2021_CBS_00974 - Collegebeslissing betreffende het aanbod van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen voor ondersteuning voor behandeling van de GAS-5 dossiers

Gelet op het decreet van 7 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 14 september 2020 betreffende de goedkeuring van het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sanctie;

Gelet op de collegebeslissing van 12 oktober 2020 betreffende het principe van de aanstelling van een GAS-ambtenaar; 

Gelet op de collegebeslissing van 11 januari 2021 betreffende de principiële goedkeuring van de gemeentelijke behandeling van beperkte snelheidsovertredingen ('GAS-5');

Gelet op de brief van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen van 15 februari 2021 betreffende de dienstverlening GAS-5;

Gelet op de nota van VVSG van 3 februari 2021 betreffende de stand van zaken implementatie GAS voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5); 

Gelet op de nota van VVSG van 24 februari 2021 betreffende de stand van zaken implementatie GAS voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5);

Overwegende dat de Vlaamse Regering steden en gemeenten de mogelijkheid wil bieden om gemeentelijke administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen die worden begaan op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur; dat wanneer de gemeenten ervoor opteren om administratieve geldboetes te bepalen, de overtredingen niet langer strafrechtelijk worden gesanctioneerd;

Overwegende dat lokale besturen niet verplicht zijn om deze snelheidsovertredingen via gemeentelijke administratieve sancties te beboeten; dat het behoort tot de gemeentelijke autonomie om al dan niet gebruik te maken van de mogelijkheid tot het invoeren van administratieve geldboeten; dat de Vlaamse regering van oordeel is dat de steden en gemeenten zelf best geplaatst zijn om in dit verband beleidskeuzes te maken, onder meer rekening houdend met verkeersveiligheidsoverwegingen, kosten- batenanalyses enzovoort; 

Overwegende dat Oost-Vlaamse gemeenten beroep kunnen doen op een provinciale sanctieambtenaar voor het opleggen van administratieve geldboetes; dat het provinciebestuur geneigd is om haar ondersteuning van de gemeenten op het gebied van GAS uit te breiden met GAS-5; dat of deze ondersteuning voor GAS-5 effectief zal worden aangeboden, afhangt van een aantal externe factoren, en uiteraard ook van de vraag of daar voldoende belangstelling voor is bij de Oost-Vlaamse gemeenten;

Overwegende dat het provinciebestuur hiervoor informeert: 

1. of het bestuur van plan is GAS-5 in te voeren
2. of het bestuur interesse heeft om voor de afhandeling van de GAS-5-dossiers een beroep te doen op de provinciale sanctionerende ambtenaren 
3. hoeveel GAS-5-vaststellingen het bestuur verwacht op jaarbasis

Overwegende dat het aantal GAS-5-vaststellingen op jaarbasis geraamd wordt op 30.000; 

Overwegende dat VVSG volgend advies formuleerde: 

• De VVSG is van oordeel dat de implementatie van de GAS 5 gebaseerd moet zijn op een duidelijk wettelijk kader zodat de rechtszekerheid over deze verkeershandhaving niet in het gedrang kan komen.
• De VVSG stelt vast dat er momenteel nog teveel juridische en praktische problemen zijn die een vlotte juridische uitvoering van de GAS 5 op het terrein mogelijk maken.
• De VVSG vraagt dan ook aan de minister van Mobiliteit Mevrouw Lydia Peeters om de geformuleerde juridische en praktische problemen zo snel als mogelijk op te lossen door aanpassingen te doen aan het wetgevend kader via een hersteldecreet.
• De VVSG zal haar leden de raad geven om de effectieve inwerkingtreding van de GAS 5 uit te stellen in afwachting van een hersteldecreet.

Overwegende dat het niet aangewezen is om GAS-5 in het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sanctie te implementeren voordat er rechtszekerheid is en zij ook effectief administratief kunnen afgehandeld worden; 

Overwegende dat voor de behandeling en verwerking van de GAS-5-boetes volgende personele inzet noodzakelijk zal zijn indien voor de behandeling geen beroep wordt gedaan op de provinciale diensten: 

• minimaal 1 GAS-ambtenaar die voldoet aan volgende aanwervingsvoorwaarden: 
  • zoals vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties: beschikken over het diploma van bachelor in de rechten of bachelor in de rechtspraktijk of master in de rechten en het in artikel 3, § 1, 3°, bedoelde onderdeel van de opleidingsmodule gevolgd hebben. Bij gebreke hieraan dient hij houder te zijn van een universitair diploma van de tweede cyclus of een gelijkgesteld diploma en de in artikel 3 bedoelde opleidingsmodule gevolgd hebben.
  • Nationaliteitsvereiste: Belg
• opvolging van de facturatie vanuit de cel Budget 

Overwegende dat voor de opvolging van de GAS-boetes de nodige software vereist is; dat hiervoor al een indicatieve offerte werd ontvangen; dat dit neerkomt op: