2020_CBS_01339 - Collegebeslissing betreffende het uitstellen van de inwerkingtreding van een nieuw overkoepelend subsidiereglement voor de erkende verenigingen

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 351;

Gelet op het decreet van 4 mei 2018 betreffende de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Aalter en Knesselare en tot wijziging van de bijlage bij het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en de bijlage bij het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van prefusiebestuur Aalter van 11 oktober 2017 betreffende de definitieve goedkeuring van de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Aalter en Knesselare met ingang van 1 januari 2019;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van prefusiebestuur Knesselare van 11 oktober 2017 betreffende de definitieve goedkeuring van de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Aalter en Knesselare met ingang van 1 januari 2019;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 11 februari 2019 betreffende de goedkeuring van het algemeen reglement op de adviesraden;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 12 november 2019 betreffende de automatische verlenging van de erkenning van de (prefusie) Aalterse erkende verenigingen tot en met 30 juni 2020;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2019 betreffende het algemeen reglement op de adviesraden;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 september 2019 betreffende de oprichting van een projectgroep voor de gemeentelijke reglementen;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 oktober 2019 betreffende de verlenging van de erkenning van (prefusie) Aalterse erkende verenigingen;

Overwegende dat het algemeen reglement op de adviesraden in artikel 8 voorziet dat Aalterse verenigingen zich kunnen laten erkennen; dat een vereniging aan verschillende voorwaarden moet voldoen om erkend te worden; dat de erkenning één van de voorwaarden is om aanspraak te maken op subsidies en andere voor erkende verenigingen voorbehouden specifieke gemeentelijke dienstverlening;

Overwegende dat elke erkende vereniging tijdens het eerste kalenderjaar van de gemeentelijke legislatuur een aanvraag moet indienen tot verlenging van de erkenning; dat de erkenning niet stilzwijgend kan verlengd worden; dat in de praktijk erkende verenigingen een uitnodigingsbrief krijgen van de gemeentelijke administratie waarbij ze uitgenodigd worden om hun erkenning te verlengen;

Overwegende de intentie om het algemeen reglement op de adviesraden te herwerken;

Overwegende dat 2019 een overgangsjaar was naar aanleiding van de fusie; dat de subsidiereglementen van de cluster vrije tijd grondig dienen te worden herwerkt;

Overwegende dat artikel 351 DLB bepaalt dat in samengevoegde gemeenten de besluiten, reglementen en verordeningen van toepassing blijven op het grondgebied waarvoor ze zijn uitgevaardigd tot op de dag dat ze door de bevoegde overheid worden opgeheven; dat men voor de subsidiereglementen aldus niet gebonden is aan de termijn van één jaar na de samenvoeging; dat men aldus grondig de tijd kan nemen om de reglementen van de prefusiebesturen te analyseren en gelijk te schakelen;

Overwegende dat de projectgroep voor het college van 2 maart 'nieuwe subsidiereglementen' had voorbereid; dat deze reglementen alsnog dienen te worden verwerkt in één globaal subsidiereglement; dat dit reglement in werking zou dienen te treden vanaf 1 september 2020 aangezien dit reglement het tijdskader van een schooljaar zou volgen; dat werd vastgesteld dat -ondanks de vereenvoudiging- de voorstellen van reglementen (per categorie) nog veel verschillen bevatten wat betreft de voorwaarden voor subsidiëring; dat hierdoor de opmaak van één overkoepelend reglement voor alle verenigingen niet evident leek en dat dit verder zou worden besproken in een aparte vergadering tussen het college en een beperkte ambtelijke delegatie;

Overwegende dat het de bedoeling blijft om één overkoepelend reglement te maken met een aantal algemene bepalingen die voor elke vereniging gelden en vervolgens een aantal specifieke bepalingen eigen aan de categorie waarin de vereniging is ondergebracht; dat de verenigingen zullen worden opgedeeld in bepaalde categorieën volgens het subsidiebedrag dat ze ontvangen; dat er per categorie een forfaitair bedrag zal worden voorzien; dat de bedragen zullen worden verdeeld volgens de totale subsidiepot die beschikbaar was voor de subsidies van de cluster vrije tijd; dat de mogelijkheid zal worden voorzien -mits het vervullen van bepaalde criteria- om van de ene categorie naar de andere over te gaan; dat één en ander nog verder moet worden uitgediept alvorens men tot een definitieve beslissing kan komen;

Overwegende dat de veiligheidsvoorschriften in het kader van de Covid-19-pandemie de verdere voorbereiding bemoeilijken; dat de indeling in categorieën door de huidige situatie bijna onmogelijk is omdat één van de criteria het aantal activiteiten betreft die verenigingen organiseren en dat deze activiteiten ten gevolge van de pandemie nu niet kunnen doorgaan; dat het "verenigen" zoals het verenigingsleven betaamt, momenteel niet aan de orde is; dat de adviesraden in de onmogelijkheid verkeren om fysiek samen te komen; dat een gelijkschakeling van de subsidiereglementen op termijn wenselijk is zodat de verschillen tussen de reglementen van de prefusiebesturen kunnen worden weggewerkt; dat dit echter niet dringend is aangezien de huidige subsidiereglementen momenteel geen punt van discussie vormen;

Overwegende de intentie om verder te werken aan een nieuw overkoepelend subsidiereglement dat in werking zou kunnen treden met ingang van 1 september 2021;

Overwegende de intentie om het algemeen reglement op de adviesraden te wijzigen; dat deze aanpassing gelijktijdig met de aanpassing van het nieuw subsidiereglement zal gebeuren; dat men op deze wijze wil vermijden dat er problemen opduiken tussen de nieuwe erkenningsvoorwaarden en de oude subsidiereglementen die van toepassing blijven;

Overwegende dat de termijn voor erkenning van de verenigingen verstrijkt op 30 juni 2020; dat een beslissing zal worden voorbereid om de verlenging van de erkenning te voorzien tot en met 31 augustus 2021;