Gelet op de verslagen van de kerkfabriek Sint-Willibrordus (Knesselare) van 20 februari en 2 maart 2021;
Overwegende dat de afsprakennota gerespecteerd werd;
Overwegende dat de kerkfabriek stelt dat er in het investeringsbudget geen rekening werd gehouden met de btw voor de restauratiewerken aan de kerk; dat er ondertussen een overleg plaatsvond tussen het gemeentebestuur en de kerkfabriek; dat er besloten is dat de kerkfabriek een lening aangaat om de tekorten aan te vullen; dat het gemeentebestuur zich ertoe verbindt hiervoor borg te staan; dat er 3 offertes werden opgevraagd en er is besloten in te gaan op de offerte van VDK;
Overwegende dat de kerkraad onvoorziene meer- en bijwerken heeft in het kader van de herstellingswerken aan de resterende gevels en daken van de kerk; dat het gaat over meerwerken aan de grote dakkapellen en de bakgoten en de bijwerken aan de figuratieve gebrandschilderde glas in-loodramen; dat de kerkfabriek toelating vraagt aan het gemeentebestuur voor de uitvoering van de onvoorziene meer- en bijwerken; dat de kerkfabriek ook een extra financiële tussenkomst vraagt;
Gelet op artikel 57 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat een afschrift van de notulen van de vergadering van de kerkraad binnen een termijn van 20 dagen, ingaande op de dag na de vergadering, aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan moet toegestuurd worden;
Gelet op artikel 58 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dat bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bij gemotiveerd besluit de uitvoering kan schorsen van een besluit waarbij de kerkraad of het centraal kerkbestuur het gemeentelijk belang en inzonderheid de financiële belangen van de gemeente schaadt;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota met de kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur;
Voorlopig geen acties te ondernemen in het kader van het administratief toezicht en de impact van de meerwerken te bekijken als de kerkfabriek een budgetwijziging indient.