Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 74, 83 en 112;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 november 2019 betreffende de goedkeuring van de deontologische code van de mandatarissen;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 7 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de deontologische code van de mandatarissen;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 7 december 2020 betreffende de principiële goedkeuring van de aanpassingen aan de deontologische code van de mandatarissen;
Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische code moet aannemen; dat de deontologische code van het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst dezelfde kan zijn als die welke aangenomen is door de raad voor maatschappelijk welzijn; dat het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst dus zelf een deontologische code kunnen aannemen die minstens de deontologische code zoals aangenomen door de raad voor maatschappelijk welzijn omvat;
Overwegende dat de deontologische code aangepast is zodat één gemeenschappelijke code van toepassing is op alle mandatarissen van de gemeente en OCMW, ook voor de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst;
Overwegende dat een code een algemene leidraad vormt voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat; dat dit handelen op de volgende waarden steunt: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid;
De deontologische code van de mandatarissen goed te keuren.