Terug
Gepubliceerd op 06/07/2020

2020_CBS_01827 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020007880) aan Edg. en H. Vermeire bvba

College van Burgemeester en Schepenen
ma 22/06/2020 - 16:05 vergaderzaal Briljant
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_01827 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020007880) aan Edg. en H. Vermeire bvba 2020_CBS_01827 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020007880) aan Edg. en H. Vermeire bvba

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag digitaal ingediend op 10 februari 2020 door Edg. en H. Vermeire bvba, Hooiestraat 26 in Aalter voor het bouwen van een toonzaal in Aalter, Hooiestraat 26-26A en gekend in het kadaster als , Aalter afd. 7, sectie C, nr. 0556H,  0556M en 0556N;

Gelet op de toepasselijke rubrieken volgens het Vlaams reglement betreffende de omgevingsvergunning:

  • 3.4.1°a) Het lozen van maximaal 1,3 m³/h bedrijfsafvalwater.
  • 4.3.b)1°ii) Inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 11,5 kW.
  • 6.4.1° De opslag van 3.220 l oliën.
  • 15.1.1° Het stallen van 10 voertuigen en/of aanhangwagens.
  • 15.2. Andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met 6 bruggen en/of schouwputten.
  • 15.4.1° Niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van max. 2 voertuigen per dag.
  • 15.6.1° Het stallen van maximum 20 ton geaccidenteerde voertuigen.
  • 16.3.2°a) Installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 23,5 kW
  • 17.3.2.1.1.1°b) De opslag van 2,63 ton mazout.
  • 17.3.2.2.1° De opslag van 360 kg ontvlambare vloeistoffen.
  • 17.3.6.1°a) De opslag van 800 kg schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen.
  • 17.3.7.1°a) De opslag van 0,44 ton vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
  • 17.4 De opslag van 700 l gevaarlijke stoffen;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 9 maart 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de gewone procedure;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 10 juni 2020 als volgt:

Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het perceel is gelegen binnen een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan Vermeire, in een zone voor kleinschalige lokale bedrijvigheid en binnen het RUP Centrum Knesselare in een zone waar geen meergezinswoningen zijn toegestaan. De aanvraag betreft het bouwen van een toonzaal en is principieel in overeenstemming met deze geldende plannen.

Openbaar onderzoek: 

Een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16 maart 2020 tot en met 24 maart 2020 en van 30 april 2020 tot en met 20 mei 2020. Er werden geen bezwaren ingediend.

Externe adviezen: 

  • Op 23 maart 2020 verleende de Hulpverleningszone Meetjesland een gunstig advies.
  • Op 11 maart 2020 verleende het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies.
  • Op 16 juni 2020 verleende de dient Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen een gunstig advies. 

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 april 2017;
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende de algemene richtlijnen die gelden bij een omgevingsvergunningsaanvraag voor ééngezinswoningen of verkavelingsaanvraag (gangbare normen) goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 september 2018.

De aanvraag doorstaat de toetsing aan de geldende verordeningen.

Historiek van de vergunningen op het perceel: 

  • Op 3 oktober 1963 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het verbouwen van een woonhuis
  • Op 18 maart 1965 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het aanleggen van opslagruimte voor voertuigen en schroot
  • Op 7 oktober 1965 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het bouwen van een werkplaats
  • Op 3 juli 1969 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het bouwen van een autowerkplaats
  • Op 10 maart 1986 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het herbouwen en uitbreiden van een garage
  • Op 10 oktober 1990 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het uitbreiden van een garage
  • Op 19 december 2005 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het verwijderen en aanbrengen van lichtreclame
  • Op 26 juli 2007 de aktename van een standaardgarage, bij collegebeslissing van 17 februari 2020
  • Op 7 december 2011 werd een stedenbouwkundige vergunning geweigerd betreffende het uitbreiden en verbouwen van een bestaande loods
  • Op 5 april 2012 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het slopen van een overdekte parkeerruimte en het gedeeltelijk slopen van een opslagruimte en regularisatie van een bestaande loods
  • Op 8 augustus 2012 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend betreffende het uitbreiden en verbouwen van een bestaande loods.

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (B.S. 29 april 2013) in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening (B.S. 20 april 2012).

Watertoets:

Het voorliggende project is gelegen nabij een mogelijks overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem en zal geen schadelijk effect veroorzaken.

