Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);
Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;
Gelet op het decreet over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid van 20 maart 2020;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning van 24 maart 2020;
Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag digitaal ingediend op 16 maart 2020 door de heer Filip Gelaude en mevrouw Katrien Steyaert, Klissestraatje 5B in Aalter voor het bouwen van een eengezinswoning met zwembad en poolhouse na het slopen van de bestaande woning in Aalter, Klissestraatje 7 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie A, nr. 0916H2 en nr. 0916F2;
Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 30 maart 2020;
Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de gewone procedure;
Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 16 juni 2020 als volgt:
‘Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:
Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in een woongebied. Het perceel ligt binnen het plangebied van het RUP Centrum Knesselare waar geen meergezinswoningen zijn toegestaan. Het perceel is ook gelegen in een verkaveling ouder dan 15 jaar. De aanvraag betreft het bouwen van een woning met een zwembad en een poolhouse na het slopen van de bestaande woning. De aanvraag is principieel in strijd met de verkavelingsvoorschriften. De woning bestaat uit twee bouwlagen afgewerkt met een plat dak terwijl volgens de verkavelingsvoorschriften de afwerking diende te gebeuren met een dak. Gezien de verkaveling ouder dan 15 jaar is, vormen de verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond.
Openbaar onderzoek:
Een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 7 mei 2020 tot en met 5 juni 2020. Er werden geen bezwaren ingediend.
Externe adviezen:
De dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen verleende op 4 mei 2020 een gunstig advies.
De volgende verordeningen zijn van toepassing:
gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 april 2017;
gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;
De aanvraag doorstaat de toetsing aan de geldende verordeningen mits het opleggen van een aantal technische voorwaarden.
Historiek van de stedenbouwkundige vergunningen op het perceel:
Op 3 november 1966 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een woning.
Op 25 maart 1985 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een garage.
Project-MER-screening:
De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening .
Watertoets:
Het voorliggende project is gelegen in een infiltratiegevoelig en niet-overstromingsgevoelig en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem en zal geen schadelijk effect veroorzaken.
Toetsing aan de omgevingseffecten:
Niet van toepassing.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:
De bouwplaats is gelegen in het eigenlijke centrum van Knesselare, een omgeving die zich kenmerkt door een dense bebouwing bestaande uit eengezinswoningen opgericht in een open bebouwingspatroon.
Het perceel is 1.455 m² groot en bebouwd met een oudere woning. De aanvraag beoogt het slopen van de woning in functie van het bouwen van een nieuwe woning met zwembad en poolhouse. Het betreft een hedendaagse, moderne woning bestaande uit twee bouwlagen afgewerkt met een plat dak. De woning wordt ingeplant op minimum 9 m van de rooilijn. De bouwvrije zijtuinstroken bedragen minimaal 4 m. De woning wordt afgewerkt met witte gevelbepleistering in combinatie met een zwarte gevelbekleding. De bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 12 m, de bouwhoogte bedraagt 6,15 m. Aan de rechtergevel van de woning wordt een carport aangebouwd.
Aansluitend op de woning wordt een zwembad aangelegd. Ter hoogte van de rechterperceelsgrens wordt een poolhouse met een plat dak gebouwd tegen de bestaande scheidingsmuur van de aanpalende garage. De afwerking gebeurt met dezelfde zwarte gevelmaterialen gebruikt voor de woning.
Het bouwen van een nieuwe hedendaagse woning met zwembad en poolhouse in het centrum van Knesselare integreert zich op voldoende wijze in het bestaande woonweefsel. Het bouwperceel is voldoende groot waardoor de ruimtelijke draagkracht niet wordt overschreden. De plaatselijke aanleg komt niet in het gedrang. De aanvraag is voor vergunning vatbaar.’
Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:
Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden verleend.
De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen te verlenen aan de heer Filip Gelaude en mevrouw Katrien Steyaert, Klissestraatje 5B in Aalter voor het bouwen van een woning met zwembad en poolhouse na het slopen van de bestaande woning in Aalter, Klissestraatje 7, en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie A, nr. 0916H2 en nr. 0916F2.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
De aanvrager dient het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor de vergunning is verleend. De kennisgeving gebeurt via het omgevingsloket, 35 dagen nadat de melding van aanplakking van de beslissing is gebeurd. Ga naar het tabblad “Uitvoering” en vervolgens naar “ACTIES”. Onder de “Verplichte acties” kan de start van de werken ingegeven en verstuurd worden.
Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:
1. De werken mogen pas aanvatten 36 dagen na aanplakking van de omgevingsvergunning op de bouwplaats. Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.
2. Alle afbraakmateriaal en puin dienen onmiddellijk van het terrein te worden verwijderd. Bij aanwezigheid van asbest dienen de wettelijke procedures gevolgd te worden om een correcte verwijdering ervan te garanderen. Voor meer inlichtingen omtrent asbest zie www.ovam.be/omgaan-met-asbest.
3. De aanvraag omgevingsvergunning dient te voldoen aan de gewestelijke, stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Meer inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen bij de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.
4. Indien het buitenzwembad is voorzien van een noodoverloop, moet deze op het rioleringsplan worden vermeld. De afvoer van het water gebeurt via een controleput en kan aangesloten worden op de infiltratievoorziening. In dat geval dient de dimensionering van de infiltratievoorziening met de extra belasting rekening te houden. Indien er geen noodoverloop voor de waterpartij is voorzien, mag er geen wateroverlast veroorzaakt worden op de aanpalende percelen of het openbaar domein.
De lediging van een buitenzwembad gebeurt op het RWA-stelsel (lozing op het DWA-stelsel is niet toegelaten). Chloortoevoeging dient minstens 14 dagen vóór de lediging stopgezet te worden, met als doel de aanwezige chloor te laten uitwerken en geen negatief effect te hebben bij lozing op het RWA-stelsel.
Enkel het afvalwater afkomstig van een filterinstallatie van de waterpartij kan worden aangesloten op het DWA-stelsel van de woning.
De infiltratiecapaciteit van de bodem en de grondwaterstand dienen vooraf proefondervindelijk te worden vastgelegd door een labo. De resultaten dienen aan het gemeentebestuur te worden bezorgd. Indien de infiltratiecapaciteit meer dan 20 mm/u bedraagt, kan 100 % infiltratie worden nagestreefd. Bij lagere infiltratiecapaciteit zijn enkel bovengrondse infiltratiesystemen (wadi) toegestaan die boven de gemiddelde grondwatertafel worden aangelegd. Om de diepte te beperken kan een drainagekoffer over de volledige breedte van de wadi worden aangelegd. De wadi kan verder worden ingericht als een gecombineerd systeem van infiltratie en buffer met vertraagde afvoer, zo gedimensioneerd dat het buffervolume wordt verhoogd tot 330 m³/ha verharding. Het ontwerp van deze constructie dient voor plaatsing te worden gerapporteerd aan het gemeentebestuur.
5. De aanvang van de werken kan pas nadat de gemeentelijke administratie op de bouwplaats heeft vastgesteld dat de inplanting conform is aan het goedgekeurde plan. Telefonisch afspraak maken op het nummer 09 325 22 00.
6. Bij beschadiging van het openbaar domein (fiets- en voetpaden, openbaar groen) dient dit in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.
7. De gemeenteraad keurde op 11 maart 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op private ingebruikname van het openbaar domein. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.
8. De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op afgifte van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige en planologische attesten en openbaar onderzoek. De factuur wordt opgestuurd naar de aanvrager na afgifte van de omgevingsvergunningDe omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning.
Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.
De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen.