Gelet op de collegebeslissing van 4 januari 2021 betreffende het in rechte treden tegen de beslissing tot inrichting van het vliegveld van Ursel als noodparking voor vrachtwagens naar aanleiding van de Brexit;
Gelet op de communicatie van de provinciegouverneur Carina Van Cauter van 2 februari 2021 dat in overleg met het Nationaal Crisiscentrum (NCCN) definitief werd beslist om de noodparking voor vrachtwagens op het militair vliegveld van Ursel, die werd ingericht in het kader van het provinciaal noodplan Brexit, te sluiten;
Overwegende dat de parking operationeel was sinds eind vorig jaar, en nooit effectief in gebruik moest genomen worden; dat door de beslissing genomen in overleg met het Nationaal Crisiscentrum dit dossier (minstens voorlopig) kan afgesloten worden;
Gelet op artikel 14 en 17, §§1 en 4 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State die hieraan de bevoegdheid toekennen om de wettigheid van administratieve rechtshandelingen te toetsen enerzijds alsook in spoedeisende gevallen de schorsing hiervan te bevelen anderzijds;
Gelet op het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 5 december 1991 tot betpaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, dat de wijze en vormvereisten voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring respectievelijk een vordering tot schorsing omvat;
Gelet op artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, dat aan administratieve overheden een rechtsvordering biedt om de staking of preventie te horen bevelen van handelingen die een kennelijke inbreuk of ernstige dreiging voor het leefmilieu vormen;
Het dossier betreffende het in rechte treden tegen de beslissing tot inrichting van het vliegveld van Ursel als noodparking voor vrachtwagens naar aanleiding van de Brexit (minstens voorlopig) af te sluiten.
De raadsman in kennis te stellen van deze beslissing.