Dit besluit werd door de burgemeester op 3 september 2020 opgeheven.
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 8 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID−19 te beperken;
Gelet op de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 27 maart 2020 om de maatregelen met betrekking tot de beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID-19 minstens te verlengen tot en met 19 april 2020;
Gelet op de beslissing van het Overlegcomité van de verschillende regeringen van 9 juli 2020 om het dragen van mondmaskers te verplichten in binnenruimtes waar veel mensen samenkomen:
Gelet op de adviezen van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 26 maart 2020 met betrekking tot de organisatie van de zittingen van de bestuursorganen ten gevolge van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19;
Gelet op de adviezen van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 25 juni 2020 met betrekking tot de organisatie van de zittingen van de bestuursorganen ten gevolge van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19;
Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, goedgekeurd op 25 januari 2019;
Gelet op de burgemeesterbeslissing van 6 april 2020 betreffende de vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in het kader van de coronamaatregelen;
Overwegende dat de burgemeester vanuit zijn bevoegdheid in uitzonderlijke, hoogdringende omstandigheden verordeningen of dringende maatregelen kan nemen om de openbare veiligheid en gezondheid van de inwoners te garanderen;
Overwegende dat het Agentschap Binnenlands Bestuur aangeeft dat het mogelijk is om fysiek te vergaderen mits inachtneming van de richtlijnen inzake hygiëne en social distancing; dat volgende richtlijnen worden meegegeven voor fysieke vergaderingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn:
Om voldoende afstand tussen de raadsleden te bewaren en om pers en publiek toegang te kunnen geven tot de vergadering met respect voor de social distancing, kan worden vergaderd op een andere locatie dan de gebruikelijke vergaderlocatie.
Fysieke vergadering op een andere locatie
Artikel 22, eerste lid van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat het huishoudelijk reglement de nadere regels voor de plaats en de wijze van openbaarmaking van de gemeenteraadszitting vastlegt. Indien in het huishoudelijk reglement geen vergaderplaats is vastgelegd of geen nadere regels zijn vastgelegd over de keuze van de vergaderplaats, dan kan de voorzitter de plaats bepalen. De voorzitter moet de vergaderplaats vastleggen in de oproeping van de vergadering (conform artikel 20 van het DLB). De oproeping vermeldt de plaats van de vergadering. Deze locatie moet neutraal zijn. Er is in dit geval geen besluit van de burgemeester vereist.
Indien het huishoudelijk reglement een specifieke vergaderplaats aangeeft, is bovenstaande werkwijze niet mogelijk. Er zijn in dit geval twee mogelijkheden:
Het lokaal bestuur geeft via de webtoepassing, sociale media,… aan de bevolking aan op welke locatie de vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn plaatsvindt.
Beperkt bezoekersaantal
Een burgemeestersbesluit is ook noodzakelijk indien op de normale vergaderlocatie of op de nieuwe locatie slechts een beperkt aantal bezoekers wordt toegelaten. De burgemeester heeft de bevoegdheid om het bezoekersaantal te beperken op grond van zijn bevoegdheid in het kader van de bescherming van de openbare orde en de volksgezondheid (artikel 134, § 1 en 135, § 2 Nieuwe Gemeentewet). In het burgemeestersbesluit wordt dan aangegeven wat het maximumaantal toegestane bezoekers is in functie van de naleving van de social distancing regels. De burgemeester kan in dat besluit bijvoorbeeld ook aangeven dat geïnteresseerden zich op voorhand moeten inschrijven en dat de inschrijvingen worden afgesloten eens het maximumaantal bezoekers is bereikt.
Indien de normale of de nieuwe locatie het gebruikelijke aantal bezoekers met social distancing kan toelaten, is een burgemeestersbesluit tot beperking van het aantal bezoekers niet nodig. Indien bij aanvang van de zitting blijkt dat er toch meer aanwezigen zijn dan normaal en de social distancing niet gerespecteerd kan worden, kan de voorzitter maatregelen nemen op grond van zijn bevoegdheid vermeld in artikel 25 van het decreet over het lokaal bestuur. De voorzitter is op grond van die bepaling belast met de handhaving van de orde in de vergadering.
Achter gesloten deuren
De fysieke vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kan omwille van de openbare gezondheid plaatsvinden achter gesloten deuren, indien de social distancing niet kan worden verzekerd. Deze beslissing behoort tot de bevoegdheid van de burgemeester (artikel 134, §1 en artikel 135, §2 Nieuwe Gemeentewet). De beslissing moet afdoende gemotiveerd zijn. Uit de beslissing moet blijken waarom het niet mogelijk is dat publiek wordt toegelaten. In dit geval dient de gemeente te onderzoeken of het mogelijk is de gemeenteraad te streamen, zodat toch aan de openbaarheid is voldaan.
Overwegende dat de beslissingen die voorgelegd worden aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zich moeilijker lenen tot een louter digitale vergadering gezien het aantal raadsleden dat kan deelnemen aan het debat; dat artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stelt dat de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn vergaderen in het gemeentehuis, Europalaan 22, Aalter; dat de infrastructuur van het lokaal bestuur de richtlijnen inzake hygiëne en social distancing kan waarborgen;
Overwegende dat de openbare zittingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn sinds 2 januari 2019 via livestream rechtstreeks te beluisteren zijn; dat aan de openbaarheid voldaan is;
Overwegende dat de burgemeester in het kader van de beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 een beperking of algehele sluiting van de gemeenteraadszitting of raad voor maatschappelijk welzijn kan opleggen met betrekking tot het publiek;
Overwegende dat de vergaderingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn momenteel plaatsvinden in het auditorium; dat met inachtneming van de maatregelen inzake social distancing daar maximaal 68 personen kunnen plaatsnemen; dat de raadsleden, algemeen directeur, pers en administratieve personeelsleden minstens een 35-tal personen betreffen die allen gekend zijn en in geval van besmetting kunnen verwittigd worden; dat aangezien de openbare zittingen ook via livestream te beluisteren zijn, het aantal burgers dat als publiek de zittingen bijwoont, gewoonlijk beperkt is; dat rekening houdend met de circulatiestromen er dient vermeden te worden dat publiek moet plaatsnemen tussen de raadsleden die nu verspreid worden over de ruimte; dat er bijkomende verplichtingen zijn opgelegd inzake het dragen van een mondmasker; dat er nog maximaal ruimte is voor 20 personen die als publiek de zittingen willen bijwonen; dat dan voor identificatie zou moeten gewerkt worden met inschrijvingen; dat de maatregelen die zouden moeten genomen worden niet opwegen tegen het geringe aantal publiek dat kan toegelaten worden; dat het veiliger is om de zittingen via livestream aan te bieden en geen publiek toe te laten;
Overwegende dat dit besluit door de gemeenteraad moet worden bevestigd op de eerstvolgende vergadering, op straffe van verval;
Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 meer bepaald artikel 134 §1 betreffende de bevoegdheid van de burgemeester om in uitzonderlijke gevallen politieverordeningen uit te vaardigen meer bepaald “In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.”
Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 meer bepaald artikel 135 §2 betreffende de bevoegdheid van de burgemeester tot het nemen van passende maatregelen wanneer de openbare gezondheid bedreigd wordt;
De burgemeestersbeslissing van 6 april 2020 betreffende de vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in het kader van de coronamaatregelen, op te heffen.
De zitting van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn fysiek te laten plaatsvinden op een locatie waar de richtlijnen inzake hygiëne en social distancing kunnen gerespecteerd worden.
Geen publiek toe te laten tot de openbare vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn en de openbaarheid van de zitting te garanderen via de livestream.