasseien worden met voegmortel of split terug ingevoegd.
  • bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm, voetpadzone en opritten dienen op vraag van het gemeentebestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het gemeentebestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • de nieuwe leidingen worden aangelegd binnen de door het studiebureau ingetekend traject
  • indien werken uitgevoerd worden ter hoogte van aanwezige bomen dienen volgende algemene voorwaarden te worden gerespecteerd:
  • afbakenen van een ‘beschermingszone’ ter hoogte van de bomen. De beschermingszone moet het wortelgestel beschermen tegen beschadiging. De grootte van de beschermingszone wordt als volgt bepaald: de kroonprojectie + 2,5 meter buiten de kroonprojectie.
  • binnen de beschermingszone mag er geen bodemverstoring of bodemverdichting zijn, geen ophoging of afgraving van de grond, geen opslag van materiaal, geen afval of puin storten, noch op de grond, noch in een container, geen toegang voor voertuigen of parking, geen tijdelijke gebouwen of werfketen, geen vuurtjes, alle ondergrondse leidingen omleiden buiten de beschermingszone, veranderingen in oppervlakkige waterafvoer in of uit de beschermingszone vermijden, geen waterhoeveelheden groter dan 100 liter uitgieten in de buurt van de bomen (bv spoelwater), solventen niet uitgieten in de buurt van de bomen, veranderingen in drainage zo ontwerpen dat de natuurlijke waterhuishouding binnen de beschermingszone zoveel mogelijk bewaard blijft, het zwenkbereik van torenkranen aanpassen zodat de boomkroon niet kan geraakt worden, ook niet door doorhangende kabels.
  • verplicht gebruik van perstechniek in de omgeving van de stam (= zone tot 2,5 m van de stam verwijderd), geen open sleuven. Het persen of boren gebeurt recht onder de boomstam om zo het minst wortels te beschadigen. De leidingen en kabels onder de boom moeten minstens 1 m diep gelegd worden.
  • machinaal grondverzet is verboden; binnen de beschermingszone van de boom (= 2 m tot buiten de kroonprojectie) wordt handmatig een sleuf gegraven, hierbij worden alle wortels met handgereedschap afgezaagd. De wortels worden dwars doorgezaagd met een scherpe handsnoeizaag. De verdere afgraving weg van de boom kan met zwaar materiaal, zonder extra wortelschade voor de boom. Wortels worden zoveel mogelijk behouden en er worden geen wortels dikker dan 5 cm weggenomen.
  • om de wortels te beschermen tegen uitdroging, wordt het blootgelegd bodemprofiel zo vlug mogelijk afgewerkt met aarde.
  • de uitvoering van de werken dient omzichtig te gebeuren opdat er geen schade wordt aangebracht aan het bovengronds gedeelte van de boom (stam, takken). Bij accidentele schade dient het gemeentebestuur ingelicht te worden, die zal bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden.
  • de bermen dienen in hun oorspronkelijke staat te worden hersteld.
  • alle afwijkingen moeten goedgekeurd worden door het gemeentebestuur.
  • een boomdeskundige kan in opdracht van het gemeentebestuur steeds ter plaatse komen ter controle van de werken. De instructies van deze boomdeskundige moeten strikt nageleefd worden.
  • in geval van werken ter hoogte van beplanting gelden volgende voorwaarden:
  • beschadiging aan beplanting dient zoveel mogelijk te worden voorkomen door middel van onderboring.
  • de te verwijderen beplanting dient vervangen te worden door nieuwe beplanting van dezelfde soort en maat ofwel dient de beplanting gedurende de duur van de werken (maximaal 1 week) te worden ingekuild en zo snel mogelijk opnieuw te worden aangeplant (bij droogte dient aan de beplanting regelmatig water te worden gegeven).
  • na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • het gemeentebestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.