Toetsing aan de omgevingseffecten:

De aanvraag betreft het oprichten van een toonzaal. De exploitatie is momenteel vergund als standaardgarage. Met de Vlaremtrein van 2017, die in werking trad op 1 oktober 2019, werden de zogenaamde 'integrale milieuvoorwaarden' voor garage- en carrosseriebedrijven (en houtbewerking) geschrapt. Bijgevolg is een herrubricering van de exploitatie aan de orde, wat met deze aanvraag ook gebeurt. Daarnaast betreft het een actualisatie van de vergunningstoestand.

Op de inrichting zijn 2 hefbruggen aanwezig in de carrosserie en in de werkplaats één schouwput en 3 hefbruggen. Ten aanzien van de vergunde toestand is een schouwput vervangen door een hefbrug.
Het vermogen van de stookinstallatie werd in het verleden overgedimensioneerd. Bij nazicht blijkt het vermogen de drempelwaarde niet te overschrijden, bijgevolg dient deze niet meer vergund te zijn.
Op de inrichting zijn 6 personen tewerkgesteld. Gemiddeld worden per dag zo'n 15 voertuigen gebracht/opgehaald voor onderhoud of ter herstelling. Naast de transporten eigen aan de exploitatie (levering olie, banden,...) vinden geen transporten plaats. De inrichting is gelegen langsheen een goed uitgeruste weg. Er wordt geen significante impact verwacht op vlak van mobiliteit.
Alle opslag van gevaarlijke producten gebeurt binnen op lekbakken met een voldoende opvangcapaciteit. De tanks zijn bovengronds geplaatst en dubbelwandig. De kans op lekken naar de bodem wordt op deze manier tot een minimum herleid. Op basis van de exploitant, beschikken de opslagtanks over de vereiste keuringsattesten.
Het bedrijfsafvalwater wordt geloosd via een KWS-afscheider en coalescentiefilter. Het te lozen debiet bedraagt maximaal 1,3 m³/uur. Na de KWS-afscheider is een monsternameput voorzien. Maximaal worden er 2 wagens per week gewassen of maximaal 1 per dag. Dit cijfer ligt beduidend lager dan vroeger. De locatie waar de autowrakken worden opgeslagen is voorzien van een verharde ondergrond en stroomt af via de KWS-afscheider.
Op de inrichting is een spuitcabine aanwezig. Het vermogen van de installatie bedraagt 11,5 kW. Er wordt gebruik gemaakt van watergedragen lakken. De exploitant dient er op toe te zien dat de emissies naar de omgeving de drempelwaarde niet overschrijden opgenomen in Vlarem II.
De activiteiten vinden plaats binnen in de werkplaats en dit tussen 7.00 u en 19.00 u. Er wordt dan ook geen significante geluidsimpact verwacht ten aanzien van de exploitatie.
Mits het naleven van de voorwaarden en mits de correcte exploitatie zal de kans op hinder voor mens en milieu tot een minimum beperkt worden. De beschreven werkwijze zal dan ook geen negatieve impact hebben op de omgeving.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

De bouwplaats is gelegen ten zuidoosten van de dorpskern van Knesselare, aan een voldoende uitgeruste weg. Langsheen deze weg komt hoofdzakelijk een open bebouwing (één bouwlaag onder dak) voor die aansluit op de kern van Knesselare. 

Op de bouwplaats bevindt zich een bestaande garage. De voorzijde van het bedrijf zit geïntegreerd in het woonlint. De achterzijde van het bedrijf grenst aan een landbouwgebied dat ingesloten zit tussen de kern van Knesselare, het woonlint langs de Aalterseweg en de N44.
De garage vormt samen met het bedrijf op het rechtsaanpalende perceel een kleine bedrijvencluster. Aan de overzijde van de Hooiestraat situeert zich een woonwijk. Ten zuiden en ten westen van het bedrijf is er een kleinschalig landbouwgebied gelegen.

De voorliggende aanvraag betreft het bouwen van een nieuwe toonzaal. De inplanting gebeurt rechts vooraan op de site op 5 m van de rooilijn en tot tegen de rechterperceelsgrens. De toonzaal is 15,05 m breed en 23,57 m lang. De hoogte bedraagt 5,5 m. De toonzaal wordt opgericht in glas in combinatie met zwarte stalen kolommen. Aan de voorgevel komt bovenaan de naam van de garage. 

