2020_RMW_00041 - Rechtspositieregeling. Tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden. Telewerkpolicy. Wijziging. Goedkeuring.

Gelet op de Europese raamovereenkomst over telewerk van 16 juli 2002;

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;

Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op de wet rond werkbaar en wendbaar werk van 5 maart 2017;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2017 over telewerken en werken in satelietkantoren;

Gelet op de omzendbrief BZ2014/3 van de Vlaamse overheid van 16 mei 2014 betreffende plaats- en tijdonafhankelijk werken;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 juli 2020 betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 7 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 16 maart 2020 betreffende de vaststelling van de telewerkpolicy;

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 22 juni 2020 betreffende de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020; 

Gelet op de beslissing van het vast bureau van 29 juni 2020 betreffende de vraag van het ACV Openbare diensten in het kader van de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020;

Gelet op de simulatie van de responsabiliseringsbijdragen van het OCMW voor de periode 2019-2025:

Gelet op de vergadering van het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakbonden op 29 oktober 2020; 

Overwegende dat de federale regering telewerk ten zeerste aanbeveelt als maatregel bij de indijking van het coronavirus; 

Overwegende dat telewerk een positief effect heeft op het welzijn van de personeelsleden en meer specifiek bijdraagt tot de work-life balance; dat er een wetgevend kader bestaat omtrent telewerk in de privésector, bij de federale overheid en in de regionale overheid, dat er voor lokale en provinciale overheden geen wetgevend kader voor handen is met betrekking tot telewerk; dat rekening houdend met de bestaande wettelijke kaders, een afsprakenkader uitgewerkt is met betrekking tot telewerk bij het lokaal bestuur; dat deze afspraken in een policy gegoten werden; dat de telewerkpolicy als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling;

Overwegende dat de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel actueel 2,5% bedraagt; dat als voorwaarde voor de vermindering van de responsabiliseringsbijdrage de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler vanaf 1 januari 2021 op 3% dient te liggen;

Overwegende dat er op basis van de cijfers van de loonkost van de vastbenoemde personeelsleden van 1 januari 2020 er vanaf 2024 een responsabiliseringsbijdrage zal moeten betaald worden; dat de responsabiliseringsbijdrage jaarlijks geleidelijk aan hoger wordt;

Overwegende dat door de tweede pensioenpijler op te trekken naar 3% vanaf 1 januari 2021, er recht is op een korting op de responsabiliseringsbijdrage tot maximum 50%; dat bij de definitieve afrekening de som van alle verminderingen proportioneel zal verdeeld worden over alle besturen die aan deze voorwaarden voldoen;

Overwegende dat de 2de pensioenpijler voor contractuele personeelsleden het verschil in pensioen tussen statutairen en contractuelen doet verminderen; dat het bestuur er op die manier ook voor zorgt dat de personeelsleden zich na hun loopbaan bij het bestuur over een grotere financiële zekerheid beschikken; dat dit ook een blijk van waardering is voor de personeelsleden;

Overwegende dat het voorstel tot verhoging van de 2de pensioenpijler voor contractuele personeelsleden en het ontwerp van telewerkpolicy werden besproken met de representatieve vakbonden; dat voor beide voorstellen een akkoord werd bereikt;