Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het decreet van 7 juni 2013 betreffende het integratie- en inburgeringsbeleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;
Gelet op de e-mail van het Agentschap Integratie en Inburgering van 10 juni 2020 houdende de vraag voor een afspraak om enerzijds kennis te maken en anderzijds om de samenwerking op vlak van integratie en inburgering in Aalter beter op mekaar af te stemmen;
Overwegende dat er al wordt samengewerkt met het Agentschap Integratie en Inburgering (Agentschap); dat er contacten zijn met het Agentschap voor gezamenlijke cliënten in het kader van de opvolging van de Nederlandse les, de inburgeringscursus e.d.; dat er contact wordt opgenomen met het Agentschap voor informatie en advies omtrent rechten, plichten, mogelijkheden e.d. voor nieuwkomers en anderstaligen; dat er gebruik gemaakt wordt van de juridische helpdesk van het Agentschap voor vragen omtrent internationaal familierecht, asielrecht en vreemdelingenrecht; dat er hiervoor geen overeenkomst is;
Overwegende dat het Agentschap graag met alle Vlaamse steden en gemeenten een samenwerkingsovereenkomst wil aangaan; dat deze samenwerkingsovereenkomst tot doel heeft om de samenwerking nog meer af te stemmen op de noden van de gemeente;
Overwegende dat er op 22 september 2020 een overleg heeft plaats gevonden met het Agentschap om de samenwerkingsovereenkomst te bespreken alsook om al een aantal afspraken te maken;
Overwegende dat er gevraagd wordt om minstens jaarlijks een overleg te laten plaats vinden voor de evaluatie en eventuele bijsturing van de samenwerking;
De samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Integratie en Inburgering principieel goed te keuren.
De samenwerkingsovereenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn.
Contact te houden met het Agentschap voor de opvolging van de afspraken die werden gemaakt binnen de samenwerkingsovereenkomst.
Minstens jaarlijks een overleg te houden met het Agentschap voor de evaluatie en bijsturing van de samenwerking.