De bestaande toonzaal zal worden gebruikt voor het stallen van tweedehandswagens en het tentoonstellen van autoaccessoires.

Het bouwen van een nieuwe toonzaal bij een bestaand garagebedrijf integreert zich op voldoende wijze binnen het bestaande centrumweefsel. De toonzaal sluit qua inplanting, vormgeving en materiaalgebruik voldoende aan bij de nieuw op te richten toonzaal op het rechtsaanpalende perceel (waarvoor gelijktijdig een aanvraag loopt). De herbestemming van de bestaande toonzaal is eigen aan het bedrijf. De plaatselijke aanleg wordt niet in het gedrang gebracht. De aanvraag is voor vergunning vatbaar.'

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning kan worden verleend met voorwaarden.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De omgevingsvergunning te verlenen aan door Edg. en H. Vermeire bvba, Hooiestraat 26 in Aalter voor het bouwen van een toonzaal in Aalter, Hooiestraat 26-26A en gekend in het kadaster als , Aalter afd. 7, sectie C, nr. 0556H,  0556M en 0556N.

De toepasselijke rubrieken volgens het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning zijn de volgende:

  • 3.4.1°a) Het lozen van maximaal 1,3 m³/h bedrijfsafvalwater.
  • 4.3.b)1°ii) Inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 11,5 kW.
  • 6.4.1° De opslag van 3.220 l oliën.
  • 15.1.1° Het stallen van 10 voertuigen en/of aanhangwagens.
  • 15.2. Andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met 6 bruggen en/of schouwputten.
  • 15.4.1° Niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van max. 2 voertuigen per dag.
  • 15.6.1° Het stallen van maximum 20 ton geaccidenteerde voertuigen.
  • 16.3.2°a) Installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 23,5 kW
  • 17.3.2.1.1.1°b) De opslag van 2,63 ton mazout.
  • 17.3.2.2.1° De opslag van 360 kg ontvlambare vloeistoffen.
  • 17.3.6.1°a) De opslag van 800 kg schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen.
  • 17.3.7.1°a) De opslag van 0,44 ton vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
  • 17.4 De opslag van 700 l gevaarlijke stoffen.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

De aanvrager dient het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor de vergunning is verleend. De kennisgeving gebeurt via het omgevingsloket, 35 dagen nadat de melding van aanplakking van de beslissing is gebeurd. Ga naar het tabblad “Uitvoering” en vervolgens naar “ACTIES”. Onder de “Verplichte acties” kan de start van de werken ingegeven en verstuurd worden.

Artikel 2

Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II, waarvan de hierna vermelde voorwaarden bijzondere aandacht verdienen:

Algemene voorwaarden:

  • Hoofdstuk 4.1. algemene voorschriften
  • Hoofdstuk 4.3. beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging
  • Hoofdstuk 4.4. beheersing van luchtverontreiniging
  • Hoofdstuk 4.5. beheersing van geluidshinder.

Sectorale voorwaarden:

  • Afdeling 5.3.2. bedrijfsafvalwaters
  • Hoofdstuk 5.4. bedekkingsmiddelen
  • Hoofdstuk 5.15. garages, parkeerplaatsen en herstelwerkplaatsen voor motorvoertuigen
  • Hoofdstuk 5.16. behandelen van gassen
  • Hoofdstuk 5.17 opslag van gevaarlijke producten.
Bijzondere voorwaarde:
  • Er dient maximaal ingezet te worden op het gebruik van regenwater voor het wassen van de voertuigen.

Artikel 3

Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De werken mogen pas aanvatten 36 dagen na aanplakking van de omgevingsvergunning op de bouwplaats. Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.

2. Er wordt extra aandacht gevestigd op de Algemene voorwaarden bouwprojecten goedgekeurd door het prefusiebestuur Aalter op 10 april 2017.

3. Bij beschadiging van het openbaar domein (fiets- en voetpaden, openbaar groen) dient dit in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

4. De gemeenteraad keurde op 11 maart 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op private ingebruikname van het openbaar domein. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.

5. De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op afgifte van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige en planologische attesten en openbaar onderzoek. De factuur wordt opgestuurd naar de aanvrager na afgifte van de omgevingsvergunning.

Artikel 4

De omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning. 

Artikel 5

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.

Artikel 6

De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

5° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie.