Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op het KB van 28 november 1969 dat stelt dat de bedragen van cadeau- of geschenk-, eco-, maaltijd-, sport- en cultuurcheques niet mogen overschreden worden, opdat cadeau-, eco-, maaltijd-, sport- en cultuurcheques een voordeel zouden uitmaken dat vrijgesteld is van sociale bijdragen en belastingen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 15 juli 2020 betreffende de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020 en de wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van het prefusiebestuur Knesselare op 8 april 2010 om de pensioentoelage vast te leggen op 1% van het pensioengevend jaarloon voor de contractuele personeelsleden van het OCMW Knesselare;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van het prefusiebestuur Aalter op 21 mei 2014 om de pensioentoelage vast te leggen op 2% van het pensioengevend jaarloon voor de contractuele personeelsleden van het OCMW Aalter;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 7 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2019 betreffende de 2de pensioenpijler voor contractanten;
Gelet op hoofdstuk 4 van de rechtspositieregeling van het ocmw personeel, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 16 december 2019 betreffende de sociale voordelen;
Gelet op artikel 222 van de rechtspositieregeling van het ocmw personeel, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 16 december 2019 betreffende de maaltijdcheques;
Gelet op de omzendbrief van 28 mei 2020 betreffende het sectoraal akkoord 2020;
Gelet op de beslissing van het vast bureau van 22 juni 2020 betreffende het uitvoeren van het sectoraal akkoord 2020;
Gelet op beslissing van het vast bureau van 29 juni 2020 betreffende de vraag van het ACV openbare diensten in het kader van de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020;
Gelet op het protocol van akkoord van het VSOA Lokale en regionale besturen van 25 juni 2020;
Gelet op het protocol van akkoord van het ACV Openbare diensten van 3 juli 2020;
Overwegende dat het sectoraal akkoord 2020 uit drie luiken bestaat:
1. Verhoging van de maaltijdcheques
De personeelsleden ontvangen vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques tot het fiscale maximum, met een maximum van 100 euro per VTE.
Daar het sectoraal akkoord al vanaf 1 januari 2020 ingaat, kunnen de maaltijdcheques retroactief niet meer verhoogd worden. De aanpassingen aan de maaltijdcheques kunnen enkel in de toekomst gebeuren. De eenmalige verplichte correctie voor de periode van 1 januari 2020 tot 30 juni 2020 kan gebeuren door
Vanaf 1 juli 2020 kan het lokale bestuur de nodige maatregelen treffen om de verhoging in de maaltijdcheques door te voeren.
2. Recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro
Elke personeelslid ontvangt vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro per VTE. Dit bedrag wordt toegekend via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques, via de invoering van een ecocheque (maximum 250 euro per jaar per werknemer), via de invoering van cultuur- of sportcheques ( maximum 100 euro per jaar per werknemer), via de invoering van lokale handelaarsbonnen (cadeaucheques of geschenkcheques, maximum 40 euro per jaar per werknemer) of door een combinatie van vooropgesomde cheques.
3. Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler contractueel personeel
Vanaf 1 januari 2020 wordt de minimale bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel opgetrokken naar 2,5%.
Overwegende dat op datum van 9 juni 2020 er 71 koppen (exclusief art. 60 tewerkstelling) in dienst zijn bij OCMW Aalter; dat dit omgerekend 46,10 VTE's zijn;
Overwegende dat de totale meerkost voor het uitvoeren van de eerste twee luiken van het sectoraal akkoord 2020 voor het OCMW 13.830 euro zal zijn;
Overwegende dat de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel actueel 2% bedraagt;
Overwegende dat momenteel een maaltijdcheque wordt toegekend per gewerkte dag per werknemer van 7 euro, waarvan 1,09 euro werknemersbijdrage en 5,91 euro werkgeversbijdrage; dat het wettelijke maximum 6,91 euro werkgeversbijdrage is;
Overwegende dat de verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques niet in het verleden kan rechtgezet worden; dat er in het sectoraal akkoord alternatieven worden aangeboden om de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 te regulariseren;
Overwegende dat er na 1 juli 2020 nog gemiddeld 107 werkdagen vallen in 2020; dat de verhoging maaltijdcheques naar 8 euro dit jaar nog 107 euro extra zou opleveren voor de personeelsleden; dat de verlofperiode hierin valt; dat personeelsleden minder dan 107 euro extra zullen ontvangen gezien het nog op te nemen jaarlijks verlof en vervangende feestdagen weekend; dat daarom een ecocheque van 50 euro voor het eerste jaardeel zal worden toegekend aan de personeelsleden; dat er door de combinatie van deze twee voordelen zeker voldaan wordt aan de voorwaarde van luik 1 van het sectoraal akkoord 2020;
Overwegende dat er 214 werkdagen per jaar zijn; dat vanaf 2021 de waarde per maaltijdcheque zal worden opgetrokken naar 8 euro; dat er in totaal 214 euro verhoging per jaar via maaltijdcheques zal worden toegekend; dat er daarnaast nog 96 euro overblijft voor de toekenning van een ecocheque; dat wordt voorgesteld om een rond bedrag van 100 euro ecocheque toe te kennen vanaf 2021;
Overwegende dat er momenteel geen eco-, sport-/cultuur- of cadeaucheques worden toegekend aan de personeelsleden;
Overwegende dat er maximaal 250 euro per jaar per werknemer aan ecocheques kan worden toegekend;
Overwegende dat er maximaal 100 euro per jaar per werknemer aan sport- en cultuurcheques kan worden toegekend;
Overwegende dat er maximaal 40 euro per jaar per werknemer aan cadeaucheques kan worden toegekend voor Sinterklaas, Kerstmis of Nieuwjaar;
Overwegende dat er moet onderzocht worden of het optrekken van de tweede pensioenpijler voor contractueel personeel vanaf 1 januari 2021 naar 3% voordelig kan zijn in het kader van het betalen van de responsabiliseringsbijdrage;
Overwegende dat het protocol sectoraal akkoord 2020 op 23 juni 2020 naar de vakbondsorganisaties werd opgestuurd;
Overwegende het positief advies van de vakbondsorganisaties;
Elk personeelslid van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 een koopkrachtverhoging van 100 euro per VTE toe te kennen via:
Elk personeelslid van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 een koopkrachtverhoging van 200 euro per VTE toe te kennen via invoering van ecocheques, rekening houdend met de fiscale wettelijke maxima.
Elk personeelslid vanaf 1 januari 2021 een recurrente koopkrachtverhoging van 300 euro per VTE toe te kennen:
De tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden vanaf 1 januari 2020 te verhogen naar 2,5%.
De eventuele verhoging van de tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden naar 3% te onderzoeken in het kader van het betalen van de responsabiliseringsbijdrage.
In te gaan op het voorstel van het ACV openbare diensten om aan elk personeelslid dat in dienst is op 1 december 2020 een geschenkcheque van 40 euro per VTE toe te kennen ter gelegenheid van Kerstmis.
De rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden OCMW-personeel en de rechtspositieregeling specifieke graden OCMW-personeel zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 16 december 2019, op te heffen met ingang van 1 juli 2020.
De gecoördineerde rechtspositieregeling van de gemeenschappelijke graden OCMW-personeel en de gecoördineerde rechtspositieregeling specifieke graden OCMW-personeel zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit goed te keuren. Deze reglementen treden in werking op 1 juli 2020.