2021_VB_00056 - Beslissing van het vast bureau betreffende de goedkeuring van een samenwerking met Aalterse psychologen in het kader van psychologische hulpverlening

Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten, artikel 31;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 20 januari 2020 betreffende het principieel akkoord om samen te werken met een externe dienst die psychologische hulp aanbiedt;

Overwegende dat één op vier mensen vroeg of laat af te rekenen krijgt met min of meer ernstige psychische problemen; dat uit onderzoek blijkt dat er een duidelijk verband is tussen psychische problemen en de socio-economische status: 72% van de personen die beroep doen op een OCMW of CAW ervaren een toestand van psychisch onwelbevinden, 58% van hen kent een milde depressiviteit, 36% ondernam reeds een poging tot zelfdoding en 20% doet beroep op de centra voor geestelijke gezondheidszorg; dat dit veel hogere cijfers zijn dan bij personen die geen beroep doen op sociale ondersteuning; dat de opstart van professionele zorg vaak veel te laat komt: gemiddeld 1 jaar te laat voor stemmingsstoornissen, 16 jaar te laat voor angststoornissen en 18 jaar te laat voor middelenmisbruik; dat deze onderbehandeling het gevolg is van een cascade van barrières; dat slechts 1 op 3 personen professionele hulp zoekt; dat het bijvoorbeeld illustratief is dat binnen welzijnszorg slechts 9% zijn psychische problemen bespreekt; dat 31% niet weet waar ze hulp kunnen vinden; dat 15% geen hulp zoekt omwille van het prijskaartje; dat 32% het zoeken van hulp uitstelt omwille van financiële redenen; 

Overwegende dat er in het meerjarenplan '20-'25 de actie 1679 'Onderzoek naar drempelverlagende initiatieven voor psychologische hulpverlening' werd opgenomen; dat er werd gezocht naar een externe dienst die psychologische hulp aanbiedt; dat deze zoektocht niet het gewenste resultaat gaf;

Overwegende dat drie psychologen op het Aalterse grondgebied geïnteresseerd zijn om samen te werken met het lokaal bestuur van Aalter om een zitdag te organiseren in het gemeentehuis voor de meest kwetsbaren;

Overwegende dat het de bedoeling zou zijn om, volgens de voorwaarden van het reglement, de sociale dienst de meest kwetsbare mensen te laten doorverwijzen naar de zitdag, vnl. deze cliënten met een multi problematiek die meerdere drempels ervaren om naar een therapeut te stappen; dat het de bedoeling zou zijn om (langdurige) therapie op te starten en dit naast de lopende begeleiding door andere zorg- en welzijnsactoren; dat aan de cliënt een bijdrage van 4 euro zal gevraagd worden te betalen aan het OCMW naar analogie met de tarieven van de centra voor geestelijke gezondheid; dat indien de drempels weggewerkt zijn, de cliënt verder behandeld kan worden in de praktijk en op deze manier ruimte gemaakt kan worden voor andere cliënten; dat wanneer de cliënt uit het project van de zitdagen stapt, er door de therapeut in overleg zal gegaan worden met de maatschappelijk werker om een financiële tussenkomst te bekijken; 

Overwegende dat de sociale dienst van Aalter beheerder zal zijn van de afsprakenkalender; dat cliënten afspraken via de sociale dienst maken, verplaatsen en annuleren en de sociale dienst communiceert met de aangesloten therapeuten; dat de (halve) zitdagen op vaste momenten zullen doorgaan, telkens van 9u - 12u of van 9u30 - 12u30; dat het aantal zitdagen afhankelijk is van het beschikbare budget dat gelijk verdeeld zal worden onder de beschikbare therapeuten; dat deze dag in onderling overleg gewijzigd kan worden indien dit beter uitkomt voor de therapeuten of door sluiting van het gemeentehuis; dat er gestart zal worden begin april 2021 en dat de samenwerking zal geëvalueerd worden na 3 maanden;

Overwegende dat er in het meerjarenplan een budget van 8.000 euro voorzien is; dat het OCMW per (halve) zitdag een vast bedrag van 200 euro aan de deelnemende psychologen zal betalen; dat er per kwartaal zal betaald worden na facturatie aan het OCMW-bestuur; dat indien afspraken geannuleerd worden door cliënten een andere cliënt zal ingeboekt worden en de zitdag zoals gepland kan doorgaan; dat de psychologen zich engageren om die dag in hun agenda vrij te houden voor de samenwerking; dat er een zekere inkomensgarantie moet kunnen gewaarborgd worden; dat het anderzijds niet de bedoeling kan zijn dat er een wachtlijst is van cliënten en dat de therapeut op de zitdag minder personen dan gepland kan begeleiden;

Overwegende dat er een retributiereglement nodig is om de bijdrage te kunnen innen;

Overwegende dat niet elke Aalterse burger voldoende financiële middelen heeft om de nodige hulp te kunnen aanspreken; dat de sociale dienst merkt dat er steeds meer aanvragen tot een financiële tussenkomst in de paramedische kosten, zoals behandeling van zware tandproblematiek, grote farmaceutische kosten en/of consultaties bij een therapeut, worden ingediend; dat het ondersteunen van deze kosten kan bijdragen in een menswaardig bestaan en zo de integratie in de maatschappij kan bevorderen; dat er om deze redenen een steunreglement 'tussenkomst in de paramedische kosten' werd uitgewerkt;